–
–
–
–
–
5-10-2020 t/m 11-10-2020
We willen ons vrij voelen, om te groeien, om zwak te zijn, om te bemoedigen, om te corrigeren, om kleur te bekennen in de wetenschap dat je misschien wel “afgemaakt” wordt. Voor de uitvoering van dit verlangen dient wel een prijs te worden betaald.
Want hoe kun je:
Een indrukwekkende lijst, die laat zien dat groei en ontwikkeling vaak met pijn gepaard gaat. Pijn is in die zin niet een teken van zwakte, van een tekort maar juist van groei. Daarom bij die pijn niet stoppen maar doorgaan want die pijn is de grens naar het leven. Vergelijk het met de groeipijnen die kinderen bij hun fysieke ontwikkeling soms hebben. Een dergelijke pijn is een teken dat er juist niets mis is, het kind groeit!
Als je probeert te ontsnappen aan angst, boosheid, pijn, teleurstelling of onzekerheid, dan verdoof je ook vreugde, blijdschap, dankbaarheid en geluk. In deze stilte stagneert je ontwikkeling, de schaamte voor het falen houd je onder een steen.
De ‘stap uit de boot’ vraagt moed, veerkracht volharding, zelfbeheersing, discipline om maar eens een paar eigenschappen te noemen, maar uit ervaring weet ik dat het zeer de moeite waard is: What doesn’t kill you makes you stronger!
Bert Reinds
Column 1: Geven
1-7-2019 t/m 7-7-2019
Ik denk dat het zeker vijftien jaar geleden is dat we dit voorval voorafgaand aan onze vakantie naar Italië meemaakten. Nooit heeft iemand daarna de actie van de hoofdrolspeler op deze manier overtroffen. Nog steeds ben ik fan van hem en zijn klant.
Het was een uur of acht ’s avonds, de auto stond ingepakt op de oprit, klaar voor vertrek. De bedoeling was ’s nachts rijden en de kinderen, drie stuks, achterin de auto te laten slapen en dan de volgende dag op tijd aankomen bij de afgesproken camping. De banken in de auto lagen plat, daaroverheen een paar matrasjes waarop de jongens konden liggen. Nog even een snelle laatste blik, alles op slot, vol verwachting, rijden maar.
Ik draaide de auto van de afrit en zag direct dat er een lampje brandde op het dashboard. Ik had geen idee, niet zo mijn ding, maar ik had wel geleerd wanneer iets gaat branden even te checken. En wie kon dat beter doen dan onze man van de garage. Natuurlijk was het avond, maar we wonen in Hattem en de beste man die de diagnose moest stellen zit bij mij in de kerk, er valt altijd wel even wat te regelen.
Bij zijn woonhuis aangekomen, naast de garage, vertelde ik wat er aan de hand was. Zijn reactie staat nog zeer scherp op mijn ‘gehoorvlies’: ‘Daar kun je niet mee naar Italië, de dynamo is stuk!’ Vastgenageld aan de grond, vier paar vragende ogen kijken mij aan: hoe nu verder? De vertwijfeling was blijkbaar ook op mijn gezicht te lezen, want de garagehouder nam de leiding en zei: ‘Ik breng jullie wel even naar huis en morgen in de loop van de dag ga ik het fiksen en kunnen jullie alsnog naar Italië.’
Daar gingen we, naar huis in plaats van naar Italië. Thuis aangekomen de kinderen in bed gestopt en zelf ook maar gegaan. Natuurlijk het is maar een dag en het scheelt dat we onderweg deze pech niet hebben, maar toch. Na een slechte nacht hoorde ik om half acht onze deurbel. Wie kan dat zijn zo vroeg?
Daar stond hij, onze held, en over zijn schouder zag ik onze auto: ‘Ik kon er vannacht slecht van slapen, ben vanmorgen al vroeg naar de sloop gegaan en heb de auto gerepareerd, nu kunnen jullie toch nog redelijk op tijd naar Italië.’ Ik heb de man nog net niet gezoend, maar wat was ik blij. Daar gingen we alsnog.
Die afgelopen vierentwintig uur hebben mij onderweg nog lang beziggehouden, en vooral de houding van onze garagehouder. Mijn conclusie was helder: hier kan geen reclamestunt of welk commercieel gebla-bla tegenop. Zo doe je (ook) aan klantenbinding. Ik besloot toen, op weg naar Italië: de rest van mijn leven breng ik bij hem de auto, ook als de tarieven worden verdubbeld. En dit verhaal vertel ik overal waar ik de kans krijg. Gunnen is het nieuwe geven!
Column 2: Harnas uit!
8-7-2019 t/m 14-7-2019
Wanneer ik een boek ga schrijven is Willemien (mijn vrouw) een van de eerste meelezers. Om wenselijk gedrag te minimaliseren vind ik het belangrijk dat mensen die mij echt goed kennen meelezen tijdens het schrijfproces. Zo ook met het schrijven van het boek Kwetsbaar (2001). Tijdens een van de correctierondes herkende ze de inhoud. In die periode had ze een voorleesboek uit de bieb gehaald en met de kinderen gelezen. Het boek heet: Het harnas van Max. Toen ‘mijn’ boek werd gepresenteerd kreeg ik van haar het kinderboek cadeau. Het staat nog steeds in mijn kantoor binnen handbereik, vlakbij het grote mensen boek Kwetsbaar, en als het van pas komt laat ik het een ander lezen.
Jij krijgt van mij de tekst van het boek en je mag de plaatjes erbij bedenken, als dat niet lukt kun je het boek alsnog kopen.
HET HARNAS VAN MAX
‘Max is een zacht en gevoelig kind. Het leven is hard, zegt zijn vader. Je moet leren je te verdedigen en zorgen dat je een dikke huid krijgt. Max knikt gehoorzaam. Zijn bloed is zo zoet dat de muggen hem plagen. Daarom ruilt hij zijn lievelingspaard in voor een paar bokshandschoenen. Vanaf dat moment wordt hij met rust gelaten. De voeten van Max zijn zo gevoelig dat ze pijn doen als hij op een mier trapt. Daarom koopt hij soldatenlaarzen. Nu kan hij met een gerust hart rondmarcheren. De huid van Max is zo dun dat hij bij het kersen stelen altijd als eerste wordt betrapt. Daarom verstopt hij zich in een harnas.
De neushoorn van Max is zo zacht dat hij buigt als er een vlinder op gaat zitten. Max zet een ridderhelm op. Hij voelt zich sterk en groot. Het harnas beschermt Max helemaal, alleen de kou en eenzaamheid dringen er nog doorheen. Nu kan Max doen wat hij wil. Zijn vader en moeder geven hem een pak voor zijn broek, maar het kan Max niks schelen. Ook de dokter weet geen raad, al onderzoekt hij Max vanbinnen en vanbuiten.
Hij vindt niks, hij vindt Max erg gesloten, de oplossing ontdekt hij niet. Dan gaat Max de wijde wereld in, hij wordt een dappere ridder en hij verslaat de draak. Op een dag bevrijdt hij een prinses, hij vraagt haar om haar hand, maar de prinses wil geen bokser. Max trekt de handschoenen uit en plukt een boeketje bloemen voor haar. Bij het koorddansen doet hij zijn laarzen uit, zo kan hij beter met z’n voeten voelen. Om te zwemmen trekt Max zijn ijzeren harnas uit. Nu kan de prinses zijn hart zien. ’s Avonds kussen ze elkaar, dat gaat veel fijner zonder helm. En elke kus maakt hem even sterk als tien harnassen. Ze trouwen en wonen in een glazen paleis en Max wordt de lievelingskoning van de neushoorns. Het ridderharnas zet hij in de tuin … Je weet maar nooit. (Helme Heine, 1999 Uitgeverij Clavis, Hasselt, België.)
De laatste zin is intrigerend en getuigt van realisme. Het is een spannende weg, maar wat is het voor jouw kind een voorrecht als hij/zij een ouder heeft die op die weg hem/haar tot een voorbeeld is. Jong geleerd, oud gedaan!
Column 3: Moeten of willen?
15-7-2019 t/m 21-7-2019
Een van mijn hobby’s is fietsen. Samen met mijn fietsmaatje(s) over de Veluwe, urenlang genieten en soms een beetje afzien. Heerlijk buiten, ik hoef verder nergens aan te denken of voor te zorgen, alleen maar mijn benen het werk laten doen, beetje opletten en het stuur natuurlijk recht houden. Al pratend, voorbijgangers beleven dit meestal als schreeuwen, delen we onze hoogte- en dieptepunten van de afgelopen periode.
Een keer per jaar doen we iets ‘groots’. In de zomer, want dan heb je meestal droog weer en is het lang licht. Zo hebben we al een keer de Elfstedentocht gefietst en de ronde van Nederland. Dit laatste was een project van zo’n dertienhonderd kilometer. We hebben er tien dagen over gedaan. Maar niet alleen op de vlakte, ook een paar bergen in Frankrijk: de Col du Galibier en Mont Ventoux. Het grootste project tot nu toe was het fietsen van Hattem naar Berlijn en na vier dagen weer met de trein terug. Dat was pittig, elk dag tussen de 150 tot 170 kilometer fietsen. En wat een ontlading en genoegdoening toen we Berlijn binnen fietsten en ’s avonds in een restaurant van onze maaltijd genoten en een glas wijn dronken op de prestatie.
Identiteitscrisis? Dat zou kunnen meespelen, maar ik vind het in ieder geval ook heel leuk om te doen. Avonturen beleven, met mooie verhalen thuiskomen en ontdekken waar je grenzen liggen. Ik vind het leven buiten zoveel leuker dan binnen.
Nu na twee jaar wat ‘kleine’ tochtjes gedaan te hebben, onder andere de Amstel Gold, wordt het tijd om weer iets ‘groots’ te doen. Het is natuurlijk nog een plan, het staat in de steigers, en de offers voor de komende tijd zijn groot. Toch gaan we ervoor: volgende jaar van Parijs naar Hattem fietsen, in vijf dagen. Met de bus naar Parijs en dan op de fiets terug.
Ik hoor nu de vraag: waarom doe je dit, van wie moet dat? Mijn antwoord: van niemand, hooguit van mezelf, ik wil het gewoon. Ik wil het omdat ik van de natuur houd, ik wil onze vriendschap onderhouden, ik wil er alles aan doen (zover ik dat in de hand heb) om zolang mogelijk fit en vitaal te blijven. Als moeten willen wordt zijn offers brengen nog steeds geen lolletje, maar wel te doen.
Nog een klein hobbeltje: ik leg mezelf op dat ik mag gaan als ik op een bepaald gewicht zit. Ik ga niet zeggen wat, maar ik weet dat er nog heel wat kilo’s af moeten. Maar omdat ik het wil zie ik er minder tegen op. Trouwens, sowieso een goed principe: doen of iets laten omdat je het wilt, in plaats van dat het moet!
Column 4: 18+
22-7-2019 t/m 28-7-2019
Jarenlang heb ik columns geschreven in Visie, de gids van de EO. Meestal ging het over het opvoeden van kinderen tot een jaar of achttien. Het wekt de indruk dat je rol als opvoeder daarna uitgespeeld is.
Maar niets is minder waar. Jij begrijpt ongetwijfeld dat wanneer kinderen de volwassen leeftijd gaan bereiken, jij als ouder de opvoedingsrelatie moet herdefiniëren. Dat jij in de relatie met jouw kind meer de vreugde en respect voor hun zelfstandigheid mag benadrukken, dan de afhankelijkheid met jou. Dat is ieder geval wel hun behoefte.
Ik bedoel dit: zij willen jou nog steeds als ouder, maar dan meer als betrokken raadgever, iemand die onvoorwaardelijke steun geeft. Een ouder die ze vertelt dat jij vertrouwen in hen hebt.
Hun wens is dat jouw aanwezigheid in de relatie minder wordt ingevuld door de lakens uit te delen, dat jij zo af en toe jouw tong afbijt, ook al zijn het niet jouw keuzes die jouw kind maakt. Dat jij ze helpt door inzichtgevende vragen te stellen, zodat ze zelf beslissingen kunnen nemen. (Natuurlijk willen ze ook dat jij jouw kleur blijft bekennen, waar hebben anders de achterliggende achttien jaar voor gestaan?)
En als ze niet jouw advies vragen of opvolgen, toon dan toch jouw belangstelling. Vertel hoe trots jij op ze bent, hoe goed ze hun zaakjes voor elkaar hebben, ook al doen ze het anders dan jij. Stel ze vragen over hun vriendschappen en stimuleer ze daarin tijd te investeren in plaats van te verwachten dat ze elke (zon)dag bij jou op de stoep staan. Vraag naar hun werk en/of studie, ga desnoods eens op werkbezoek, natuurlijk in overleg.
Het lijkt me duidelijk, jouw rol als opvoeder gaat door, want het blijft jouw kind en jij bent een van die twee onvervangbare steunpilaren.
Column 5: Au
29-7-2019 t/m 4-8-2019
Heel lang geleden werd een man op het matje geroepen. Hij had zijn broer vermoord. Op de vraag: waar is je broer? Reageerde hij met het antwoord: ‘Ik weet het niet, ben ik mijn broeders hoeder?’
Onverschilligheid ten top! En het is gek, maar na duizenden jaren beschaving hoor ik die reactie nog steeds en ik geef direct toe, ook bij mezelf. Hij is iets anders geformuleerd, wat sociaal aantrekkelijker en verdraagzamer gemaakt, namelijk: ‘We moeten iedereen in zijn waarde laten!’ Oké, dat is in essentie ook zou, maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het ook iets van die onverschilligheid van duizenden jaren terug in zich heeft. Een paar van die uitspraken: ‘Ik heb genoeg aan mijn eigen.’ ‘Fijn voor jou.’ ‘Wie ben ik om er iets van te zeggen?’ ‘Ach wat kan ik er aan doen, een druppel op een gloeiende plaat.’
Interesseert het jou nog dat een ander lijdt? Als kinderen worden gezien als projecten van ouders om hun eigenwaarde op te krikken en als ze niet het succesgedrag laten zien, afgeschreven worden.
Raakt het jou nog dat er duizenden thuis stikken in de eenzaamheid, misschien wel bij jou in de straat? Hoe is het trouwens in jouw straat? Heb je de moed, als iemand op straat wordt gepest of uitgescholden, om er iets van te zeggen? Durf jij nog iemand te vragen hoe het gaat en dan niet hopen dat hij of zij ‘goed’ zegt, zodat je weer verder kunt, maar dat je bereid bent om de shit aan te horen en je te laten raken zonder gelijk een oplossing te willen geven?
Brené Brown zegt het zo treffend: ‘Onze samenleving leidt aan een chronisch gebrek aan meeleven met als gevolg een emotionele hongersnood.’
Ik stel voor dat we weer vaker ‘op-elkaars-lip’ zitten. Ja, dat is spannend (vooral als je van alles te verbergen hebt). We laten dan in ieder geval zien dat we de afgelopen duizenden jaren wat geleerd hebben van de geschiedenis.
Column 6: Ik wil er voor je zijn!
5-8-2019 t/m 11-8-2019
Afgelopen weekend was ik, en vele andere crewleden van de 4e Musketier, met ruim zestig vaders en hun tienerdochters in de Ardennen voor een onvergetelijk avontuur.
Het was nat, heel nat. En ondanks de ‘riviertjes’ die zaterdagnacht door onze ‘tenten’ stroomden, kijk ik terug op een geweldig weekend dat zich kenmerkt door woorden als verbinding, verandering, verleggen van grenzen, vertroosting en ook heel veel lol.
Aan het begin van zo’n weekend, op vrijdagavond, mag ik de vaders toespreken. De dochters zijn dan nog niet op het bivak gearriveerd.
Ik eindig mijn praatje met de vraag aan de vaders: ‘Wil jij er voor haar zijn?’ Vervolgens leg ik hen een aantal vragen voor die betrekking hebben op dat onvoorwaardelijk ja.
Een paar van die vragen zijn:
En jij, nu jij dit toch leest, hoe zit dat met jou? Je hoeft namelijk niet naar de Ardennen voor deze vragen. Is jouw dochter bij jou in beeld?
Column 7: Wanneer komt er een moeder-zoon weekend?
12-8-2019 t/m 18-8-2019
In een eerdere column ging het over de rol van vaders en het effect daarvan op de ontwikkeling van hun kinderen, op hun dochters. Ondertussen heeft het bericht meer dan zesduizend mensen bereikt. Ook veel reacties van moeders. Een van de moeders vraagt zich af wanneer er een moeder-zoon weekend komt? En die vraag krijgt bijval van andere moeders.
Ik vraag me dat ook af. Is het not done voor een zoon om met zijn moeder op stap te gaan? Vinden moeders het lastig om met een zoon een weekend op te trekken? Zoiets is toch niet alleen voor vaders weggelegd?
Ik heb geen idee waarom nog niemand is opgestaan om dit te organiseren (het kan zijn dat ik iets of iemand over het hoofd zie. Zo ja, laat die zich dan nu bekent maken J). Wie staat op?
Het is natuurlijk een risicovolle onderneming, om als man iets te schrijven voor moeders. Toch ben ik de uitdaging aangegaan. Om het wachten op zo’n weekend wat te overbruggen heb ik hier alvast een aantal tips voor moeders met zonen. Als hetgeen je leest schuurt, denk dan niet direct: ‘Ach ja, een man’, maar geef jezelf wat ruimte om het te laten landen, je zoon zal er blij mee zijn.
Ik ben benieuwd wanneer het eerste weekend voor moeders en zonen wordt gepland, ik zal de eerste zijn die het van harte aanbeveelt!
Column 8: Carrièretijger?
19-8-2019 t/m 25-8-2019
Het is alweer een tijdje geleden dat ik dit verhaaltje vertelde op een mannenbijeenkomst. Ik vroeg of ze zin hadden in een verhaal van een succesvolle man. ‘Kom maar op’ was de reactie.
‘In Amerika woont een populaire burgemeester met zijn gezin. Hij is een geliefd burgervader van een middelgrote stad. Naast zijn drukke baan heeft hij nog een rol in de kerk en is hij voorzitter van een soort Rotaryclub. Kortom, een druk baasje.
Tijdens een rit naar huis denkt hij: we moeten met zijn tweeën nodig even een weekendje weg. Zo gezegd, zo gedaan. Na de maaltijd kruipt hij achter de computer om een leuk arrangement te scoren. Na een kleine zoektocht, geld speelt geen rol, informeert hij triomfantelijk zijn vrouw: ‘We gaan over drie weken even een paar dagen ertussen uit.’
En daar zitten ze nu samen in de auto, nog even tanken en dan op weg naar hun hotel. Bij het pompstation aangekomen gaat de burgemeester tanken en gaat zijn vrouw nog even naar de shop om wat voor onderweg te kopen. Ze zwaait naar iemand die daar ook loopt. Terug in de auto vraagt haar man: ‘Wie was die man waar jij naar zwaaide?’
‘Oh,’ zei zijn vrouw, ‘dat was Marko, een oud klasgenoot.’
Haar man was even stil en ging verder met vragen stellen: ‘Wat doet hij nu voor werk?’
De vrouw: ‘Timmerman.’
En weer is het even stil en dan zegt hij: ‘Wat heb jij dan mazzel dat jij met mij bent getrouwd.’
De vrouw: ‘Oh ja? Ik denk dat als ik met Marko was getrouwd hij burgemeester was geworden!’
Een ijzige stilte volgt.
Ik weet niet hoe het verhaal afliep, maar meneer werd wel even op z’n plek gezet.
De mensen in de zaal lachten een beetje als een boer die kiespijn heeft. Zou het echt zo zijn dat achter elke succesvolle man een succesvolle vrouw staat?
Hmm, komende dagen maar eens over nadenken.
Column 9: De leider als vader
26-8-2019 t/m 1-9-2019
Zoals je wellicht hebt vernomen ben ik vorig jaar gestopt met het geven van therapie en richt ik me nu onder andere op mentoring. Deze verandering is geboren in Kenia. Met een groep ondernemers en leiders mochten we met Compassion diverse projecten bezoeken en onder de indruk komen van het land, de bevolking en het werk dat Compassion daar doet.
Naast dit hadden we als groep elke avond intervisie. Elke deelnemer bracht iets in. Mijn inbreng had te maken met, wat een deel van mij werk betreft, op een kruising te staan en me afvragen welke weg het op moet. Na veel vragen beantwoorden en ideeën opperen zei iemand iets dat me raakte: ‘Bert, al jong heb jij je vader verloren, je bent een vader geworden van vijf kinderen en een grootvader van vier kleinkinderen. Al jaren dien je vaders door middel van lezingen, boeken en weekenden. Er is echter iets dat nog mist: een ‘vader’ zijn voor leiders, dat jij er voor hen kan zijn, zodat zij weer als leider een ’vader’ kunnen zijn in hun bedrijf of organisatie.’
Het was even stil, het raakte me.
Op de terugvlucht naar Nederland maakte ik de keuze.
Nu ben ik ruim een jaar verder, de veranderingen verliepen heel natuurlijk. Ondertussen heb ik verschillende (kerk)leiders, ondernemers en andere beïnvloeders mogen ontmoeten en hoor ik regelmatig: we missen vaders!
Mannen die hun bedrijf leiden zoals een vader dienend zijn gezin leidinggeeft. Niet zelf op de voorgrond staan, maar juist zijn team zichtbaar maken en dat wat er voor nodig is te faciliteren. Als een collega niet functioneert wordt hij niet ontslagen, maar wordt hem of haar een plek geboden waar hij of zij wel uit de verf komt. Een ‘vader’ die interesse en betrokkenheid toont, ook naar privéomstandigheden. Iemand die zichzelf laat zien, niet om in beeld te komen, maar de ander duidelijk te maken: ik zie jou! Die personeel begrijpt omdat hij naar ze omkijkt. Een ‘vader’ die zijn personeel ruimte geeft om te experimenteren en fouten te maken. ‘Vaders’ die moed en vertrouwen communiceren in plaats van angst en wantrouwen. ‘Vaders’ die een voorbeeld willen zijn omdat ze ontdekt hebben: mijn leven is mijn preek en ik kan kiezen of het een goede, geloofwaardige of een slechte preek is. Ik zie uit naar het uitpakken van dit verlangen en de uitwerking daarvan in ondernemingen, kerken en andere organisaties.
Want dan is er pas echt sprake van een bouwplaats!
Column 10: Niet wat je weet, maar wat je eet
2-9-2019 t/m 8-9-2019
Ik houd van boeken lezen, kranten en tijdschriften scannen en natuurlijk niet te vergeten, de ontmoetingen met mensen. Het zijn voor mij inspiratiebronnen om bijvoorbeeld columns te schrijven. Op dit moment lees ik een boek waarin ik een prachtig verhaal tegen kwam. Het is een boek dat gaat over leiderschap. Het boek heet: Straight-Line Leadership. Het is geschreven door Dusan Djukich.
Het verhaal was in essentie niet nieuw voor mij, maar deze versie was wel veel concreter en kwam daardoor dichterbij. Het gaat over een grootvader en een zoon.
Een oud Cherokee-opperhoofd geeft zijn kleinzoon les over het leven. Hij zegt tegen de jongen: ‘Er woedt een gevecht in mij. Een vreselijk gevecht tussen twee wolven. De een is slecht: hij is boosheid, afgunst, verdriet, spijt, hebzucht, zelfmedelijden, arrogantie, schuld, wrok, minderwaardigheid, leugens, valse trost, superioriteit, gebrek aan zelfvertrouwen en ego. De andere wolf is goed: hij is vreugde, vrede, liefde, hoop, sereniteit, waarheid, nederigheid, vriendelijkheid, welwillendheid, empathie, gulheid, medeleven en vertrouwen. En dat gevecht woedt ook in jou en in ieder ander mens.’
De kleinzoon dacht hier even over na en vroeg toen aan zijn grootvader: ‘Welke wolf wint?’
Het oude opperhoofd antwoordde: ‘Degene die jij voedt!’
Hoe ziet jouw voedselprogramma er deze week uit? Want niet wat je weet, maar wat je eet bepaald de richting van de dag.
Column 11: Waar doe je het voor?
9-9-2019 t/m 15-9-2019
Het is alweer een paar jaar geleden dat ik werd uitgenodigd voor een interview op een lokale radiozender. Ik dacht daar niet lang over na; natuurlijk kom ik, altijd leuk die aandacht.
Tijdens de rit ernaar toe, samen met een zoon, het leek hem wel leuk om dit eens mee te maken, vroeg hij mij: ‘Hoe lang gaat het duren?’
Ai, dat was een goede vraag, ik wist het niet.
‘En verdien je er ook iets mee?’
Ook hierover had ik geen afspraak gemaakt.
Aangekomen bij de studio werden we binnengehaald door twee enthousiaste mensen, ze hadden er zin in. Het gesprek verliep moeizaam en bleef oppervlakkig. Na een uur was ik wel klaar en maakte dat voorzichtig kenbaar. Maar zij niet hoor, ze hadden alle tijd, de hele ochtend was voor dit gesprek ingepland. Na ruim twee uur in de studio te hebben gezeten verlieten we het pand.
We stapten weer in de auto en gelijk kreeg ik opnieuw een paar vragen: ‘Wat was jouw idee van deze ochtend?’
Heel zachtjes zei ik: ‘Geen idee, gewoon …!’
Zoon: ‘Is het dan niet zonde van de tijd?’
Ik baalde van mezelf, uiteindelijk ben ik degene die geen kaders aangeeft en de enthousiaste radiomakers deden gewoon hun werk. Terug naar huis kregen we een interessant gesprek over de vraag: wanneer is voor jou, als ondernemer, een opdracht zinvol en/of rendabel?
Na wat gefilosofeer vertelde hij mij wat een ondernemer hem een keer uitlegde over beslissingen nemen: ‘Voor het aannemen van een opdracht kijk ik naar het volgende: Is er sprake van 1. Zinvolle opdracht? 2. Wordt er samengewerkt met mensen die het beste bij elkaar naar boven willen halen? 3. Kan ik goed verdienen aan de opdracht? Als er minimaal twee van drie criteria aanwezig zijn is het een GO.’
Ik legde deze ‘lat’ even tegen de ochtend aan. Was onze ochtend een waardeloze ochtend geweest omdat er misschien maar één punt een beetje aanwezig was? Nou, nee, niet helemaal, want ik had wel een goede tijd met mijn zoon in de auto. Door dit gesprek ben ik wijzer geworden. Misschien is er nog een vierde item aan toe te voegen. Ik ga er eens over nadenken en als je een idee hebt, hoor ik het graag!
Column 12: Spijt, waarvan?
16-9-2019 t/m 22-9-2019
Het nieuws wordt de laatste weken gedomineerd door failliete ziekenhuizen. Verbazing is er al om: ‘Hoe heeft dit kunnen gebeuren?’
‘Maar,’ zei een vriend en bestuurder in een zorgorganisatie, ‘dit zijn de gevolgen van marktwerking in de zorg. Dit is toch wat het toen zittende kabinet wilde: de zorg wordt beter als er meer concurrentie (marktwerking) is. De schaduwzijde van deze keuze is dat ook een ziekenhuis failliet kan raken, zoals nu heeft plaatsgevonden. Het zou geloofwaardiger zijn om dat te erkennen en geen spijt te hebben van de consequenties nu, maar van de keuzes die toen werden gemaakt.’
Nu is politiek niet mijn corebusiness, maar ik zag wel een bruggetje naar mijn verantwoordelijkheid: het opvoeden van ‘onze’ kinderen.
Toen ik op drieëntwintigjarige leeftijd vader werd, had ik een vrij rechtlijnig idee over hoe je een goede ouder bent. Nu zijn we zesendertig jaar verder en met de kennis van nu zeg ik: ‘Het had hier en daar wel wat flexibeler gekund.’ Daarover mogen de kinderen boos zijn of teleurgesteld en dat naar mij uitten. En mocht het zo zijn dat er van mijn kant een spijtbetuiging nodig is: ‘Dan heb ik spijt van mijn kortzichtige kijkwijze van toen in plaats van spijt om hun reactie nu.’
Terug naar de politiek, wat zou het goed zijn dat er spijt betuigd wordt over de keuze van marktwerking in de zorg. In plaats van spijt hebben over de consequenties; ontslagen werknemers, ronddolende patiënten, en niet te vergeten, de gevolgen voor de bevolking die in de omgeving van het ziekenhuis woont.
Erken toch je tekortschieten, dat is pas oprechte spijt. Misschien nog een keer goed om te zeggen: ‘Je geloofwaardigheid daalt niet als je fouten maakt, wel als je ze ontkent.’
Column 13: Vrijplaats
23-9-2019 t/m 29-9-2019
Recent sprak ik op een opvoedavond met als thema: ‘Ze geloven het wel?! En waar leg jij de klemtoon?’ Na de inleiding gingen de ouders/opvoeders met elkaar in gesprek aan de hand van vragen en stellingen. Deskundigheid uitwisselen, want de spreker is niet de enige deskundige. De laatste vijf minuten werden gebruikt om als groepje een advies of tip te bedenken en deze vervolgens te delen met de hele groep. Aan het eind van de avond ging iedereen met een inhoudsvolle ‘goodiebag’ naar huis.
Het is verrassend hoe creatief ouders zijn, prachtige adviezen kwamen langs. Een daarvan wil ik uitpakken. Iemand zei: ‘Wat zou het mooi zijn dat er, zoals hier in de (kerkelijke) gemeente, ook in onze gezinnen vrijplaatsen zijn!’ Ik dacht: huh, vrijplaatsen?
De tipgeefster: ‘Vrijplaatsen zijn plaatsen in de kerk waar mensen, als ze dat willen, kunnen gaan staan en hun nood, zorg, verdriet en vreugde delen. De gemeente is op de hoogte en er kan op gepaste wijze aandacht en zorg worden besteed aan de betreffende persoon. In ieder geval geen veroordeling, maar onvoorwaardelijke acceptatie als vertrekpunt.’
Vrijplaatsen in je gezin, een plekje waar je mag vertellen hoe je week was, waar je moeiten of je vreugden zitten. Een plekje voor kinderen en voor ouders, na bijvoorbeeld een maaltijd. Een plekje waar alles gezegd mag worden, niets is gek en alles is geoorloofd. Luisteren, doorvragen en uitdagen om het hele verhaal te vertellen. Echte aandacht, de basis voor hechte relaties.
‘Ja,’ zei iemand, ‘maar dan moet het wel veilig zijn!’ Dat klopt, kwetsbaarheid vraagt veiligheid. Als dat er is, dan wordt tegelijk, zonder gemeenschappelijk doel, weer echt samen, met een gemeenschappelijk doel!
Column 14: Wie ben jij als niemand kijkt?
30-9-2019 t/m 6-10-2019
De reclame en sociale media schreeuwen het elke dag: ‘Je moet fris en fruitig zijn, een carrièretijger, minstens een keer per week naar de fitness en als je opvoeder bent, wel graag een vlotte en toffe ouder.’
Als je niet oppast neemt deze waan je volledig in beslag en geeft het je onvrede, omdat de lat te hoog ligt.
In het vergelijken wordt je waarde bepaald door wat jij hebt en kunt, in plaats van wie je bent. In plaats van dat de ander je aanvulling is, wordt hij je concurrent. Je eigen gevoelens, wensen en gedachten neem je niet meer als vertrekpunt in het gesprek. Je reageert reactief, de omgeving bepaalt je kijk op jezelf en de waarde die jij jezelf geeft. Een grote voedingsbodem voor wantrouwen. Het is nooit goed genoeg, je wordt meegezogen in de moderne variant van slavernij: perfectionisme!
Dit plaatje van jezelf wordt ook zichtbaar en voelbaar in je omgeving. Wanneer jij niet lekker in je vel zit en een negatief beeld over jezelf hebt ontwikkeld, beïnvloedt dat de omgang met je vrienden, familie, collega’s, maar ook je kinderen.
Wat heeft jouw opvoedomgeving direct en indirect over jou gezegd en welke invloed heeft dat nu op jouw kijk op jezelf? Leef jij als een vrij mens of ga je nog steeds gebukt onder het juk van het moeten?
Maak ruimte, gun jezelf valruimte, durf ‘buiten de lijntjes te kleuren’, leef het leven. Geniet van wat je hebt, in plaats van ontevreden zijn over dat wat je mist. Stop met vergelijken. Jij bent jij en daar is er maar één van. Leef niet het leven van een ander, want dan gaan we jou missen!
Column 15: Uit de oude doos: Doe maar gewoon!
7-10-2019 t/m 13-10-2019
Elke vakantie kent zijn anekdotes. Deze lopen uiteen van dramatisch tot hilarisch. Vooral die van de laatste categorie zijn de moeite waard om te vertellen wanneer je weer thuis bent, ondersteund met foto’s of bewegende beelden. Ook ons gezin kent verschillende vakantieverhalen. Verhalen die alleen voor insiders leuk zijn en verhalen die de moeite waard zijn om te delen.
Ruim vijftien jaar geleden stonden wij als gezin op een minicamping in Biggekerke in Zeeland. Het contact met de buren verliep in eerste instantie moeizaam. Toen ze vijf jongens uit de auto zagen rollen, tussen de een en zestien jaar, zagen ze hun rustige vakantie al in duigen vallen. Na een week van voorzichtige omgang ‘smolt het ijs’. We dronken samen koffie en tot onze grote verrassing hadden we veel gemeenschappelijk.
De volgende ochtend kwam de betreffende buurman bij onze ontbijttafel staan en zei lachend: ‘Ik moet jullie iets vertellen. Ik heb gisteravond met een man hier op de camping gepraat, onder meer over het vaderschap. Voordat hij naar zijn tent terugkeerde, gaf ik hem nog een boekentip mee. Ik pakte mijn zaklantaarn en scheen op de voorkant van dat boek. Ik las de titel hardop: Vader zijn met hart en handen, geschreven door Bert Reinds.
Toen die man naar zijn tent ging dacht ik opeens; die schrijver is de man die naast ons staat. Helemaal verbaasd ben ik gaan slapen. Maar het mooiste komt nog, Bert, ik heb de afgelopen week regelmatig gedacht: die man, nu weet ik dat jij het bent, zit volgens mij niet zo lekker in zijn vel. Hij zou dit boek eens moeten lezen.’
En daar sta je dan. Achteraf moest ik, en vooral de andere gezinsleden, smakelijk lachen om dit verhaal. We zagen het maar als een gezonde dosis zelfspot die nodig is om niet hoogmoedig te worden. Misschien een idee om zo af en toe in de spiegel te kijken en jezelf een klein beetje toe te lachen. Het ontnuchtert, het is met recht: ‘Wie meent te staan, zie toe dat hij niet valle!’
Column 16: Niemand aan de kant!
14-10-2019 t/m 20-10-2019
In de krant las ik eens over een pretpark in het zuiden van Duitsland, Spieleland. Al binnen een paar jaar na de opening mocht het de miljoenste bezoeker welkom heten. Het succesgeheim is even eenvoudig als briljant: alle generaties zijn er welkom. Er zijn geen obstakels, het park kent geen eenzijdige aandacht voor snel en flitsend, er is geen reservebank voor overbodige gasten. Kortom: in Spieleland staat niemand aan de kant.
Ik droom van de dag waarop de wereld buiten dit park bij dit motto aanhaakt. Dat onze samenleving verandert in een plek waar mensen oog hebben voor elkaar, over de muren van generaties heen. Dat gemeenschappen, groot en klein, het heel vanzelfsprekend vinden dat elke leeftijdsgroep mag meedoen. Want iedereen is nodig. Niets is te min of te veel. Dit geldt niet alleen voor teams, bedrijven, organisaties en kerken, op deze manier komt de hele samenleving tot bloei. Verschillende generaties, met hun diverse mogelijkheden, ervaringen en talenten, houden het bedrijfsleven en de samenleving gezond.
Laat in je dagelijks leven zien dat elke generatie ertoe doet. Geef zelf het goede voorbeeld. Leer het ook je kinderen. Thuis leg je de basis waarop de samenleving verder bouwt. Stel de nieuwe generatie vragen over hun leefwereld. Motiveer ze om aandacht te hebben voor ouderen, door die bijvoorbeeld op te zoeken en naar ze te informeren.
Heb aandacht voor elkaars leefwereld. Dit is de belangrijkste voorwaarde voor verbondenheid. Over de grenzen van generaties heen kijken vraagt een grote bereidheid je blikveld te verruimen. Stel je open om van de wijsheid van je oudere collega te leren, van de ervaringen en vaardigheden die ze in hun leven hebben opgedaan. Prikkel ze andersom ook om te genieten van de mogelijkheden, de flexibiliteit en durf van de nieuwe generatie. Want als iedereen speelt staat niemand aan de kant.
Column 17: Wat lekker smaakt, vraagt naar meer
21-10-2019 t/m 27-10-2019
‘Elk gezinslid neemt, wanneer het hem of haar uitkomt, iets uit de pan. Schept zijn bord vol of haalt het uit de magnetron en zoekt een plek in huis, om vervolgens in z’n eentje te eten. Dat is handig, want je hebt geen ruzie aan tafel, je kan je laatste Whatsappberichtjes zonder gezeur lezen en je hoeft je favoriete serie niet te missen.’ Gaat het bij jullie ook zo?
Ik weet maar al te goed hoe ‘handig’ deze manier van eten is. Wanneer ik om een of andere reden later eet, merk ik het verschil met gezamenlijk eten. Ik hoef geen vragen te beantwoorden, ellenlange verhalen aan te horen of mijn tijd te verdoen met wachten op treuzelende eters. Ik ben binnen vijf minuten klaar en heb dan ook nog mijn mail gelezen! Pure tijdswinst!
Maar is deze manier van eten ook gezond voor de gezinskwaliteit? Is het niet zo dat juist door met elkaar aan tafel te zitten de gezinsgesprekken op gang komen? Dat juist een gezamenlijke maaltijd de mogelijkheid biedt om elkaar aandacht te geven en de activiteiten op elkaar af te stemmen? (Natuurlijk is het ook de plaats van ruzies, maar dat is ook contact.)
Aan de eettafel wordt gezinseenheid geoefend en persoonlijkheid gevormd. Je luistert naar elkaar en je stelt elkaar vragen. Door dit samenspel leert iedereen dat het leven niet alleen om hem draait! Stel vandaag nog een daad. Plan minimaal één moment in de week waarop jij als gezin samen eet en tijd neemt voor elkaar. Doe alles wat ruis veroorzaakt tijdens het samen zijn weg. Geef elk gezinslid ‘spreektijd’ die hij geheel op zijn eigen manier mag invullen.
Samen eten is veel meer dan de nodige voedingsstoffen naar binnen werken, het kan juist ook een sociaal gebeuren zijn. En je zult zien: wat lekker ‘smaakt’, vraagt naar meer.
Column 18: Rolmodel
28-10-2019 t/m 3-11-2019
In de Groene Amsterdammer stond een artikel over de problematiek in achterstandswijken. Pedagoog Inge van der Valk deed onder andere deze uitspraak: ‘Als de vader verdwijnt, heeft de moeder vaak nog weinig in te brengen tegen de jongetjes. En in arme, anonieme buurten is het dan heel moeilijk om tegenwicht te bieden tegen slechte vrienden. De afwezige vader is het grote probleem.’
Nathan de Vos komt in zijn boek ‘Man o man’ tot vergelijkbare conclusies en gaat nog een stapje verder. Hij schrijft dat het missen van de vader als rolmodel één van de redenen is waarom mannen vaker zelf een eind aan hun leven maken dan vrouwen.
Mijn tip: vaders, geef leiding aan je gezin, zonder de gezinsleden te frustreren. Mannen, laat je zien in de straat, op de sportvelden en in de kerk. Toon je onvoorwaardelijke liefde, want dat is uitgepakte genade. De vrucht van voorwaardelijk opvoeden is dat een kind zich ontwikkelt of als pleaser met een hoog aanpasgedrag, of als rebel die conflicteert met autoriteit. Beiden raken uiteindelijk de weg kwijt in de samenleving.
Neem tijd voor hen en leef als een voorbeeld met hen. Gun kinderen het maken van een fout, kinderen leren juist van fouten maken. Bespreek je ervaringen als vader eens met andere mannen/vaders, vertel elkaar de moeiten en de vreugden en de noodzaak van jouw aanwezigheid in de nieuwe generatie. Want alleen wat je aandacht geeft groeit.
Column 19: Spugen
4-11-2019 t/m 10-11-2019
Al ruim twintig jaar mag ik mijn kennis en vaardigheden inzetten voor ECM. Een zendingsorganisatie die zich richt op Europa. Gesprekken met nieuwe zendelingen, maar ook zorg verlenen in bestaande situaties, behoren tot de werkzaamheden.
Een keer in de twee jaar vindt er een internationale conferentie plaats. Veel zendelingen die namens ECM in Europa betrokken zijn komen daarnaartoe. Ervaringen worden gedeeld en middels diverse seminars wordt er gewerkt aan deskundigheidsbevordering.
Zo mocht ik ook een keer een seminar geven over het thema ‘echtheid in leiderschap’. Bij het voorbereiden kwam ik op het idee om het seminar met een ‘plaatje’ te beginnen. Ik kocht een zak met krijtjes (dropjes) om uit te delen. Uiteindelijk begint elke preek met het delen van pepermunt. Wat ik aan de zak toevoegde waren twee schoolbordkrijtjes, die zo geprepareerd waren dat ze leken op de snoepjes.
Bij de start van het seminar deelde ik de dropjes uit en vroeg de groep even te wachten met het snoepje in de mond te stoppen totdat eenieder was voorzien. Zo gezegd, zo gedaan. Op mijn teken gingen de dropjes in de mond en ondertussen hoopte ik dat mijn experiment lukte. En ja hoor, het duurde maar even en er stonden twee mannen op en spuugden het ‘snoepje’ uit. Ik vroeg hen wat ze deden. Hun reactie: ‘Het is geen snoepje, maar een schoolbordkrijtje!’
‘Maar,’ zei ik, ‘waarom stopte jullie het dan in de mond?’
Hun reactie: ‘Het leek erop!’
Het bruggetje naar het thema ‘echtheid in leiderschap’ was snel gemaakt. Het uitspugen van dat wat niet echt is geldt niet alleen voor snoepjes, maar ook voor de omgang tussen mensen. Als je niet echt bent, toneelstukjes opvoert, dan word je na verloop van tijd ‘uitgespuugd’.
Laat je binnenkant je buitenkant zijn: ‘Doe zo as ie zeggen, dan lieg ie niet.’
Column 20: Levenslang 5 december
11-11-2019 t/m 17-11-2019
Twee momenten in jouw leven liggen vast: je geboortedag en je sterfdag. De tijd tussen deze twee momenten is je levensweg. Je ontwikkelt je op die levensweg van kind naar volwassene en als je volwassen bent geworden mag je verder groeien in volwassenheid. Ontwikkelen doe je dus je hele leven, neem daarom de tijd.
Toen jij geboren werd was je nog, als een soort zipbestand, ‘ingepakt’. De buitenwacht kan er nog niet zoveel uit opmaken wie jij werkelijk bent. De voor jou liggende levensweg biedt de mogelijkheid eigenheid uit te pakken, jezelf zichtbaar te maken. Alles wat jij als kind, en later als volwassene, onderweg tegenkomt (school, studie, werk, vrienden, huwelijk, gezin, kerk, etc.) zijn leerplekken waarin jij de mogelijkheid krijgt om uitgepakt te worden: te laten zien wie jij bent! Je hebt dus mensen en activiteiten nodig om zichtbaar te worden en niet om iemand te worden, want je bent al iemand vanaf dat je in de buik van je moeder zat.
Die ‘uitpakplekken’ zijn geen doelen op zich, maar staan dus in dienst van het hogere doel: dat jij steeds meer zichtbaar wordt. Een vraag bij het zoeken naar een baan kan dan zijn: als ik daar ga werken, word ik dan uitgepakt of ingepakt? Voor een teamleider is een vraag vanuit dat uitpakidee: is de werksfeer in mijn team er eentje die eigenheid van teamleden zichtbaar maakt?
Hoe leef jij, als een mummie of als een uitgepakte? Laat je niet meer inpakken, mocht dat het geval zijn. Dus ook na 5 december blijven uitpakken. En voor opvoeders deze tip: een kind opvoeden is niet een vat vullen, maar een vlam ontsteken.
Column 21: De kool en de geit sparen?!
18-11-2019 t/m 24-11-2019
‘Wat wilt u drinken, thee of koffie?’ ‘Maakt niet uit.’
‘Gaan we met de fiets naar de sportschool of met de auto?’ ‘Zeg jij het maar.’
‘Eten we vanmiddag of vanavond warm?’ ‘Ik vind alles prima.’
‘We vieren eerste kerstdag dit jaar thuis.’ ‘Maar mijn ouders dan, wat zullen zij zeggen?’
Herkenbaar? Ik kom deze houding regelmatig tegen: keuzestress. Sommigen lijden er zo onder dat een burn-out onvermijdelijk lijkt. Hoe dat zit en hoe het anders kan, wil ik je laten zien aan de hand van twee stijlen van leven.
In deze leefstijl is de ander bepalend voor de richting die je gaat of de keuze die je maakt. Een voorbeeld: Thijs is psycholoog en heeft voor ‘s avonds met zijn vrouw een afspraak gemaakt om naar de bioscoop te gaan. Twee uur voor die afspraak gaat zijn telefoon. Hij kijkt en ziet dat het een cliënt is. Ze vraagt Thijs of hij ‘s avonds nog even tijd heeft. Thijs vindt dit lastig, want wat moet hij nu doen? Als hij ja zegt tegen zijn vrouw is de cliënt teleurgesteld, zegt hij ja tegen die cliënt is zijn vrouw teleurgesteld. Na een paar minuten wikken en wegen over de consequenties kiest Thijs voor de cliënt. In zijn ‘berekening’ lijdt hij dan de minste schade, denkt hij.
Deze stijl begint bij de vraag: wat zijn mijn wensen, behoeften, verlangens en verantwoordelijkheden? Die worden vervolgens als vertrekpunt in de keuzes bepalend. Vertaal dit naar het voorbeeld: Thijs vraag zich af wat hij belangrijk vindt. Thijs kiest uiteindelijk voor de afspraak met zijn vrouw. Hij vindt trouw zijn aan zijn vrouw het belangrijkst, ook al zal zijn cliënt teleurgesteld zijn. Tegen de cliënt zegt Thijs: ‘Vanavond ben ik niet beschikbaar, maar morgenmiddag heb ik nog wel een uurtje, dan kunt u langskomen.’
Niet aanpassen, maar afstemmen, want bij afstemmen behoud jij je eigenheid. Dat betekent eerst verbinding maken met jouw binnenkant om vervolgens verbinding te maken met de binnenkant van de ander. Dat vraagt duidelijkheid, grenzen stellen en niet bang zijn voor een conflict: nee is oké! Blijf oefenen, vooral in het klein dan gaat het in groot ook steeds beter.
Dus:
‘Wat wilt u drinken, thee of koffie?’ ‘Koffie.’
‘Gaan we met de fiets naar de sportschool of met de auto?’ ‘Fiets.’
‘Eten we vanmiddag of vanavond warm?’ ‘Vanavond.’
‘We vieren eerste kerstdag dit jaar thuis.’ ‘Mijn ouders zullen verrast zijn, maar het geeft hen de mogelijkheid om het ook eens anders te doen.’
Column 22: Klopt het wel wat jij zegt?
25-11-2019 t/m 1-12-2019
Ergens in een warm land hield een geliefde leraar iedere vrijdagmiddag een zeer gewaardeerd en drukbezocht college. Tijdens een van zijn colleges kwam een poesje het leslokaal binnen lopen. Het trippelde en dartelde heen en weer. Zo nu en dan sprong het op de lessenaar en leidde de aandacht van de leerlingen af. Dat ging een tijdje zo door, want het lukte de docent niet het dier op andere gedachten te brengen, tot grote hilariteit van de leerlingen. Gelukkig was er iemand op de voorste rij zo vriendelijk het dier buiten de deur te zetten. Dat hielp maar even, want de lesruimte had open vensters en de poes sprong opnieuw naar binnen. Poes naar buiten, poes naar binnen. De geliefde leraar hield de draad van zijn betoog niet meer vast en zijn kostbare waarheden vielen ter aarde. Toen kreeg hij een ingeving. Hij gaf opdracht de kleine ordeverstoorder met een lijntje te laten vastbinden aan een haak buiten, vlak bij de ingang. Dat hielp, ongehinderd kon nu de les voortgezet worden en eenieder kon genieten van het ‘voedsel’ dat hem werd voorgeschoteld.
Een week daarop vertoonde het dier zich opnieuw bij het leslokaal. Een ijverige leerling besloot eventuele nieuwe ordeverstoringen te voorkomen en het alvast vast te binden, met hetzelfde lijntje aan hetzelfde haakje. Dat ging uiteindelijk iedere week zo door. Telkens vertoonde de poes zich bij het lokaal en telkens werd het dier bij voorbaat al vastgebonden door een trouwe leerling. Iedereen raakte ermee vertrouwd dat er tijdens de colleges van de geliefde leraar een poes aan de haak zat. Op den duur wist men niet beter dan dat het zo hoorde. Echt waar, want toen het onvermijdelijke moment daar was dat het dier niet meer op kwam dagen, besloot de docent met zijn leerlingen een ander poesje te halen en hem vast te binden: zelfde haak, zelfde plaats.
De docent stierf. Er werd een opvolger gezocht, gevonden en aangesteld. Aan het begin van zijn eerste voordracht vroeg hij wat het vastbinden van de poes bij de ingang te betekenen had? Men gaf als antwoord dat ze het altijd al zo hadden gedaan. Zo ging het jaar in jaar uit, geen les zonder poes. De traditie was geboren.
Onder de volgende generatie leerlingen/docenten rees de vraag waarom dat zo nodig altijd moest. Maar in plaats van terug te gaan naar het begin, verschenen er geleerde verhandelingen over pedagogische en didactisch verantwoorde waarden om tijdens de lessen een poes aan een lijntje te hebben. Uiteraard verbonden met allerlei diepzinnige theorieën, die er helemaal niet over gingen, maar die er bij diepere beschouwing volgens hen toch mee te maken had. Daarna volgden de commentaren van een nieuwe generatie docenten. De traditie kon niet meer stuk. ‘We moesten toch vooral trouw blijven aan deze vorm?’ hielden sommige docenten elkaar en vooral de directie voor, vanwege de diepe waarheid die daarin opgesloten ligt. De school was er maar wat trots op en dacht of zei soms hardop: ‘Wat een verschil met andere scholen die dit inzicht niet hebben verkregen en die het moeten doen zonder een poes aan de haak’. En niemand ging meer terug naar de bron.
En wat doe jij?
Column 23: Aanvullen of aanvallen
2-12-2019 t/m 8-12-2019
Ontevreden zijn over jezelf kan een belangrijke bron van irritatie worden in je dagelijkse leven. De frustratie vertroebelt je objectiviteit, wat je denkt te zien is meer wat je denkt, dan wat je ziet. Er hoeft maar iets te gebeuren en je denken wordt bevestigd.
Het kan met van alles te maken hebben. Je haar wordt grijs of valt uit, je krijgt ouderdomsvlekken op je handen, je leefsituatie breekt je op nu de kinderen minder vaak een appèl op je doen. Jij kunt niet drie keer op vakantie en je vrienden wel. Je hebt last van een ‘ziekte’: jouw leven vergelijken met dat van anderen.
Dit kan ook op je werk spelen. Natuurlijk weet jij ook wel dat je geen dertig meer bent, maar het is wel een pijnlijke confrontatie wanneer je merkt dat denkprocessen trager verlopen, schakelen naar andere activiteiten minder soepel gaat en je collega eerst even naar die nieuwe, slimme, jonge collega gaat voor advies. Je flexibiliteit wordt minder en je jongere collega’s zien nergens tegen op. Terwijl zij strak in hun lichaam zitten wordt het effect van de zwaartekracht een werkelijkheid in het jouwe.
Het wordt heel lastig om in deze sfeer samen te werken en de meerwaarde van de verschillende generaties te erkennen. Want als je waarde wordt bepaald door wat je hebt en kunt, wordt je collega bij het ouder worden jouw concurrent. Er ontstaat, als je niet oppast, een kloof in je jongere team en de werkvreugde neemt af.
Stop met vergelijken. Het maakt namelijk jaloers, faalangstig of arrogant. Leef en eet gezond, maar weet ook dat je geen dertig meer bent. Kijk eens wat vaker in de spiegel en neem jezelf dan maar wat minder serieus, dan krijgen je collega’s misschien ook weer meer ruimte. Geniet van het enthousiasme van de nieuwe generatie collega’s, gun ze ruimte voor nieuwe inzichten. Denk aanvullend en wees de stabiele factor voor de momenten als ze stuiteren en het ook niet goed weten. Erken dat een goede mix van verschillende generaties juist het team gezond houdt, je hebt elkaar nodig. En misschien is deze gedachte wel de beste bestrijding van het vergelijkvirus: kennis verzamel je op school, wijsheid komt met de levensjaren.
Column 24: I have a dream
9-12-2019 t/m 15-12-2019
In een nacht in 1984 werd ik verward wakker. Ik had gedroomd, maar niet zomaar een droom. Het leek heel concreet, echt. Ik had zoiets nog niet eerder meegemaakt en terugkijkend daarna ook nooit meer.
Ik droomde dat ik op een podium stond met medestudenten om ons diploma te ontvangen. De examencoördinator verwelkomde de geslaagden, de genodigden en de examencommissie. Vervolgens deelde hij mee dat deze groep studenten naast hun handtekening, ook een spreuk of wens op hun diploma mochten zetten.
Wat een ‘verrassing’, maar wat schrijf je dan op? De raderen draaiden en tegelijk werden de eerste geslaagden naar voren geroepen. Gelukkig kreeg ik bedenktijd, de R van Reinds komt achteraan.
Ik was aan de beurt: ‘Bert Reinds, kom maar naar voren’. Ik liep naar hem toe ontving mijn diploma. Hij vroeg mij: ‘Bert, wat wil jij als ‘extraatje’ op je diploma schrijven?’ Ik wist het en zonder verder na te denken riep ik uit: ‘De vreze des Heren is het begin van alle wijsheid!’ De zaal lachte mij uit, de examencoördinator hield zich in en uit fatsoen vroeg hij wat ik daarmee bedoelde? Ik wachtte tot het weer stil werd en legde uit: ‘Mijn visie is dat ik in de toekomst mensen persoonlijk, in relaties, in gezinnen en in kerken zo wil beïnvloeden, dat ze een leven gaan leiden waarin steeds meer zichtbaar wordt hoe God hen als man of vrouw bedoeld heeft.’
Ik was nog niet uitgesproken en ik werd wakker. Wat was dit? Moest ik hier waarde aan hechten? Ik was vierentwintig jaar, tweedejaars van een mbo-opleiding, net twee jaar getrouwd en vader van een zoon.
Nu vierendertig jaar later, soms terugkijkend op mijn leven, ontdek ik: I had a dream, en deze is de afgelopen vierendertig jaar uitgekomen.
De meeste dromen zijn bedrog, maar soms … Soms komen dromen uit. Wat is jouw droom?
Column 25: Als ik dat had geweten …
16-12-2019 t/m 22-12-2019
De afgelopen vierentwintig uur hebben Willemien en ik twee begrafenissen bijgewoond.
Pittig, confronterend met de eindigheid, maar ook leerzaam, ik heb opnieuw een rijke les geleerd.
Bij elke begrafenis of crematie is er wel iemand die de overledene herdenkt: In Memoriam. Een van de familieleden of vrienden gaat in vogelvlucht het leven van de overledene langs. Hoogtepunten en dieptepunten worden uitgelicht, soms wordt de geschiedenis iets mooier voorgehouden dan het in werkelijkheid was. Maar vaak hebben de nabestaanden wel de moed om het hele verhaal te vertellen. En wat kom je dan ‘opeens’ veel te weten, wat ga je ‘opeens’ iemand zijn gedrag, houding, leven begrijpen. En je denkt: had ik dit maar geweten, dan …
Wat is er veel verdriet verstopt in de geschiedenis, veel onmacht gecamoufleerd en eenzaamheid gecompenseerd. En ja, soms was er wel even die onverwachtse uitbarsting die je niet goed begreep of het verstikkende gevoel bij een te lange zwijgperiode, maar uit fatsoen of geen zin aan gedoe liet je de ander maar even, je vroeg niet door. Maar bij zo’n In Memoriam denk je: had ik dit maar wel gedaan.
Terwijl ik naar die indrukwekkende, eerlijke verhalen zit te luisteren en mijn emoties maar gewoon de ruimte geef, denk ik: laten we als generaties elkaar toch eerder vertellen hoe de geschiedenis er uit heeft gezien. Zodat we bij leven meer begrip voor elkaars gedrag kunnen opbrengen waardoor we als generaties voor elkaar van betekenis kunnen zijn voordat we de laatste adem uitblazen.
Je kan dus meer weten door te vragen: ‘Papa, mama, opa, oma, vertel eens van vroeger?’ De antwoorden uit hun geschiedenis maken het leven in jouw tijd rijker. Zoek ze op, laat ze hun jeugdherinneringen vertellen en jij krijgt beter zicht op jezelf en wellicht geeft het een helende werking voor de niet bedoelde wonden, die je hebt opgelopen door de geschiedenis heen.
Column 26: Zelfingenomenheid, omgekeerde angst voor afwijzing
23-12-2019 t/m 29-12-2019
Jij komt ze vast wel eens tegen: betweterige mensen. Nee, ik bedoel niet mensen zoals de schrijver van dit boek, maar mensen die arrogant, eigengereid, zichzelf verhogen ten koste van de ander, zelfvoldaan en verwaand gedrag laten zien.
Als iemand in jouw omgeving dit laat zien, irriteer je er dan niet aan. Het zijn vaak gekwetste mensen. Ze zijn in hun leven één of meerdere keren afgewezen en dat doet pijn. Ze zijn, als overleving, stekels gaan ontwikkelen, want stekels houden mensen op een afstand.
Wees je bewust van die mogelijk onderliggende angst voor afwijzing en de ingepakte pijn die hij/zij in het verleden heeft opgedaan. Zoek allereerst verbinding en op een later moment de waarheid. De waarheid is nodig, begrijp me goed. Het gaat om de volgorde: eerste liefde en dan waarheid. Toon respect voor de persoon en laat zien dat gelijk willen hebben niet je hoogste prioriteit in je leven is.
Column 27: Hopeful Forever
30-12-2019 t/m 5-1-2020
3 Januari 1968, 01.30 uur.
Het was midden in de nacht. Ik werd wakker van het licht op de overloop. Waarom brandde er licht? Het was toch nacht? Daar moest ik meer van weten.
Zachtjes kroop ik uit mijn bed en sloop naar de slaapkamer van mijn ouders. Wat vreemd, ook daar brandde het licht. Bij het openen van de slaapkamerdeur hoorde ik huilende mensen. Tot mijn verbazing zag ik dat niet mijn vader naast mijn moeder lag, maar mijn oma.
Ik vroeg: ‘Waar is papa en wat doet oma in jullie bed?’ Mijn moeder riep me bij zich en sloeg een arm om me heen. ‘Luister, jongen,’ zei ze, ‘papa is naar de hemel, hij is vannacht gestorven.’ Veel vragen had ik opeens. Al was ik dan nog maar zeven jaar, ik begreep dat dat niet best was. Ik kan me niet meer herinneren wat ik toen gedaan heb. Ik ben, geloof ik, weer naar bed gegaan, niet wetend dat dit verlies verstrekkende gevolgen zou hebben voor mijn ontwikkeling als man en als vader.
In zo’n week trekt het litteken meer dan in andere weken van het jaar.‘Gelukkig’ is het de pijn die verwijst naar een herstelde wond, maar het blijft pijn. Vijftig jaar vaderloos en toch zo veel genieten van het vaderschap en voor vaders van betekenis mogen zijn. Ik kan niet anders concluderen dan dat in mijn leven traumatranen worden omgezet in vreugdebronnen.
Ik noem een paar van die vreugdebronnen rondom het vaderschap: als persoon ben ik gekend door de Vader, ik ben vader van vijf zonen, ondertussen schoonvader van vier prachtige schoondochters en grootvader van vier kleinkinderen. Al meer dan twintig jaar mag ik schrijven en spreken over het vaderschap, met als hoogtepunt viermaal per jaar genieten in de Ardennen met de 4e Musketier en vele vaders met hun tieners.
Geen hopeloos einde maar een eindeloze hoop.
Of om met de woorden van het muzieknummer, dat tijdens het tv-programma van Andries Knevel werd gedraaid en zijn wenkbrauwen deed fronsen vanwege de heavy stijl, te spreken: ‘Hopeful Forever’.
Column 28: Goede voornemens
6-1-2020 t/m 12-1-2020
Bij de jaarwisseling hebben velen de gewoonte voornemens met elkaar te delen. Tijdens de evaluatie van het jaar dat achter hen ligt, ontdekken ze een kloof tussen wenselijkheid en werkelijkheid. Goede voornemens spreken dan ook de wens uit die kloof in het nieuwe jaar wat kleiner te krijgen. Niet alleen je hart moet kloppen, maar ook je leven!
Ik wil mijn voornemens graag met je delen en jij mag me eraan herinneren wanneer ik deze voornemens niet nakom, want standpunten die niet geworteld zijn in de praktijk van het leven zijn holle vaten.
Mijn voornemens: ‘Ik wil alleen doen wat de vrede ten goede komt. Gelijk hebben is niet mijn doel. Daarom wil ik steeds het beste voor en in de ander zoeken. Ik wil in mijn spreken vriendelijk en verstandig zijn en ik streef ernaar iedereen een goed antwoord te geven. Want een passend antwoord maakt de spreker blij en vriendelijke uitspraken zijn als een honingraat, zoet voor het verstand en medicijn voor het gebeente van de toehoorder.’
Spierballengeblaat? Ik denk het niet. Wanneer ik terugkijk op ‘oude jaar’ is me één ding duidelijk; ik kan het niet, maar ik geloof wel dat Hij dit voornemen wil uitwerken in mijn dagelijks leven! Indien ik bereid ben te erkennen dat ik zonder Hem niets kan doen wat van eeuwigheidswaarde is, en tevens de werken ga doen die Hij dagelijks voor me klaarlegt in plaats van anderen, dan gaat het gebeuren.
Ik wens jou veel uitpakruimte, zodat steeds meer zichtbaar mag worden wie je al bent.
Column 29: Het beste voor je kind
13-1-2020 t/m 19-1-2020
Laat jij je ook gemakkelijk meeslepen door een sfeer van het najagen van spullen? Ben jij ook zo druk met jouw weldoortimmerd huis, met het uitzoeken van de nieuwste kleding, geobsedeerd door de laatste ontwikkelingen op het gebied van sociale media-apparatuur? Druk met het verzamelen en onderhouden van het aardse kapitaal? Ook het opvoeden is met dit virus besmet geraakt.
Ouders die zich drukker maken om de welvaart van hun kind, dan om het welzijn van hun hart. Kinderen worden projecten die de waarde van hun ouders moet opkrikken. Zij moeten de gemiste kansen van hun ouders rechtzetten. Kijk maar eens langs de lijn van het voetbalveld. Je vraagt je soms werkelijk af waarom of voor wie zoonlief of dochterlief voetbalt. Vraag leerkrachten in het basisonderwijs maar eens naar de ‘gezellige’ gesprekken met ouders naar aanleiding van de Cito-toetsuitslag van hun kind, die toch een beetje tegenvalt: ‘Het ligt meestal aan de test of omstandigheden, want hun kind kan toch zeker naar de havo!’. Begrijpelijk, je wilt toch het beste uit het kind halen? Maar wat is het beste dan en voor wie is dat dan het beste?
Ik wil jou, namens de kinderen, een paar vragen voorleggen. Ze helpen wellicht bij het vinden van het juiste perspectief bij de vraag: wat is het beste voor het kind?
Bedankt, namens de kinderen.
Column 30: Onthaasten
20-1-2020 t/m 26-1-2020
Ze stonden druk te praten voor de deur, twee echtgenoten met opvoedingsproblemen. In verband daarmee hadden zij een afspraak gemaakt. Toen hij binnen was stak meneer gelijk van wal: ‘Wij hebben een ingewikkelde zoon, al vijf jaar terroriseert hij ons gezin en nu zijn we het zat. Kunt u ons vertellen wat we moeten doen? Er moet nú iets gebeuren!’
Even moest ik mijn tong afbijten, ik had de neiging hem te vragen: ‘Moet ik het inpakken of eet u het hier op!’
Alles moet snel, het liefst vandaag. De maaltijden zijn kant-en-klaar, je kunt daardoor snel eten en weer snel van tafel, als je die tafel al tegenkomt. Het speelgoed wordt steeds efficiënter, het is af. Je kunt er niks mee, maar je hebt het wel, handig hè? Met je digitale camera maak je honderden foto’s die je vervolgens ook weer weggooit of ergens op je computer in een bestandje opslaat en vervolgens nooit meer bekijkt. Heel handig, want je hoeft niet meer te wachten op een goed moment om een foto te maken en ook niet meer op het ontwikkelen en afdrukken van je filmpje.
In de omgang met onze kinderen willen we ook graag tips die de problemen het liefst vandaag nog oplossen. Wanneer de relatie niet zo lekker loopt wordt een therapeut gezocht, die op korte termijn succes boekt. Het bevallen moet snel en het sterfbed moet ook maar niet te lang duren. Het liefst willen we dat het dagelijkse leven weer snel wordt opgepakt.
Maar wat is eigenlijk het doel van snel? In dat licht moest ik denken aan een uitspraak van de opa van mijn vrouw: ‘Je kunt later niet zien hoe lang je erover gedaan hebt, maar wel hoe het is geworden.’ Dat is een herwaardering van het woord onthaasten.
Column 31: Vrijheid of vrijblijvendheid
27-1-2020 t/m 2-2-2020
We zijn overtuigd van de noodzaak om aan kinderen (en volwassenen) grenzen te stellen. Ze geven vorm en ruimte, zekerheid en betrouwbaarheid. Maar grenzen prikkelen ook! In de loop der jaren hebben deskundigen zich gebogen over de vraag of en zo ja, welke grenzen we aan onze kinderen moeten stellen. Dat veroorzaakte regelmatig accentverschuivingen in de opvoedingstheorieën. Maar elke theorie kent zijn schaduwzijde, zoals blijkt uit onderstaand verhaal:
In een supermarkt stonden mensen in de rij voor de kassa. Een oudere man was zijn boodschappen aan het afrekenen. Terwijl hij dat deed botste een meisje telkens met een kar tegen zijn hielen. De man vroeg aan de moeder om haar dochtertje daarmee te laten stoppen, maar haar reactie was: ‘Nee, dat doe ik niet, want ik geef haar een vrije opvoeding.’ Het werd even stil. Een punker die achter deze moeder en dochter stond, maakte zijn pak vla open, goot de inhoud over het hoofd van het meisje en zei: ‘Tja, ik heb óók een vrije opvoeding gehad!’ (Sommigen zeggen dat het een broodje-aap verhaal is. Maakt niet uit, de boodschap lijkt me helder.)
We weten dat grenzen stellen nodig is en toch hebben we de neiging onze kinderen ‘vrij’ te laten. Als ouder wil je dat de buitenwereld jou ziet als een goede ouder en dat je kind jou aardig vindt. Maar daarin schuilt het grote gevaar, dat we ons laten leiden door wat anderen van ons vinden, door angst … Ik moet denken aan een ervaring tijdens een bezoek aan vrienden. Ik vroeg mijn zoon of hij met mes en vork wilde gaan eten. Zijn reactie: ‘Dat hoeft anders nooit.’ Omdat ik door hem niet voor gek gezet wil worden, loop ik het risico zijn niet wenselijke gedrag de volgende keer maar te laten gebeuren. Dan maar liever even geen grens aangeven! Waardoor laat jij je leiden bij het stellen van grenzen?
Column 32:Dit mag nooit weer gebeuren!
3-2-2020 t/m 9-2-2020
En weer werd er een leidinggevende van een school op non-actief gesteld. De reden was: pedagogisch wanbeleid. Dit keer geen seksueel misbruik, maar kinderen die emotioneel worden verwaarloosd. Dat kan natuurlijk niet, hoewel ik wel eens denk aan hoeveel ouders zich op deze manier gedragen en wel mogen doorgaan. Maar goed, zorg voor andermans kinderen ligt toch anders. Wat me dan verbaast is de roep van het volk: ‘Dit mag nooit weer gebeuren’. Natuurlijk zou je dat wensen en vooral verwachten als je ervan uit gaat dat de mens steeds ‘beschaafder’ wordt, maar de praktijk laat keer op keer een andere werkelijkheid zien. Naast de zonzijde heeft de mens/samenleving ook een schaduwzijde.
Niet alleen bij wantoestanden op scholen wordt dit geroepen, ook in andere samenlevingssituaties. Ik noem er twee:
Uit deze voorbeelden trek je de conclusie dat de mens beperkt is, faalt, fouten maakt. En dat gegeven vindt hijn de omgeving heel vervelend. Het roept gevoelens van boosheid en teleurstelling op, het geeft een machteloos gevoel en de angst dat het leven toch niet zo maakbaar is als men predikt. De mens probeert weer grip op de situatie te krijgen en spreekt zichzelf moed in met de uitspraak: dit mag nooit weer gebeuren! Realistisch? Nee! Omarm de/jouw schaduwzijde, streef naar het hoogst haalbare, maar blaas niet zo hoog van de toren als het mis gaat, alsof jij perfect bent. Misschien ontstaat er dan meer ruimte voor troost en herstel in plaats van groeiende verbittering, verharding of Calimero-gedrag. Blijf realistisch: alle dagen zon geeft een hele grote zandbak.
Column 33: Hallo allemaal …
12-2-2020 t/m 16-2-2020
Ik weet bijna zeker dat jij bij het lezen van deze kop het zinnetje hebt afgemaakt met de woorden: wat fijn dat je er bent. Het is een gevleugelde uitspraak van Juf Ank uit de Luizenmoeder, een populaire tv-serie.
En misschien denk je nu, moet hij daarover ook nog iets zeggen, het krijgt al zoveel aandacht.
Ja, ik wil er ook iets over zeggen, maar niet zozeer over de inhoud van het programma, het (grof) taalgebruik, de reële of irreële weerspiegeling van de werkelijkheid. Het gaat mij om het fragment dat juf Ank een tien minuten gesprek heeft met de moeder van Floor, Hannah, waarbij de vader van Floor en zijn nieuwe vriendin erbij zitten en zo af en toe ook wat zeggen.
Er heerst een gespannen sfeer tijdens deze ontmoeting waarin Hannah haar zorg uitspreekt en vader en vriendin het tegenovergestelde beweren. Je ziet juf Ank aan de kook raken en opeens uit het niets dient ze vader en zijn vriendin van repliek.
Vanuit haar hart in plaats vanuit haar door protocollen bestierde hoofd. Vader loopt met vriendin boos weg en de moeder kijkt juf Ank aan en zegt: ‘Bedankt!’ Geweldig toch?
De fans van protocollen, procedures, professionaliteit en de pedagogen die na hun studie niet meer de studeerkamer zijn uitgekomen, vinden dit niks: dit kan echt niet, onverantwoord!
Nu wil ik deze discussie maar even geen aandacht geven, wat ik wel kwijt wil is dit: wat zou het verfrissend, verhelderend en verbindend zijn als we eens wat vaker vanuit ons hart spreken, in plaats van door angst gestuurde, politiek correcte antwoorden te geven. Antwoorden die de persoon aan de andere kant van de tafel op een afstand houdt, zodat jij in ieder geval niet geraakt wordt. Natuurlijk kan het dan gaan knetteren, maar je weet wel weer wat je aan elkaar hebt. Laten we eens ophouden de schone schijn te spelen. Als jij zit te kijken naar dat fragment, dan zou jij toch ook die vader met zijn nieuwe vriendin over de tafel willen trekken?
Dus Juf Ank, wat je deed vind ik niet gek, maar heel bijzonder.
Column 34: Echt liefhebben is hard werken
17-2-2020 t/m 23-2-2020
Wanneer jij op straat of op je werk iemand de vraag stelt: ‘Wat versta jij onder liefde?’ is de kans groot antwoorden te krijgen als: aardig zijn voor elkaar, geen ruzie maken, liefde is rood, liefde doet een oogje dicht.
En oké, deze antwoorden kloppen, maar is daar alles mee gezegd? Kent liefde ook nog een andere kant waar we minder snel over praten, een confronterende, corrigerende kant?
Een klein ‘testje’:
Ingewikkeld, hè?
Ik kwam er in ieder geval achter dat mijn idee over liefde geüpdatet moest worden. Ik ervoer dat ik de neiging heb de confronterende, corrigerende kant van liefde te omzeilen. Strategisch toegepaste liefde, bang voor de confrontatie/afwijzing, ik kon geen andere conclusie trekken.
Ik wil voor het hele pakket gaan en daar heb ik moed voor nodig. Als de liefde op deze complete wijze wordt toegepast is het niet meer soft, dan is liefhebben topsport. Deze liefde heeft geen behoefte aan witte voetjes halen, maar gaat ook voor recht en durft het conflict aan te gaan. Natuurlijk wordt het dan even niet zo gezellig of nog een ‘enger’ woord: fijn. Welkom in de echte wereld.
In mijn kast staat een boek met de titel: ‘De fijngrens voorbij’. Het hele pakket liefde is de fijngrens voorbij, die heeft ook het schuren er wel voor over. Deze liefde weet dat als ik op jouw tenen sta, ben ik wel dichtbij!
Dus knuffel, kus, omarm, wees aardig en indien nodig, confronteer en corrigeer. Want dan alleen toon je echte betrokkenheid!
Column 35: Champions League
24-2-2019 t/m 1-3-2020
Per maand rijd ik zo’n vier keer ‘s avonds, rond half twaalf, naar het Isalaziekenhuis in Zwolle. Mijn vrouw heeft dan een avonddienst en omdat een van de andere huisgenoten de auto ook in die tijd nodig heeft, wordt ze gebracht en gehaald.
’s Avonds rond half twaalf gaat de telefoon of krijg ik een appje met de boodschap: ‘Nog even overdragen en dan ga ik naar beneden omkleden.’ Ik heb dan nog voldoende tijd om van Hattem naar Zwolle te rijden, ongeveer tien minuten. Gisteravond was weer zo’n ophaalmoment.
Ik rijd het parkeerterrein op en zet mijn auto op de plek van de taxi. Terwijl ik daar sta ‘stroomt’ het ziekenhuis leeg. Verpleegkundigen, alleen of in groepjes, op weg naar hun fiets of auto. Helden die hun ziel en zaligheid geven voor de ander. Hun handen om te verbinden, hun oren om te luisteren, hun ogen om te zien en hun kennis om herstel te bevorderen.
Hun dienst zit er weer op. Acht tot negen uur knetterhard werken. Jezelf wegcijferen en in de hectiek wel bij de les blijven, zodat je adequaat kan handelen in acute stress momenten. Wat een baan. Ik zie een enkeling een sigaret opsteken, weer anderen zie ik iets eten: een appel of boterham. Hebben ze geen pauze gehad?
Terwijl ik in de auto zit vraag ik me af: wat hebben ze vanavond weer gezien, gehoord, gevoeld, gedacht en wie heeft hen ook vandaag weer gezegd hoe geweldig werk ze verrichten? Ik moest opeens denken aan de discussie van de afgelopen week over het upgraden van salarissen. De een krijgt 50% meer en de ander 1,7% en dat was rechtvaardig, want de een werkte in de Jupiler League en de ander in de Eredivisie. Maar hoe zit dat dan met mensen die werken in de Champions League? Want ik kan je vertellen, dat is het niveau waar verpleegkundigen in werken.
Oh, er wordt op het raampje van de autodeur geklopt, ze is klaar en wil naar huis. Soms zijn de ritjes naar huis stil en komt het gesprek pas thuis op gang, onder het genot van een hapje en drankje dat klaar staat voor ‘ons’ moment. Want dat is mijn bescheiden blijk van waardering aan ‘mijn’ Champions League-speler.
Column 36: De show must go on!
2-3-2020 t/m 8-3-2020
Verdoofd zit ze thuis. Haar man belde vanaf zijn werk. Hij was kort van stof: ‘Ik kom niet meer terug!’ Onlangs werd een jonge moeder begraven. Opnieuw bleef er iemand achter die geamputeerd verder moest.
In hun ‘nieuwe status’ komen ze weer onder de mensen. Daar is het leven ondertussen gewoon doorgegaan. De tegenstrijdige gevoelens zijn tot op het bot te voelen. Je wilt de mensen wel toeschreeuwen, ze wakker schudden om te vertellen wat er in je leven is gebeurd. Maar je twijfelt, want je weet ook uit ervaring dat je als ‘zielig’ beschouwd kunt worden en zó wil je niet behandeld worden. Als mensen je zielig vinden, hebben ze je als het ware al opgegeven of gaan ze boven je staan.
Met dat grote gemis, verscheurde gevoel en intense verdriet, omdat je als container aan de dijk bent gezet, moet jij als achtergebleven ouder de draad van het (gezins)leven weer oppakken. Een ouder beschreef het als volgt:
‘Nu ik alleen verder moet, betekent het dat ik alles wat de kinderen aangaat, zelf moet oppakken; een heel georganiseer. Ik bedoel ik heb ook nog mijn werk, want ja, door deze situatie zijn mijn financiële mogelijkheden enorm beperkt geworden, dus ik moet wel iets. Ik heb mijn verdriet, maar tegelijk moet ik verstandig zijn en verantwoord opvoeden. En dan heb ik het nog niet eens over de aandacht die ik moet schenken aan het verdriet van de kinderen. Ik kom daar nauwelijks aan toe, heb daar vaak ook geen moed voor en geen zin in. Ik voel me verscheurd en heb de neiging me op de praktische zorg voor de kinderen te storten, zodat zíj goed terechtkomen. Maar wat blijft er voor mij over? Ik ben óók verdrietig!’
Wij staan erbij en kijken ernaar. Wat ervaren deze mensen van jou? Laten we zichtbaar en merkbaar betrokken met hen en hun kinderen zijn. Biedt jouw handen, tijd en huis aan. Het helpt om samen met hen te eten of de kinderen eens bij je te laten logeren, zodat hij of zij even een weekend voor zichzelf heeft. De situatie verandert er niet door, maar de last wordt wel even als lichter ervaren.
Column 37: Over de datum
9-3-2020 t/m 15-3-2020
Als supermarkt zorg je ervoor dat houdbaarheidsgevoelige artikelen snel worden verkocht. Een oplossing om dit te realiseren is om op deze artikelen korting stickers te plakken en deze in het rek met afgeprijsde artikelen te leggen.
Niet alleen consumptieartikelen krijgen zo’n sticker, mensen ook. Mensen die naar de rand van de samenleving worden geduwd. Zij die in het rek van de afgeprijsde artikelen komen te liggen, mensen die voor anderen (bijna) over de datum zijn. Een paar voorbeelden van wie er dan zoal in een dergelijk rek liggen:
Karel, hij is 55 jaar en al twee jaar werkloos. Bij elke sollicitatie krijgt hij hetzelfde te horen: te oud!
Tischa is niet blank, ze noemen haar ‘zwarte’ en wanneer er op haar afdeling iets misgaat, is zij meestal de eerste verdachte.
Koen moet je drie keer iets uitleggen. Tijdens de pauze maken ze grapjes om hem; ze noemen hem Dombo!
Martin is een creatieve en gevoelige man, maar hij durft zijn creativiteit nauwelijks te laten zien, want dan roepen ze: ‘Hé homo’ of ‘mietje!’
Charlotte’s relatie is gestopt, maar niemand is geïnteresseerd in haar verdriet, ze vinden haar een zeur, een aandachtstrekker.
Amir zit al een half jaar in het AZC. Zijn familie is uitgemoord en hij is op de vlucht. Wel rot voor hem, maar, zeggen velen, het blijft een vluchteling, een gelukszoeker.
Marjan is klokkenluider binnen een christelijke organisatie. Bij het ontbloten van de machtsstructuur wordt haar rebellie en opstand tegen Gods gezag verweten.
En jij, ben je ook zo’n diagnosticus, houd jij ook zo van stickers plakken, zodat eenieder die anders is of doet op een voor jouw veilige (professionele) afstand blijft?
Ik hoorde een keer het volgende verhaal van een man: ‘In mij zijn twee honden dagelijks met elkaar in gevecht, een zwarte en een witte hond.’ De man stopt met zijn verhaal. Het blijft even stil totdat iemand opstaat en vraagt: ‘En welke hond wint er dan?’ De verteller gaf een verrassend antwoord: ‘De hond die het meeste te eten krijgt!’
Door welk ‘voedsel’ laat jij je leiden? Waarmee vul jij je ziel? Want dat bepaalt je houding en je gedrag.
Eet ‘smakelijk’.
Column 38: Mag het wat kosten?
16-3-2020 t/m 22-3-2020
Een van mijn werkzaamheden is advies en inhoud geven aan de member-care (zorg voor zendelingen) van de zendingsorganisatie ECM-Nederland. Een zendingsorganisatie die zich richt op Europa. In deze rol heb ik regelmatig gesprekken met de organisatie en hun zendelingen.
Omdat ik komende week een aantal dagen op de tweejaarlijkse conferentie van ECM in Spanje ben, wil ik voor een keertje aandacht geven aan deze beïnvloeders. Ik wil het met jou hebben over een onderwerp waar ze zelf liever niet over praten: geld.
Zendelingen aan het woord: ‘Wij moesten terug van het zendingsveld, omdat er niet voldoende geld binnen kwam.’ ‘Wanneer er foto of videomateriaal naar Nederland gaat doen we onze kinderen geen merkkleding aan, we hebben daarover al eens een opmerking gehad: ‘Wat doen jullie met ons geld, kunnen die kleren niet goedkoper gekocht worden!’ ‘Soms word ik wel eens verdrietig dat onze kinderen met de afdankertjes uit Nederland moeten rondlopen.’ ‘Tijdens ons verlof kregen we van een broeder de opmerking waarom we niet even langs kwamen, uiteindelijk gaf hij elke maand een fiks bedrag ter ondersteuning.’
De zendeling hoeft toch geen stress te hebben door geldzorgen, ze hebben al voldoende andere stressfactoren. Wanneer je start met geven houdt dat dan vol, want er ontstaan verwachtingen. Wanneer jij geld geeft is het niet meer van jou. Ik bedoel, de zendeling staat niet bij jou in het krijt. Stop niet met geven als je geen geboortekaartje krijgt of als ze niet langs komen wanneer ze met verlof zijn. En zijn de succesverhalen schaars, houdt vol!
Zending is meer dan een paar mooie foto’s in de kerk ophangen en daarmee indruk willen maken. Als jij iets met zendelingen hebt, mogen zij dan op je rekenen, zodat ze uit kunnen blijven gaan en hun missie kunnen blijven uitvoeren met een beetje minder stress?
Namens hen alvast bedankt.
Column 39: Je bent jong en je moet wat!
23-3-2020 t/m 29-3-2020
Nog niet zo lang geleden riep een omroep: ‘Je bent jong en je wilt wat’, dat is sluipend veranderd in: ‘Je bent jong en je moet wat’. Je moet jong en succesvol zijn. Opgefokt door hoge targets moet je als jong professional hoog scoren, vernieuwend en verfrissend zijn, vooral niet burgerlijk. Detacheringsbureaus maken je lekker met een grote worst. En als je langer dan twee jaar bij dezelfde baas blijft krijg je een gat in je CV.
Maar wacht eens even. We scoren als Nederland op de ladder van meest tevreden en gelukkige wereldburgers een plek in de top tien. Tegelijk zijn we met een miljoen eenzaam, depressief, suïcidaal? We doen iets niet goed.
Is het de economische druk die ons opzweept? Of de welvaart die eist in plaats van dient? Is het de eilandencultuur die niet meer weet om te gaan met verschillen en de mensen uit elkaar drijft, waardoor je ook alles alleen moet doen. Leuk hoor die quote: ‘Jij kunt het verschil maken, je hebt de kans, grijp hem.’ Maar als het niet lukt ben jij de Sjaak: het is namelijk je eigen schuld.
Met wie of wat zijn we nog verbonden, door wie of wat laat jij je leiden en waar gaat dat naar toe? Wat ik in ieder geval van een Benedictijnse monnik heb geleerd is dit: ‘Neem dagelijks je tuinmoment, een moment van contemplatie.’
Een paar voorbeelden: half uurtje per dag mijmeren, de tuin doen, drie keer per week een maaltijd bereiden voor je huisgenoten, een wandeling maken in het bos of gewoon niks doen, helemaal niks, in een stoel zitten, een uiltje knappen, muziek maken met je vrienden, muziek luisteren terwijl je op de bank ligt. Opnieuw inhoud geven aan het woord onthaasten, want ik krijg de indruk dat we het kwijt zijn! Door te onthaasten krijgt het fundament onder je leven de kans te harden, zodat het bouwsel daarop niet bij de eerste beste tegenslag omvalt. Wortelen wordt het nieuwe onthaasten!
Column 40: Emotionele hongersnood
30-3-2020 t/m 6-4-2020
‘Een samenleving die lijdt aan een chronisch gebrek, aan meeleven, creëert een voedingsbodem voor een emotionele hongersnood. De veiligheid om kwetsbaar te zijn neemt af, groei en ontwikkeling stagneert, want kwetsbaarheid is de bedding voor innovatie en creativiteit!’
Het geweld van de laatste tijd laat zien dat veiligheid niet zo vanzelfsprekend is. De recente aanslagen brengen, naast de actuele angst, ook weggestopte gedachten van onveiligheid van andere gebeurtenissen naar de oppervlakte van de ziel.
Sommigen omschrijven het als: ‘Afwezigheid van een oorlog, gevaar, dreiging.’ Maar volgens mij is dit te eenzijdig. Veiligheid heeft zeker ook te maken met het ervaren van verbondenheid. De afwezigheid van verbondenheid zet mij op een emotioneel eiland, waarbij ik vaak niet verder kom dan een opgepoetste, opgeblazen buitenkant met als grote angst door de mand te vallen, dat ik niet perfect ben! Resultaat: een oppervlakkig leven!
Welke weg bewandel jij?
Mag jij van jezelf falen, fouten maken, tekortschieten, verdrietig, bang of onzeker zijn? Mag een ander in je leven meekijken? Als je verbindingsgebrek niet doorbreekt stagneert je ontwikkeling, de schaamte voor het falen maakt je onzichtbaar, creativiteit en innovatie blijven een schaars goed in je ontwikkelpakket.
Er is ook een andere weg: het doorbreken van de stilte, het afleggen van de slavernij van het perfectionisme, de weg van de verbinding aangaan waarop je teleurstelling, boosheid en verdriet kunt delen, de weg van risico’s nemen, de weg van proefondervindelijk leren. Het is een koninklijke weg van kwetsbaarheid. Kwetsbaarheid maakt verbinding. Kwetsbaarheid is een teken van kracht. Door je kwetsbaar op te stellen laat je zien dat je niet bang bent, dat je rechtop durft te gaan staan, dat niet de ander bepalend is in je leven.
Als we echt willen ontwikkelen, groeien en zichtbaar worden wie we al zijn, is kwetsbaarheid de ‘stoere’ weg!
Column 41: Hechten is risicovol
7-4-2020 t/m 13-4-2020
Toen ik zeven jaar oud was overleed mijn vader en voordat ik de middelbare school bereikte waren mijn beide opa’s overleden. Langzamerhand ontstond de gedachte dat ik maar beter van niemand kan houden, want alles waarvan ik houd ‘vertrekt’.
Al op jonge leeftijd ontdekte ik dat je verbinden aan iets of iemand een groot risico met zich meebrengt, namelijk de kans dat je het weer verliest. Daarom bleef ik lang in mijn leven bij eenieder op een afstandje, ik was een toeschouwer in het leven.
Het ging zelfs zover dat ik het slecht kon verdragen als bijvoorbeeld Willemien, mijn vrouw, met een ander danste, ook al was het een bekende. Ik weet me nog een bruiloft te herinneren waar zij op een gegeven moment danste met haar broer en dat er een angst in me op kwam die zo heftig was, dat ik naar het toilet vertrok en daar wachtte tot de muziek stopte en het dansen over was.
Dat is natuurlijk ongezond. Gelukkig is daar verandering in gekomen. Hulp van ‘boven’ en ‘beneden’ maakte dat vertrouwen groeide. Ik ontdekte dat de groei in Gods vertrouwen mijn zelfvertrouwen op een gezonde manier in balans bracht en dat er zelfs moed ontstond waardoor ik risico’s durfde te nemen.
Een ervan was het samen op dansles gaan, een lang gekoesterde wens van Willemien. De angst was natuurlijk groot: stel dat ze met een ander gaat dansen en ik geen kant op kan? We zijn wel gegaan, als oefening, misschien valt het mee.
Tot mijn grote verbazing werd het tegenovergestelde werkelijkheid. Ik vond het heel leuk en wanneer Willemien met een ander danste, dacht ik: wat mag jij blij zijn dat je met mijn vrouw mag dansen. Angst maakte plaats voor vertrouwen.
Vertrouwen dat iemand niet zo maar vertrekt, maar ook het vertrouwen dat als ik verlies lijd, ik niet om kom maar staande blijf. Hechten is risicovol, of het nu een huisdier, een partner, een kind of een baan is, maar je doet jezelf en je omgeving te kort als je toeschouwer blijft in jouw leven.
Column 42: We drinken een glas, doen een plas en alles blijft zoals het was!
13-4-2020 t/m 19-4-2020
Toen Kaïn ter verantwoording werd geroepen, omdat hij zijn broer Abel had vermoord, was zijn reactie: ‘Ben ik mijn broeders hoeder?’
Deze in mijn ogen onverschillige houding kom ik ook vandaag tegen. Alleen niet met deze bewoording. Een kleine ‘nuance’, namelijk: we moeten elkaar in onze waarde laten!
Dat klinkt natuurlijk heel humaan, maar is het ook werkelijk zo bedoeld? Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het regelmatig diezelfde onverschilligheid als bron heeft.
We hebben geen zin in gedoe, ruzie, wrijving, confrontatie. Stel dat je echt moet gaan nadenken over de zin van het leven, of tot de conclusie komt dat jouw waarheid toch niet zo waar blijkt te zijn. Wat dat betreft zou het liedje Jij in jouw klein hoekje en ik in het mijn, prima passen bij deze houding.
Maar onverschilligheid is veel afstandelijker dan de confrontatie aangaan! Het tegenovergestelde van liefde is geen haat, maar onverschilligheid. Als je het risico aangaat vind je de ander in ieder geval de moeite waard, waarom doe je het anders?
Ik bedoel niet respectloos met elkaar omgaan, maar vanuit de verbinding dat spannende gesprek aangaan, stoppen met politiek correcte antwoorden geven en formeel afstandelijk gedrag. Bevraag elkaar, vragen over het leven, relaties, zingeving, geldbesteding, eetgedrag, tv-kijken en muziekluisteren, omgang met collega’s of geloofsleven. Gooi die (nieuwe) heilige huisjes omver!
Laten we elkaar weer op een ‘kinderlijk’ naïeve manier aanspreken, zonder verborgen agenda’s of dubbele bodems. Elkaar weer eens wat vaker op de tenen gaan staan.
Het grote voordeel is dat je dan heel dichtbij bij elkaar bent, dus de ander goed in beeld krijgt en dat is toch wat we allemaal willen: gezien worden?!
Column 43: It giet oan
20-4-2020 t/m 26-4-2020
Terwijl ik dit opschrijf zit Pinksteren 2018, en twee dagen Opwekking, er bijna op. Wat heb ik genoten van een bomvolle tent tijdens mijn seminar met het thema: ‘Het beste voor je kind’. En wat voelde het daverende applaus na afloop als een verfrissende douche.
Met verbazing heb ik gekeken en geluisterd naar het koor van meer dan zestig duizend mensen, die in de brandende zon, hun longen uit hun lijf zongen. Ik ben opnieuw onder de indruk van de creativiteit en de inventiviteit van organisaties die steeds weer zoeken naar nieuwe wegen om het evangelie onder de aandacht te brengen. Toch is dit alles niet wat de meeste indruk op mij heeft gemaakt.
Zondagmiddag, eerste pinksterdag, zit ik in de ontmoetingstent van de medewerkers te eten. Ik heb mijn bord gevuld met boontjes, een bal gehakt en wat gebakken aardappelen en ga aan een tafel zitten. Ik zit niet alleen, er komt een moeder met twee kinderen bij ons zitten. Nadat we ons hadden voorgesteld zegt de moeder tegen haar dochter: ‘Dat is toevallig dat jij nu naast Bert Reinds zit, kan je hem gelijk vragen hoe je orthopedagoog wordt.’
Wat was het geval? Moeder: ‘Vanochtend hadden wij als gezin overleg gehad over welke bijeenkomsten de volgende dag bezocht zouden gaan worden. Onze dochter van twaalf kwam met haar wens op de proppen: ‘Ik kan naar het kinderprogramma gaan of naar de grote samenkomst, maar ik kan ook naar Bert Reinds, want ik lees in het programmaboekje dat hij orthopedagoog is en dat wil ik later ook worden.’
Het meisje zit me aandachtig aan te kijken in de verwachting dat ik iets ga vertellen. Ik voel me meer gevlijd dan bij het applaus na afloop van het seminar. Dit is me in dertig jaar spreken nog nooit overkomen. Mijn dag kan niet meer stuk. En last but not least wil deze jonge ‘fan’ ook nog met mij op de foto. We hebben gepraat en afgesproken: ‘Vanaf nu gaan we elk jaar, wanneer we elkaar op Opwekking tegenkomen, zeggen: weet je nog van toen?’ ‘Dat is goed,’ zei ze.
De nieuwe generatie staat klaar en is bereid om te leren! Als de oude generatie het nu maar wil zien en bereid is langzamerhand het stokje door te geven en zelf een stapje opzij te doen. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst.
Column 44: Niet welke ziekte maar wie heeft een ziekte?
27-4-2020 t/m 3-5-2020
Deze column is van mijn vrouw. Ik vind hem zo de moeite waard dat hij een plekje krijgt in dit boek.
Maar wat hebben we hieraan als gebruikers van en werkers in de zorg?
We vierden recent de verjaardag van Florence Nightingale, de beroemde verpleegkundige die meer dan honderd jaar geleden verpleegde en op haar manier al bezig was om patronen te ontdekken, verbeterplannen in te voeren en gehoor te vinden voor haar ideeën. Om de dag van de verpleging te vieren werden er symposia en festiviteiten georganiseerd, naast het vele #applausvoordezorg dat klonk van andere beroepsgroepen (zoals politie, Pieter Derks, artsen). Ik verzorgde zelf een gastles op het mbo Hoornbeek in Apeldoorn, met als titel: Passie voor zorg. En ik werd door onze Isala-VAR (Verpleegkundige Adviesraad) getrakteerd op een lezing door Prof. dr. Marieke Schuurmans, hoogleraar Verplegingswetenschappen en adviseur Zorg van de minister van Zorg en Welzijn, over verpleegkundig leiderschap. Het momenteel heersende thema ‘en hoe verder’ kwam beide keren ruim aan bod. Ik vond het inspirerend en confronterend, maar ook spannend, want niemand kent de toekomst. Want wat is verpleegkundig leiderschap als je naar de toekomst kijkt?
Maar wat hebben we hieraan als gebruikers van en werkers in de zorg?
De constante factor is steeds de menselijke maat. We willen geen eenheidsworst zijn, noch als zorgverlener noch als patiënt. Prachtige plannen, protocollen, richtlijnen en afspraken, maar de verhalen die het nieuws halen zijn die van de mensen die tussen wal en schip raken, die niet in een vakje of procedure passen. De enige zekerheid is de afwijking op het gemiddelde, want de gemiddelde patiënt of verpleegkundige bestaat niet. Een mens is meer dan zijn lichaam. Zijn psychologische, sociaal-culturele, spirituele kanten en geschiedenis verdienen evenveel aandacht, omdat die mede de mate van gezond dan wel ziek zijn bepalen. De recente definitie ‘gezondheid’ volgens Huber is dan ook: ‘Gezondheid is het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven’. Mooie variant die ik hierop hoorde: ‘Het maakt niet uit welke ziekte, maar wie de ziekte heeft …’ En ook: ‘Ziek zijn of worden is het gevolg van aanleg, omgeving en gedrag.’
Maar wat hebben we hieraan als gebruikers van en werkers in de zorg?
Waar verplegen vaak lijkt ‘wat doe ik en hoe’, mag de belangrijke waaromvraag niet ontbreken. Waarom kiezen we voor deze behandeling? Wat gaat dat voor u betekenen? Heeft u de inspanning ervoor over, voor het te verwachten resultaat? Wat is het alternatief? Wat kunnen we aan complicaties verwachten in uw specifieke situatie? Hoe kunnen wij en u ze voorkomen? Wie bent u eigenlijk, wat is uw verhaal?
Zeker met het oog op de grote groep ouderen die eraan komt mag er meer aandacht komen voor de eigen regie. Maar wie is waar verantwoordelijk voor? Zullen we het daarom meer hebben over de vragen: waar heeft u last van, wat is uw doel of wens voor de tijd die rest, wat heeft u eerder gedaan in een soortgelijke situatie en wat heeft u nodig om uw doel te bereiken en wie of wat kan daarbij helpen?
Voor mij en mijn collega’s (en voor eenieder in een andere beroepsgroep) geldt in dat licht, waarom doe ik de dingen die ik doe en wie is ermee gediend? Blijven we ons verwonderen, nemen we verantwoordelijkheid en zijn we bereid te veranderen? Zien we de mens achter de diagnose? Dat blijkt de remedie te zijn om weerbaar te blijven, je handhaven in het werk op de lange termijn door op je deskundigheid te vertrouwen, integer te blijven en op je verantwoordelijkheid aangesproken willen worden. Maar ook in de bres springen voor ‘je patiënten’, altijd een weg vinden om goed te doen, weten wat je waarden zijn en je mogelijkheden ten volle benutten.
Daar hebben we wat aan als gebruikers van en werkers in de zorg!
Column 45: Nu even niet
4-5-2020 t/m 10-5-2020
‘Suzanne, heb je die mail al verstuurd?’
‘Nee, dat doe ik morgen.’
‘Joris, heb je de trainer gebeld en gezegd dat je zaterdag niet de kinderen naar de voetbal kan rijden?’
‘Nee, dat doe ik straks.’
Uitstellen, omdat we even geen zin hebben, belangrijkere dingen hebben te doen of denken dat er een betere tijd komt!
Maar stel: je besluit een Muskathlon voor de 4e Musketier in Oeganda te lopen. Als voorbereiding ga je naar de runnershop. In de winkel aangekomen raak je helemaal vol van dat wat je ziet. Je vraagt naar loopschoenen, je laat je goed voorlichten en koopt de voor jou ideale loopschoenen. Daarna ga je verder en zoekt en vindt een ademend, vederlicht trainingspak. Bestendig tegen alle weertypen, in de voorbereiding zal het aan de spullen niet liggen.
Iedereen in je omgeving is ervan op de hoogte: jij gaat de Muskathlon lopen. Het rode shirt heb je al eens aan, je bent begonnen met de sponsoring en nu de training. Je hebt een route uitgestippeld en dan ga je, zoals je hebt gepland, elke ochtend om 6.00 uur eruit en lopen.
Je hebt een pittig maar goed opgebouwd schema gemaakt. Voorzichtig begin je met twee kilometer en probeert de afstand uit te bouwen. De eerste ochtend gaat lekker, maar na drie ochtenden neemt het enthousiasme wat af, je komt maar met moeite uit je bed. En de vierde ochtend merk je bij het wakker worden dat het regent. Je denkt: vandaag even niet. En zo vind je steeds vaker een excuus om niet te gaan lopen. Uiteindelijk wordt er geen Muskathlon gelopen.
Je kunt alles voor elkaar hebben, alles goed doorberekend hebben, maar wanneer je vervalt in een geest van uitstellen bereik je je doel niet. Dat geldt niet alleen voor jouw lichamelijke conditie, maar ook voor jouw geestelijke en psychische conditie. Wanneer jij uitstelt word jij vatbaar voor de ‘ziekte’ van zinloosheid en doelloosheid!
Driekwart van onze plannen komen niet uit omdat we ze niet doen. Dus begin al vroeg de houding van uitstel uit te bannen, ga de strijd met de weerstand aan en je wordt een topper! En als je volhardt krijg je vast ook de motiverende ervaring voor een nieuwe ‘hobbel’, die ik regelmatig opdoe met het naar de sportschool gaan: vooraf geen zin, achteraf nooit spijt!
Column 46: Waarom werk jij?
11-5-2020 t/m 17-5-2020
Nog niet zolang geleden las ik een boek over het leven van voetbaltrainer Foppe de Haan. Bij het lezen moest ik regelmatig glimlachen om de anekdotes die hij op en rondom het voetbalveld heeft beleefd. Bij eentje moest ik zelfs hardop lachen.
De spelers hebben hun trainingsronde gedaan, zich gedoucht en zijn naar huis gegaan. Foppe komt de kleedkamer binnen en ziet tot zijn grote ontsteltenis dat zijn team de kleedkamer als een vuilnisbelt heeft achtergelaten. Overal ligt zand en gras, zelfs tegen de muur is gras gegooid. Terwijl Foppe in de deuropening staat hoort hij de stem van de schoonmaakster: ‘Zal ik het maar even schoonmaken?’ Foppe: ‘Nee, ik ga de jongens morgen een lesje leren, laat alles maar liggen.’ En hij knipoogde naar de vrouw.
De volgende dag is er consternatie in de betreffende kleedkamer. Foppe loopt ernaar toe om te kijken wat er speelt. ‘Wat is er aan de hand, jongens?’ De spelers: ‘Moet u eens kijken wat een grote bende het hier is trainer, kunnen die schoonmakers niet beter hun werk doen?’
Foppe: ‘Jongens ga eens even zitten, ik wil jullie wat vragen: wie heeft jullie geleerd dat jullie werk meer is dan dat van de schoonmaakster? Dat je andere mensen voor je karretje kunt spannen? Is dat niet een beetje arrogant? Weten jullie wel dat als de schoonmaakster, en met haar vele anderen hier op de club, haar werk niet doet jullie jullie werk niet kunnen doen?’
Het was doodstil, de meeste spelers kijken wat naar de grond. Maar Foppe gaat door: ‘Daarom heb ik tegen de schoonmaakster gezegd “Laat de troep maar liggen” en zeg ik nu tegen jullie “Maak jullie kleedkamer schoon en zodra dat klaar is komen jullie naar het veld. Tevens kopen jullie een bos bloemen voor de schoonmaakster, als dank voor haar dagelijkse inzet.”’
Waarom zijn we toch de waardigheid van dat we iets mogen doen gaan verleggen naar wat we doen? Simpel gezegd, onze waarde verleggen van persoon naar prestatie?
Als je je waarde kent als mens doet het er toch niet meer zoveel toe wat en hoeveel uur je dat doet, als het maar bij je past?
Soms vragen mensen aan mij hoeveel uur per week ik werk. Ik antwoord dan: ‘Ik sta ’s morgens op en ik ga ’s avonds naar bed. Tussen deze twee momenten leef ik en sommigen noemen dat werk.’ Voor mij is werken geen bittere noodzaak, maar een kenmerk van menselijke waardigheid. En als we met z’n allen dat principe meer gaan omarmen, groeit de eenheid in elk bedrijf, club, kerk en samenleving, juist door de verscheidenheid.
Column 47: Buitenspelen!
18-5-2020 t/m 24-5-2020
‘Kinderen moeten meer buiten spelen. Ze zitten teveel achter de computer. Dat schaadt hun gezondheid. Op deze manier worden ze afgestompte ‘spekkies’. Dus vaders en moeders, haal ze erachter vandaan en stuur ze de straat op.’ Tot zover de deskundigen.
Op zich ben ik het eens met deze gedachte, maar ik zie tegelijk ook de beperking. Ga maar eens met een bal op straat staan en je ontdekt dat er weinig kan. De eerste vraag die zich voordoet is: Waar kan ik spelen?
Er is te weinig ruimte. Elke vierkante meter is planologisch zorgvuldig ingevuld, want de grond is duur. Een trapveldje of speeltuin inplannen is een kostbare keuze. Er wordt daarom weinig rekening gehouden met de vraag: Wat heeft een kind aan ruimte nodig. Oké, tussen de huizen is er een gelikt speeltuintje gepland. Maar is dat niet een beetje karig? Vooral als de deskundigen zeggen dat alle kinderen de straat op moeten, ook als ze acht jaar en ouder zijn?
De tweede vraag die zich voordoet is: Wat mag ik spelen? Deze vraag heeft te maken met de buurt. De ruimte die de bewoners in hun hart hebben voor het spelen van kinderen. Want een bal tegen hun Alfa of Omega (bijbels verantwoord wagenpark) is een doodzonde. Dus wordt er al snel geroepen: ‘Ga maar ergens anders spelen!’
Ook aan de tuin zijn we verknocht. Als je de folders een beetje volgt zie je dat de tuin het verlengstuk van de woonkamer wordt. Volgens laatste trends ingericht, nog net niet omlijnt met prikkeldraad. Maar als er een tennisballetje in de tuin komt reageren de bewoners geprikkeld.
Oké, in het idee dat kinderen meer buiten moeten spelen kan ik me vinden. Maar om het plan te realiseren is meer nodig dan roepen en schrijven van artikelen. Kinderen hebben ook ruimte nodig. Ruimte op straat en ruimte in het hart van de buurt. Want één ding weet ik zeker, de kinderen hebben niet genoeg aan één wipkip op tien vierkante meter.
Column 48: Ter lering en ter vermaak: vakantiestress
25-5-2020 t/m 31-5-2020
Soms kan de stress aan het begin van de vakantie de kop opsteken. Alweer heel wat jaren geleden gingen we met het gezin voor een fietsvakantie naar Ameland. De auto bleef in Friesland staan en wij met de fiets naar Hollum. Om dit te realiseren moest er wel wat geregeld worden, onder andere een fietskarretje. Hoe krijg je anders je spullen op de plaats van bestemming?
We hadden alles goed geregeld, althans dat dacht ik. Het was zaterdagmorgen, de dag van vertrek, de buurt stond op straat om ons uit te zwaaien. Zittend in de auto keken we elkaar aan en stelden nog een keer de vraag: ‘Hebben we alles bij ons?’ Ik wierp een blik over mijn schouder en zei: ‘Ja.’
Willemien nog een keer: ‘Echt?’
Ik had eigenlijk geen zin meer om nog een keer te kijken en zei met ‘overtuiging’: ‘Ja, echt!’
Daar gingen we, afgeladen reden we de straat uit, de zwaaiende buren achter ons latend. Na een half uur te hebben gereden, vijftig kilometer van huis, vroeg een van de kinderen: ‘Papa, we hadden toch een fietskarretje geleend?’
Ik zei: ‘Ja, wat dan?’
‘Nou, die staat nog in de schuur.’
Het werd stil in de auto. In eerste instantie geloofde ik het niet. Ik had toch alles gecheckt? Ik besloot toch maar even te stoppen. Neeee, mijn zoon had gelijk!
Dus diezelfde vijftig kilometer weer terug.
‘Gelukkig’ was het in Hattem gaan regenen en was iedereen naar binnengegaan. We stopten een beetje uit het zicht van de buren, haalden het karretje en snel weer weg voordat er iemand vragen ging stellen.
Onderweg naar Hollum dacht ik: had ik maar beter op Willemien afgestemd.
Mijn les toen, maar ook zeker nu we zonder kinderen op vakantie gaan: laten we vooral samen op vakantie gaan in plaats van tegelijk, en dat begint op de oprit van je huis!
Column 49: Papa, zeg me dat ik er toe doe in je leven
1-6-2020 t/m 7-6-2020
Het komende weekend mag ik weer naar de Ardennen voor het vader-dochter weekend van de 4e Musketier. Ondanks dat ik het niet zo handig heb gepland, zondag Vaderdag en mijn trouwdag, heb ik er wel weer heel veel zin in (Ik kom zondag wel eerder terug, haha).
Als aanloop vast een column voor vaders over een thema dat zeker ook aan de orde komt.
In een gesprek kwam op een gegeven moment het onderwerp seksualiteit in de opvoeding aan de orde.
Een vader zei: ‘Ik wil mijn dochter vanaf het begin van haar leven laten weten dat ze mooi is, zodat straks wanneer ze de puberteit ingaat, ze niet een knieval maakt voor het eerste beste vriendje dat zegt: ik vind je leuk. Mijn gezond applaus heeft voor straks een preventieve werking.’
Tijdens een groot onderzoek onder tieners naar seksuele intimidatie via de sociale media, is gebleken dat dochters die een betrokken relatie met hun vader hebben, aanzienlijk minder geconfronteerd worden met seksueel en verbaal geweld via de sociale media, dan dochters die geen betrokken relatie met hun vader hebben.
Een wijkagent uit Utrecht vertelt in een gesprek over vaderschap het volgende: ‘Steeds vaker worden wij in ons corps geconfronteerd met breezersletjes, meisjes onder de dertien jaar die voor een breezertje hun kleren uit doen. Uiteraard verschillen de meiden van karakter, maar in één ding is er een overeenkomst: ze hebben allen een emotioneel afwezige vader!’
Drie voorbeelden die laten zien dat een betrokken vader-dochter relatie een gezonde beschermende werking heeft op de seksuele ontwikkeling en het seksuele gedrag van hun dochter. De aanwezigheid en betrokkenheid van vaders, in het dagelijks leven van hun dochter, maakt de kans aanzienlijk groter dat zij:
Vaders, wat een kans! Dus ga de verbinding aan met je (ook ouder wordende) dochter, deel je leven met haar. Onderneem zo af en toe eens wat. Vertel haar hoe belangrijk jij haar vindt en laat merken dat zij in jouw ogen bijzonder is.
Column 50: Heilige verontwaardiging
8-6-2020 t/m 14-6-2020
Raakt het jou nog wanneer jij verhalen hoort of leest over de ellende die kinderen wereldwijd treft? Kun jij nog emotieloos de beelden verdragen van kinderen die, schaars gekleed, over de vuilnisbelt lopen om daar wat voedsel te zoeken? Kinderen die de hele dag rondstruinen met een zak op de rug, zoekend naar plastic, in de hoop een paar dollarcent te kunnen verdienen.
Kun jij je voorstellen dat de nood in een gezin zo hoog is dat vader of moeder ‘s morgens tegen hun kind zegt: ‘Ga vandaag maar naar de parkeerplaats waar vrachtwagens staan, misschien kun je daar voor een paar dollar seks hebben met mannen.’ Nee, toch? Maar het gebeurt wel, op grote schaal zelfs. Misselijk makende verhalen voor ons, voor hen de dagelijkse werkelijkheid en de manier om wat eten te krijgen voor het gezin, want het alternatief is dat iedereen sterft van de honger. Ik hoor het verhaal over honger en armoede. Elke zes seconden sterft er een kind aan ondervoeding, elke minuut elf kinderen, elk uur zeshonderd, elke dag vijftien duizend, elk jaar 5,6 miljoen. Wat een ellende, wat is het uit de hand gelopen.
Dat de liefde in deze wereld verkilt lijkt me duidelijk. In deze verkilling blijft het onze opdracht naast het zoeken van het Gods koninkrijk, ook zijn gerechtigheid vorm te geven. Beide opdrachten zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Ik wil graag een heilige verontwaardiging in jou wakker maken, mocht dat nog niet aanwezig zijn, zodat jij blijft zoeken naar mogelijkheden in jouw omgeving om een bijdrage te leveren in het praktisch maken van dat jagen naar gerechtigheid en het bestrijden van armoede. Verdiep je in deze problematiek, laat je informeren door organisaties die zich bekommeren om de allerkleinsten van deze aarde. Ik denk aan Compassion, Red een kind, Dorcas, International Justice Mission, A21, OpenDoors. Zet het op jouw huisagenda, op de agenda van jouw kerk. Denk bijvoorbeeld na over jouw koopgedrag en eetgedrag. Laten we niet over de rug van de allerkleinsten ons leven verfraaien.
Column 51: Snel, snel, snel
15-6-2020 t/m 21-6-2020
Het is mijn innerlijke aanjager! Het heeft me op mooie plekken gebracht en veel waardering opgeleverd. Ik kreeg geweldige opdrachten en ik werd in de positie gesteld uitdagende klussen uit te voeren en toch: ik ben er wel klaar mee! De warmte van de afgelopen periode en het ‘gedwongen-niets-doen’ heeft me op dit punt gebracht.
Wanneer ik iemand meeneem naar een voetbalwedstrijd zeg ik vlak voor het laatste fluitsignaal: ‘Als hij blaast snel het stadion uit, snel naar de auto, dan rijden we voor de drukte uit en zijn we snel op de snelweg en kunnen snel naar huis.’ Resultaat: tien minuten eerder thuis.
Willemien, mijn vrouw, zegt regelmatig bij het eten van haar eerste boterham: ‘Heb jij er alweer twee op, proef je eigenlijk wel wat je eet?’
En wie denk je dat bij het avondeten heeft gewonnen? Juist ja, ik, en het wachten op de rest vergroot de verleiding om toch nog even (stiekem) op mijn iPhone te kijken. Resultaat: een afwezige tafelheer.
Oh, wat geniet ik ervan als mensen zeggen dat ik zo snel reageer op hun mail of als ik een artikel moet aanleveren: ‘Waren alle respondenten maar zo snel.’ Heerlijk dit applaus. Hoewel ik ook vaak nog wel wat correctiemailtjes er achteraan moet sturen omdat ik achteraf fouten ontdek. Resultaat: slordigheid in communiceren.
Het duurde zeker een paar weken, warmte. Boekje lezen, bank hangen, Tour kijken, water drinken en vooral niet veel doen. Ik voelde mij een bejaarde die de dagen uitzit en tegelijk die gedachten: wat een ontevreden mens ben ik toch, geniet van de rust!
Deze lange periode van contemplatie heeft me duidelijk gemaakt dat te veel snel, te veel hoofd wordt en te weinig hart, teveel product en te weinig proces, teveel moeten en te weinig genieten, teveel de race en te weinig de reis. Conclusie: ik ga langer wachten met reageren op mail en andere vragen. Misschien moet je even wennen, maar het komt de kwaliteit vast ten goede. Ik wil meer genieten van de boterham, de aardappel en vooral het gezelschap aan tafel. En dit jaar, als ik weer regelmatig bij mijn favoriete clubje ben, ren ik niet meer zo snel weg en laat ik het resultaat landen! Dat is in de nieuwe Keuken Kampioen Divisie op zich al een hele klus.
Op naar het nieuwe schooljaar, aangemoedigd door de boodschap van Herman Finkers: ‘Kalm’an en rap een beetje!’
Column 52: Een moeder kan (bijna) alles
22-6-2020 t/m 28-6-2020
Een risicovolle onderneming, om als vader iets te schrijven over moeders. Toch ben ik de uitdaging aangegaan. Als hetgeen je leest schuurt, denk dan niet direct: ‘Ach ja, een man’, maar geef jezelf wat ruimte om het te laten landen, je kind zal er blij mee zijn.
Laat ik maar gelijk van wal steken: ‘Een moeder kan (bijna) alles’. Ik las ergens een CV van een moeder: Ze is trooster, zangeres van slaapliederen, voorbeeld, richtingwijzer, extern geheugen, leugendetector, reserve lerares, coach, snottebellenvanger, wekker, pinautomaat, bemiddelaar, taxichauffeur en politieagente.
Als vader word ik daar stil van en in die stilte ontdek ik ook dat ze één ding niet is: vader! Dat kan natuurlijk ook niet, want ze is een vrouw. En over dat ‘tekort’ wil ik het met jou hebben. Want je zal als moeder maar op een of andere manier geconfronteerd zijn met dit ‘tekort’. Hoe doe je dat als moeder?
Ik heb mijn moeder zien worstelen om moeder en vader te zijn, maar dat werd een ‘mission impossible’ (ik was zeven jaar toen mijn vader overleed). Dat lukte niet, sterker nog, ik vond het als kind naar als ze zei: ‘Ik wil een moeder en een vader zijn!’ Want met deze goedbedoelde uitspraak ontkende ze zijn afwezigheid en wat dat voor mij betekende.
Daar wordt een kind dus niet mee geholpen. Als je man is overleden, geef je kind dan de ruimte om zijn verdriet te mogen hebben en gun hem zijn eigen leven en pijn. Je hoeft niet de pijnstiller te zijn. Geef papa een plek in het gesprek en in het gezin. En wanneer de kinderen groter worden, verwacht dan geen compensatie of spaargedrag van je kind naar jou, ook zij zijn niet jouw pijnstiller. Zoek de verbinding met je eigen generatie voor troost en advies.
Misschien ben je gescheiden, spreek dan met respect over de vader van je kinderen. Wanneer jij slecht praat over je (ex)partner, bestaat de kans dat jouw kind op termijn gaat twijfelen of hij wel oké is, want het is wel zijn vader! Kinderen willen en kunnen niet kiezen tegen hun eigen vlees en bloed. Maak het ze daarom ook niet onnodig moeilijk. Breng ze niet in een loyaliteitsconflict.
Moeder, doe vooral dat waar je heel goed in bent. En wat betreft het ‘gaatje in je CV’ is het goed om te kijken of er een oom, leraar, trainer, jeugdleider of een ander manfiguur dat ontbrekende stukje gedeeltelijk en gebrekkig kan invullen.
En voor de mannen die deze column lezen dit: ik hoop dat jij ook oog hebt voor de ‘vaderloze’ kinderen. Het verlicht de zorgtaak van moeders een beetje en het kind ervaart dat het ook bij een man in beeld is. Want uiteindelijk wil elk kind ervaren dat het in beeld is: IK ZIE JE! Dat weerspiegelt de Vader met een hoofdletter: bij Hem is iedereen in beeld.
Column 53: Gewoon, het nieuwe bijzonder
29-6-2020 t/m 5-7-2020
De afgelopen anderhalve week ben ik bij drie voorstellingen geweest die op hun eigen manier, eenzelfde boodschap hadden
De eerste voorstelling was de musical van een van onze kleinkinderen.
Een gewone supermarkt waarin iedereen ‘gewoon’ samenwerkt, de klant aandacht krijgt, waar spullen geruild kunnen worden als de klant een ‘vergissing’ heeft gemaakt. De supermarkt valt op in het ‘gewoon’ zijn zelfs zo dat ze de eerste prijs krijgen voor de beste supermarkt. De prijs is het restylen van de winkel want het moet hipper. De vreugde is van korte duur. De winkel wordt een project en de klant een product waar je beter van kon worden. ‘Gelukkig’ komt men snel tot het inzicht dat deze werkwijze niet werkt, en alles wordt weer teruggebracht tot de oorsprong, inclusief de naam: Super, gewoon!
De tweede voorstelling volgt een paar dagen later: Hanna van Hendrik.
Een groot toneelspektakel over de boerenopstand in Tubbergen in 1971. Prachtige decors opgebouwd in Hangar 11 op Vliegveld Twente. Nooit meer een hongerwinter, een van de opdrachten na de oorlog. Productie, investeren, uiteindelijk niet kunnen betalen, vee verkopen, het ruim drie uur durende stuk in vogelvlucht! De hunker naar het voorbijgegane ‘gewone’ boerenleven is groot.
De film: Yesterday, is de derde voorstelling.
‘Yesterday’ gaat over Jack, een singer-songwriter uit een klein dorpje in Engeland. Zijn droom om beroemd te worden is snel aan het vervagen, ondanks de steun die hij krijgt van zijn beste vriendin Ellie. Na een busongeluk en een mysterieuze wereldwijde stroomstoring wordt Jack wakker in een wereld waarin The Beatles nooit hebben bestaan. Jack ontdekt dit, gaat de muziek van de Beatles spelen en de wereld ligt aan zijn voeten. Rijkdom, fame het kan niet op. Tegelijk groeit de eenzaamheid bij Jack. Jack breekt uiteindelijk met dit leven en gaat de relatie aan met de liefde van zijn leven, en staat weer ‘gewoon’ voor de klas. Zijn laatste woorden in de film: Het leven is bijzonder nu het weer gewoon is.
Verlangen we allemaal niet naar iets bijzonders in het gewone? We willen elkaar toch als mens zien en niet als een product waar je beter van kunt worden? We willen dat samenwerken toch als een gemeenschappelijke opdracht wordt ervaren, waarin we het beste in elkaar naar boven halen? Doe dan maar gewoon want het leven op zichzelf is al bijzonder genoeg.
Bert Reinds
Boek: Wilskracht auteur Roy F. Baumeister
Hoe kan het toch dat je een hele dag geen problemen hebt met zelfbeheersing en aan het eind van de dag gaat het mis: je eet teveel, je zit te lang achter je laptop, of netflixt tot diep in de nacht?
Voor een ‘succesvol’ leven zijn o.a. twee eigenschappen belangrijk: intelligentie en zelfbeheersing. Aan het eerste valt niet veel te doen, aan het laatste des te meer. Om je zelfbeheersing te bewaren is wilskracht nodig. Dit boek leert je hoe je je wilskracht kunt versterken, hoe je realistische doelen stelt, en hoe je vertrouwen houdt als het een keer misgaat. Met de juiste gewoonten en technieken ontstaat wilskracht.
Column 54: Het steentje
6-7-2020 t/m 12-7-2020
Tijdens een wandeling ontdekte ik dat een van de kinderen wat ongemakkelijk liep. In eerste instantie dacht ik dat hij geen zin had. Maar peptalk hielp niet. Na wat onderzoek ontdekte ik waarom het niet hielp: In zijn schoen zat nog een andere sok gepropt. Dat loopt natuurlijk niet prettig.
Ondanks de grote hoeveelheid pedagogische wijsheid die dagelijks wordt aangeboden, is het opvoeden er niet makkelijker op geworden. Er wordt van jou als opvoeder veel geduld en creativiteit gevraagd. Jij zoekt op jouw ‘harde schijf’’ naar bruikbare tips die jij ooit gehoord of gelezen hebt. Het resultaat van dit graven kan soms teleurstellend zijn, want het lijkt op zo’n moment dat dat geweldige advies in ieder geval bij jou niet werkt.
Bijvoorbeeld wanneer je tiener ’s middags uit school komt. Jij zit verwachtingsvol te wachten op zijn of haar verhaal. Je ontdekt dan als snel dat ze helemaal geen zin hebben om jouw vragen te beantwoorden, ze zijn moe en hangerig. De dag was saai en ze willen maar een ding; even chillen op de telefoon.
Ik las, naar aanleiding van dergelijke situaties, het volgende advies: Wanneer je kind uit school komt en het is moe, en (even) klaar is met de dag en met jou, ga dan niet pedagoochelen, maar geef je kind een boterham met voor hem of haar lekker beleg, en laat ze (even) met rust. Er is ‘brandstof’ nodig, i.p.v. tips en vragen over hoe het hoort en wat er moet.
Ik moest denken aan een uitspraak die ik eens gelezen had: Het zijn niet de bergen en de dalen die het lopen moeilijk maken maar het kleine steentje in de schoen. Kijk niet naar de bergen en de dalen, maar stem af en, indien nodig, verwijder het ‘steentje’ uit zijn/haar of jouw schoen, want ook in het opvoeden geldt: First things first.
Bert Reinds
De Fred factor Mark Sanborn
Fred is een bijzondere postbode die van zijn werk elke dag een feestje maakt. En zijn klanten profiteren daar enorm van. Hij valt daardoor op tussen de ‘lesboeren, hypotheekzusters en de instellingsbegeleiders’.
Toen ik het boek las dacht ik aan het filmpje van Jos Burgers, hierbij het linkje kijk maar eens: https://www.youtube.com/watch?v=XI7U7gIPHE4 Fred legt de passie in zijn werk door de overtuiging te hebben dat elk persoon van betekenis kan zijn, succes gebaseerd is op relaties, je in te zetten voor ander zonder steeds de kosten te bereken, en te geloven in de mogelijkheid vandaag te kunnen veranderen.
Van sleur naar passie in je werk en leven, wie wil dat niet?
Column 55: Diesel
13-7-2020 t/m 19-7-2020
Toen ik zo’n 40 jaar geleden verkering kreeg met Willemien, mijn huidige vrouw, was het extraatje een inwijding in het agrarische leven. Haar ouders hadden een boerderij in combinatie met een Hengstenhouderij.
Vooral het gebeuren rondom het dekken van paarden vond ik fascinerend. Mijn schoonvader had niet zoveel met KI (kunstmatige inseminatie). Alles puur natuur, niet op pad met sperma, maar de hengst gewoon bij de merrie. Iemand, soms ik, hield de merrie vast en mijn schoonvader haalde de hengst op, en bij het zien van de merrie deed de hengst (Duc de Normandie) gewillig zijn kunstje.
Omdat er ook met de hengst (en andere paarden) naar klanten of concoursen werd gereden moest er wel een sterke auto voor de trailer. Een Mercedes dus. Ik weet nog goed de eerste keer dat ik er in reed kreeg ik vooraf de boodschap mee: ‘Eerst voorgloeien en dan starten, want het is een diesel’. En inderdaad in de auto zittend deed ik de sleutel in het contact, draaide totdat het ‘gloeilampje’ brandde en dan door en starten. Hij reed daarna als de beste.
In mijn leven heb ik ontdekt dat ik ook een diesel ben. Vooral het eerste uur van de dag moet ik ‘voorgloeien’. Afgelopen zomer tijdens de fietstocht Parijs Hattem werd ik er me weer van bewust. Direct bij de start van onze tweede etappe stond een berg mij op te wachten. Halverwege moest ik stoppen en overgeven, in kon niet meer, wandelen dus: vergeten voor te gloeien. Overigens de rest van de dag fietste ik mijn maatje er zo af en toe uit, niets aan de hand.
Niet alleen fysiek ook in mij carrière ben ik een diesel. Vaak kreeg ik niet de baan die ik zo graag wilde, of de fame die ik dacht nodig te hebben. Terugkijkend is mijn conclusie: Ik was op dat moment nog niet voldoende voorgegloeid.
Ik neem dus niet alleen ‘de klus’ serieus maar ook het ‘voorgloeien’. Voor alle diesellezers: Erken je voorgloeitijd! En voor de ‘snelle jongens’: Heb geduld, het duurt maar even en dan heb je heel lang plezier aan en met ons.
Bert Reinds
Boek : Hoofdlijnen
Auteur: Lucas Reinds
123 (zelfhulp) boeken in een boek, wie wil dat nu niet. Lucas heeft ze alle 123 voor je gelezen, de essentie in een tekeningetje en een paar regels tekst gevangen. 123 boeken voor 12,50 euro goedkoper kunnen ze het niet krijgen. Ik zie er in ieder geval erg naar uit, ook al ben ik niet helemaal objectief.
Het boek komt binnenkort uit. Voor meer info zie www.hoofdlijnen.nl Op deze website zie je ook wat voorbeelden.
Column 56: Week van de opvoeding
20-7-2020 t/m 26-7-2020
Laat jij je ook gemakkelijk meeslepen door een sfeer van het najagen van spullen? Ben jij ook zo druk met jouw weldoortimmerd huis, met het uitzoeken van de nieuwste kleding, geobsedeerd door de laatste ontwikkelingen op het gebied van sociale media-apparatuur? Druk met het verzamelen en onderhouden van het aardse kapitaal. Ook het opvoeden is met dit virus besmet geraakt.
Ouders, die zich drukker maken om de welvaart van hun kind dan om het welzijn van hun hart. Kinderen worden projecten die de waarde van hun ouders moet opkrikken. Zij moeten de gemiste kansen van hun ouders rechtzetten. Kijk maar eens langs de lijn van het voetbalveld. Je vraagt je soms werkelijk af waarom of voor wie zoonlief of dochterlief voetbalt. Vraag leerkrachten in het basisonderwijs maar eens naar de ‘gezellige’ gesprekken met ouders naar aanleiding van de Cito-toetsuitslag van hun kind die toch een beetje tegenvalt: ‘Het ligt meestal aan de test of omstandigheden, want hun kind kan toch zeker naar de havo!’. Begrijpelijk, je wilt toch het beste uit het kind halen? Maar wat is het beste dan, en voor wie is dat dan het beste?
Ik wil jou, namens de kinderen, een paar vragen voorleggen, ze helpen wellicht bij het vinden van het juiste perspectief bij de vraag: Wat is het beste voor het kind?
– Wil jij luisteren met jouw oren en ogen en hart en houding?
– Wil jij erkennen dat het ideale gezin niet bestaat? Dus relax.
– Wil jij wel de verantwoordelijkheid blijven dragen, en deze niet bij ons leggen ook al
hebben wij veel praatjes?
– Wil je ons met niemand vergelijken?
– Wil jij niet constant ons volproppen met jouw verantwoorde ideeën, maar ons leren
zelf na te denken?
– Wil jij niet van slag raken of gaan twijfelen aan de opvoeding, als wij (tijdelijk)
anders tegen het leven aan kijken?
Bedankt, namens de kinderen.
Het hart van opvoeden
Twee momenten in je leven liggen vast. Je geboortedag en je sterfdag. Tussen deze twee momenten ligt je levensweg. Op die weg mag je zichtbaar worden wie je al bent. De essentie van opvoeden is: ‘Jouw’ kind zichtbaar maken wie hij of zij al is, uitpakken dus, een vlam ontsteken i.p.v. een vat vullen. In ‘Het hart van opvoeden’ neemt Bert je mee in dat proces van verbinden en uitpakken van het kind.
Column 57: Gevoelig
27-7-2020 t/m 2-8-2020
Geuren, geluiden, plaatjes, informatie, prikkels ze komen bij mij binnen worden verwerkt en omgezet in gedrag. Ik geniet van schoon, opgeruimd, lekker ruiken en veel kleuren, van mensen en gezelligheid. Maar soms is het me teveel dan veroorzaken die prikkels stress in mijn hoofd en de rest van het lijf. Ik vraag mezelf dan wel eens af of ik iets heb, ben ik hoog gevoelig of hoogbegaafd, heb ik ADHD, zit mijn probleem in het autistisch spectrum, of heb ik niks en is mijn reactie adequaat.
Eigenlijk vind ik dat in mijn geval helemaal niet zo interessant meer of ik een stickertje heb: Ik ben ik dat is genoeg. Ik kijk liever naar wat ik met het gegeven kan doen. Ik ga bijvoorbeeld, bij een overload aan prikkels, in ruimten met veel mensen, een time-out-plek zoeken; het toilet of een rustigere ruimte. Wat mij ook helpt is als mensen op zo’n moment aan me vragen hoe het gaat een eerlijk antwoord te geven: Ik verdrink een beetje in de prikkels. Ik zie deze gevoeligheid steeds meer als een gave ondanks dat het ook een opgave is.
Afgelopen week heb ik een actie aan de lijst toegevoegd: ‘Op zondag ben ik niet meer telefonisch bereikbaar, de telefoon ligt op mijn kantoor. Als mijn geliefden weten waar ik ben is dat voor die dag genoeg.’
Ik heb 1x geoefend; pff, het viel nog niet mee.
Bert Reinds
De kunst van het ongelukkig zijn
Dirk de Wachter
Tegendraads is het nieuwe boek van Dirk zeker te noemen: ’Streven naar het geluk als levensdoel is een vergissing. Streven naar zin en betekenis daarentegen, is waar het leven om draait’.
Je moet er wel tegen kunnen, het gaat over verdriet, ongelukkigheid en somberheid. Misschien ontdek je dat je tot nu toe in je leven en streven op een verkeerd ‘paard’ hebt gegokt en jaag je iets na wat niet bestaat. Toch is het hoopvoller dan je denkt. De kern gaat over hoop, zin en betekenis.
Verlang je naar verbinding met de werkelijkheid dan is dit boek het lezen waard.
Column 58: De bijl slijpen
3-8-2020 t/m 9-8-2020
Mijn eerste ‘jubelweek’ zit erop en ik ben er matig tevreden over. Misschien denk je nu: Je watte? Laat het me je uitleggen.
Vlak voor de zomer merkte ik veel druk in mijn hoofd en agenda. Er moest iets veranderen anders ging het niet goed. Een van de veranderingen die ik toen heb doorgevoerd is na elke zeven weken werken een ‘jubelweek’ plannen. Een week zonder (werk)afspraken, een week waarin ik vooral mag lummelen, slenteren, mijmeren.
Ik kwam op het idee onder andere n.a.v. een boek dat ik jaren terug cadeau kreeg: ‘Levensregel voor beginners’, geschreven door Wil Derkse. Hij beschrijft zijn ervaringen tijdens een verblijf bij de Benedictijnse monniken. Een van zijn ontdekkingen is het effect van het tuinmoment. De monniken hebben een gestructureerd dagprogramma waarin tuinmomenten zijn opgenomen. Een moment waarin de monnik zijn werkzaamheden tijdelijk stopt om vervolgens een wandeling in de tuin te maken. Wil dacht in eerste instantie wat een flauwekul, het is tijdrovend en contraproductief. Echter tijdens de toepassing bleek het tegenoverstelde de werkelijkheid te zijn.
Mijn eerste jubelweek was dus niet zo’n succes, wel leuke slentermomenten, maar toch ook teveel moeten, frustrerend. Dacht zelfs het heeft geen zin. Totdat ik weer werd aangemoedigd vol te houden. Ik was op de boekpresentatie van het boek Hoofdlijnen. De schrijver vertelde het verhaal van de houthakkers. Twee houthakkers, de ene werkte en nam nauwelijks rust de andere nam wel regelmatig een pauze en deed zelfs een middagdutje. Toch hakte de laatste meer hout. De eerste enigszins gefrustreerde houthakker vroeg zich af hoe dat nu kon? Zijn collega antwoorde: ‘Elke keer als ik zit te pauzeren, ben ik bezig mijn bijl te scherpen.’
Over zeven weken is het weer zover dan ga ik mijn ‘bijl weer slijpen’ en ik denk dat ik dat buiten in de tuin ga doen Zie er nu al naar uit.
Bert Reinds
Focus Aan/Uit
Mark Tigchelaar
De hoeveelheid prikkels die dagelijks op ons afkomen staat gelijk aan 174 kranten per dag. Zo’n 500 keer per dag worden we afgeleid van dat waar we me bezig zijn. We lekken concentratie.
Door te veel schakelmomenten, te weinig rustmomenten, de hoeveelheid geluid om ons heen, staat ons brein 24×7 aan. Gevolg? We onthouden minder, onze productiviteit neemt af, frustratie groeit, we raken sneller vermoeid. Herkenbaar? Dan is dit interessante en informatieve boek iets voor jou. Naast de vele tips, krijg je ook nog een gratis online training aangeboden.
Column 59: Zielig
10-8-2020 t/m 16-8-2020
De afgelopen weken kwam ik het twee keer tegen, mensen die iets doen of laten omdat het voor de ander zo zielig is. Maar is zieligheid wel zo’n respectvol helpend motief?
Een van mijn werkplekken is Mappa Mondo geweest. Een kinderhuis van het Rode Kruis waar hele zieke, soms terminale kinderen wonen.
Omdat de kindergeneeskunde enorme vooruitgang boekt ontstond er op een gegeven moment een situatie dat Mappa Mondo in plaats van een eindstation voor sommigen een tussenstation werd. Een gevolg van het wonen en leven daar was (nog) meer concrete aandacht voor het pedagogisch klimaat en begeleiding.
Het team begeleiders bestond toen uit professionals en vrijwilligers. De laatste groep verbleef een week als ondersteuning voor het team verpleegkundigen en werden na ‘hun’ opgevolgd door een nieuwe groep vrijwilligers.
Gepassioneerde mensen die een week lang hun ziel en zaligheid inzetten voor de kinderen. Op deze wijze zette elk specialisme zijn beste beentje voor om een gebalanceerd medisch en pedagogisch leefklimaat aan te bieden.
Soms werden er ook minder populaire opvoedafspraken gemaakt, niet zo gezellig maar wel nodig. Sommigen vonden het ingewikkeld ze uit te voeren. De reden was: ‘het is zo zielig voor het kind’. Ik legde dan uit dat als je iemand zielig vindt je boven de ander gaat staan, gelijkwaardigheid verdwijnt, en je hebt de persoon als het ware al opgegeven. Ondanks de moeite en het wennen bij de invoering van deze afspraken werd het toch een gemeenschappelijk gedachtengoed: Ook een ziek kind heeft recht op grenzen in het opvoeden!
Als je van uit respect en gelijkwaardigheid de verbinding met de ander wil aangaan verwijder dan het ‘ik-vind-het-zo-zielig’ uit je motivatiepakket. En weet ‘ruzie’ is ook contact.
Bert Reinds
(Stoppen met worden) Je bent het al
Gabrielle Dik-Agteres
Op welke manier sta jij in het leven? Door wat of wie kom jij in beweging? Ben je overtuigt dat je iemand bent? Of moet je nog iemand worden? Ben je druk bezig aan het jagen naar iets wat wellicht voor jou in de toekomst ligt? Mis je nog iets of geloof je dat alles aanwezig is wat jou ik maakt? Met de schrijfster geloof ik dat laatste. Je krijgt een heel leven om dat wat je al vanaf het begin bent zichtbaar te maken.
Vergelijk het met een puzzel. De afbeelding op de deksel laat zien wat in de doos aanwezig is. Bij de start nog in stukjes maar compleet er hoeft geen stukje meer bij!!
Gabrielle heeft op een persoonlijke, integere manier beschreven hoe dit proces van bevrijding van het moeten in haar leven heeft plaats gevonden en moedigt de lezer aan dezelfde weg te gaan: niet meer geleefd worden maar leven, of in het licht van de puzzel: Ga puzzelen, zodat de ‘afbeelding op de deksel’ zichtbaar
Column 60: Concurrentie
17-8-2020 t/m 23-8-2020
Zo’n 15 jaar geleden kreeg ik een telefoontje van een man die graag een gesprek wilde. Zijn vrouw had hem het advies gegeven een keer met mij te gaan praten. Hij vertelde dat zijn vrouw al jaren mijn columns las (in de Visie, gids E.O) en zelfs recent met mijn vrouw tijdens een koffieochtend in gesprek kwam over ‘ons’, hun mannen! Dus het moest er maar eens van komen.
Wat was er aan de hand? De man, een vakgenoot, werkte voor een grote organisatie en was daar een zeer gewaardeerde gedragswetenschapper. Hij had altijd tijd en aandacht. Dat was een mooie, opvallende kant van hem, echter heeft het ook een schaduwzijde. En daar had hij nu last van, hij was behoorlijk opgebrand geraakt.
Mooie gesprekken volgden, en op een gegeven moment zei ik tegen hem: ‘Weet je wat jij moet doen, voor jezelf beginnen’. Zo gezegd zo gedaan, langzamerhand ontstond zijn praktijk. Ondertussen waren onze gesprekken omgebogen naar collegiale overleggen, we werden zelfs vrienden. Elkaar scherp houden, nog steeds, wekelijks, heel bijzonder.
Mensen om mij heen verklaarden me in die tijd voor gek. ‘Hoe kun je dat advies geven, hij woont nog geen 15 kilometer bij jou vandaan hij wordt een concurrent van jou.’ Mijn reactie was: ‘Nee hoor daar geloof ik niet in, er is maar een Bert Reinds!’
Dat moest ik uitleggen want de arrogantie droop eraf: ‘Het ‘kunstje’ wat ik doe kan door iedereen gedaan kan worden, maar op mijn manier door een persoon en dat ben ik.’ Dus hij moet doen wat bij hem past en ik wat bij mij past. En als we elkaar steeds beter leren kennen weten we precies wat we wel en niet moeten doen. We verwijzen dan ook regelmatig naar elkaar omdat we niet bang zijn te kort te komen.
Sprookje? In ons geval niet, op dit moment zijn we beiden eerder met werk verlegen dan om werk verlegen.
Bert Reinds
Het oneindige spel
Simon Sinek
Waarom die jij de dingen die jij doet, wat is je perspectief? Wil je snel geld verdienen, het podium halen, alles tot eer en verheerlijking van de ‘Bv Ik’? Hanteer jij de regels van het eindige spel?
Of ben je veel meer georiënteerd op een plaatje groter dan jij? ‘Speel’ jij het oneindige spel? Het spel dat jouw leven overleeft, dat gericht is op de nieuwe generatie. De ander laten schijnen, minder vast zit aan procedures? Een spel dat wel een begin heeft maar geen einde.
Oké, dit is wel heel zwart wit, en je hebt in jouw bedrijf of leven niet altijd die keuze. Maar wat als je hem wel hebt, waar ligt jouw keuze?
Simon laat in dit nieuwe boek o.a. 5 principes de revue passeren die te maken hebben met het ‘spel’ dat een oneindig karakter heeft: Voor een goede zaak gaan, bouwen aan vertrouwensteams, leren van waardige rivalen, je voorbereiden op existentiële flexibiliteit en moed tonen om te leiden.
Bert Reinds
Column 61: Sinterklaas
24-8-2020 t/m 30-8-2020
Nog een paar nachtjes slapen en dan is het 5 december het heerlijke avondje van Sinterklaas. Een proces van weken cadeaus bedenken, lijstjes maken, lootjes trekken en aan de slag gaan, wordt dan zichtbaar.
Elk jaar ben ik opnieuw onder de indruk van de creativiteit van onze gezinsleden, groot en klein(kinderen). Oké een cadeautje is leuk maar ik vind vooral de aandacht, vindingrijkheid, en liefde zichtbaar en hoorbaar gemaakt in de surprise en gedicht indrukwekkend een van een ongekend hoog niveau.
Zo af en toe een steek onder water maar meestal een hart onder de riem. Gedachten en gevoelens ‘uitspreken en verbeelden’ om de ontvanger even flink te laten shinen. Woorden als medicatie voor de ziel.
Er komt een Sinterklaasverhaaltje in herinnering. Toen Willemien een jaar of 7/8 was kwam ze er achter dat niet Sinterklaas de cadeautjes kocht maar haar ouders. Willemiens reactie was hilarisch: ‘Dat vind ik nog veel moeilijker te geloven dan dat Sinterklaas dat doet.’ Haar vriendin dacht haar uit de droom te hebben geholpen maar maakte het mysterie alleen nog maar groter.
Wat was ze onder de indruk van haar ouders die zomaar op een dag in december cadeautjes voor haar en alle andere gezinsleden kochten. Ik wil op pakjesavond veel van die verwondering laten zien als ik ‘zomaar’ een cadeautje krijg van iemand, die met bloed zweet en tranen zijn/haar surprise heeft gemaakt en de woorden van het gedicht aan het papier heeft toevertrouwd. Het leven is vol van geven en nemen, geef dankbaarheid en neem niets vanzelfsprekend.
Bert Reinds
Wie heeft mijn kaas gepikt
S.Johnson en K.Blanchard
Een klassieker die het nog steeds goed doet. Een geweldig beeldend verhaal over muizen die op zoek zijn naar kaas. Na verloop van tijd blijkt de kaas op te zijn, er is een nieuwe situatie ontstaan en de vraag is: Wat doe je dan?
De reacties worden zichtbaar gemaakt in het gedrag van de twee muizen Pieker en Peins. Een vraag die me het meest bij gebleven: Als je niet bang was wat zou je dan doen? Wat roept een verandering bij jou op? Ga je net als muis Pieker opzoek naar nieuwe mogelijkheden of blijft je als muis Peins hangen in het verleden, en ben je boos en verontwaardigd dat het leven niet maakbaar is? Benieuwd naar de afloop? Misschien nog snel op je sinterklaaslijstje?
Column 62: Dwangbuis
31-8-2020 t/m 6-9-2020
Waar was jij op 9/11? Ik was op de sportschool en werd, na het sporten, in de kantine geconfronteerd met een ijzige stilte. De tv stond aan en de beelden waren verscheurend. De stilte werd na 10 minuten doorbroken, iemand dacht hardop: ‘Dit is het begin van het einde’.
Vier terroristische aanslagen door middel van gekaapte passagiersvliegtuigen in het noordoosten van de Verenigde Staten werden uitgevoerd, waarbij twee vliegtuigen de torens van het World Trade Centre doorboorden. Verschrikkelijk, hoe kon dit gebeuren? Angst regeerde, complottheorieën ontstonden. Vele vragen rondom o.a. veiligheid volgden.
Een van de maatregelen die werd getroffen was het borgen van de veiligheid in de cockpit. De deur kan nu niet meer van buiten de cockpit open gemaakt worden. Toch was deze veiligheidsmaatregel beperkt houdbaar. Want op 24 maart 2015 stortte de Airbus A320-200 van Germanwings met vluchtnummer 4U9525 neer in de Franse Alpen. De Piloot had de deur van de cockpit op slot gedaan, terwijl de copiloot naar het toilet was, en heeft het vliegtuig met opzet laten neerstorten, niemand kon bij hem komen. De veiligheidsmaatregel werd een kooi voor vele slachtoffers. Elke veiligheidsregel vraagt blijkbaar weer een nieuwe.
Niet alleen in vliegtuigen geldt het periodiek bijstellen van regels en procedures, wat te denken van de regelgeving bij verpleegkundigen, in het onderwijs, de hulpverleners in de jeugdzorg en GGZ. Ze worden knettergek van het naleven en weer overboord gooien van al de nieuwe en oude regels, elke keer blijkt het niet voldoende te zijn.
Angst regeert, het mag nooit weer gebeuren, wie zal dat betalen? Maakbaarheid is het geloof, grip en controle de instrumenten. Echter regelgeving op basis van angst borgt niet de veiligheid maar verhoogd gevangenschap. Je zet jezelf in de dwangbuis van je eigen regels.
Ik zal de laatste zijn die zegt dat alle regels weg moeten, zinvolle regels geven structuur en veiligheid. Maar heb bij het naleven de moed te kiezen voor samen i.p.v. alleen, voor wij i.p.v. ik, accepteer de gebrokenheid van deze samenleving en de tekortkomingen van je medemens. Stel jezelf de vraag: Waarom deze regel? Voor wie is deze regel?
Egoïsme, individualisme, zijn grote dreigingen voor echte veiligheid. En ja, dan ontdek je in dat wij dat de ander te kort schiet, tegenvalt, je teleurstelt. Wees realistisch, kijk op zo’n moment maar eens in de spiegel en je ontdekt: Jij valt ook niet altijd mee.
Bert Reinds
De Moed van imperfectie
Brene Brown
Deze schrijfster is een expert op het gebied van kwetsbaarheid, veel onderzoek heeft ze gedaan en daaruit zijn prachtige boeken ontstaan. De moed van imperfectie is er een van. Samengevat komt het hierop neer: Laat je angst voor wat anderen vinden los, gun jezelf het maken van fouten, ontwikkel vermogen om tegenslagen te overwinnen, wees dankbaar voor wat je hebt, i.p.v. ontevreden over dat wat je mist. Durf op ‘water te lopen’, en weet dat er van jou maar een is. Ontspan en relax, niet het druk-zijn bepaald je menswaarde. Neem tijd om stil te zijn, laat stress als leefstijl los. Durf buiten de lijntjes te kleuren. Lach, zing en dans: laat het idee dat je altijd beheerst moet zijn en ‘normaal’ moet doen los. Van geleefd worden naar leven!
Column 63: Integriteit
7-9-2020 t/m 13-9-2020
‘Een persoonlijke eigenschap van een individu die inhoudt dat de betrokkene eerlijk en oprecht is en niet omkoopbaar, intrinsiek betrouwbaar, zegt wat hij doet, en doet wat hij zegt. Hij heeft geen verborgen agenda en veinst geen emoties.’
Afgelopen week was dat het thema dat in gesprekken steeds terug kwam: Integriteit. We stelden elkaar o.a. de vraag: Hoe integer ben jij op je werk, privé?
Als ik het afzet tegen de graaiers, uitbuiters, misbruikers, zij die regelmatig het nieuws halen, is mijn antwoord ja. Makkelijk scoren? Oké, dan mezelf onder een vergrootglas leggen: ‘Hoeveel postzegels heb ik van mijn baas gebruikt voor eigen post? Hoeveel kopietjes heb ik gemaakt voor eigen projectjes? Hoe vaak maak ik gebruik van mijn telefoon om nog even iets privé te regelen terwijl ik aan het werk ben voor een ander? Wanneer ben ik voor het laatst opgekomen voor die ‘lastige’ collega i.p.v. mee te lopen in het roddelcircuit? Is mijn ja altijd een ja, of vind ik ook dat een leugentje om best wel moet kunnen?
Hoe was dat ook alweer met die balk en splinter en hand in eigen boezem? Het werd stil in mijn binnenkant.
Gelukkig ken ik zoiets als genade, onvoorwaardelijke acceptatie. Niet als excuus, of om maar wat aan te blijven rommelen. Het geeft me ruimte om fouten te maken, te kort te schieten weer op te staan en te erkennen dat maakbaarheid in deze gebroken wereld niet bestaat en reëele verwachtingen te hebben. En het meeste wat genade met mij kan doen is genadig zijn voor hen die volgens mij ‘slechter’ zijn dan ik.
Bert
Pak je Carlosmomentje
Jaap Bressers.
Je bent 21 hebt grootse toekomstplannen, een prachtige carrière ligt voor je. En dan, in een moment is het over: Een duik, krak! Nek gebroken en voor 80% verlamt. Dat overkwam de auteur van dit boek. In het ziekenhuis ligt hij te lijden aan zijn lijf dat niet meer werkt en de toekomst die als een zeepbel uit elkaar knalt. ‘Schreeuwend’ om iemand en dan is, na lang wachten, Carlos daar, een verpleegkundige in dat Portugese ziekenhuis: It’s okay! Wat een bemoediging: Jaap’s eerste Carlosmoment!
Als jij een boek wilt lezen waarbij, na het lezen van (bijna) elke bladzijde, een glimlach op je gezicht verschijnt, lees dan dit boek. Verhalen van mensen die ‘gewoon’ buitengewone woorden uitspreken, handelingen verrichten. Het verhaal wat me het meest is bijgebleven is dit:’Een ouder echtpaar is op weg naar hun vakantieplek, het vliegtuig is reeds naar de startbaan aan het taxiën, tot opeens de man van het stel een berichtje krijgt dat hun klein kind acuut is opgenomen in het ziekenhuis. Een stewardess ontdekte overlegt met het overige cabinepersoneel en kiest: Het vliegtuig maakt rechtsomkeert naar de vertrekhal. Ondertussen wordt de bagage uit het ruim gehaald, een taxi besteld zodat het echtpaar naar het ziekenhuis kan. Uiteindelijk zijn de grootouders op tijd in het ziekenhuis een half uur later overlijdt hun klein kind. Wat een helden in dat vliegtuig!
Column 64: Realiteit
14-9-2020 t/m 20-9-2020
Een paar keer per jaar gaan wij een dagje cultuursnuiven, op een andere manier naar het leven kijken. Deze keer begint het snuifmoment in Gorssel in museum MORE.
Op weg naar dit museum luisteren we naar de taalkunstenaar en schrijver van het boek: Alles lijkt zoals het was, Frits Spits op radio 1. Hij is in gesprek met een ‘beller’ die mag vertellen welk verdwenen woord in de Nederlandse taal terug mag komen. Haar woord is: Vermeien. Het woord betekent zoveel als ontspannen, relaxen, genieten in de natuur, in het hier en nu. Een mooie start van onze cultuurdag, dat woord past goed bij wat ons plan is.
Aangekomen bij het museum MORE, het staat voor (mo)dern (re)alisme, gaan we de kunstwerken bekijken. In de eerste hal, het zijn er 8, staat een mooi citaat op de muur: ‘Realisme is niet hoe echte dingen zijn, maar hoe dingen echt zijn!’ Hmm, een soort vermeien dus, leven in de werkelijkheid.
Na zo’n 200 kunstwerken te hebben bekeken, een heerlijk kop koffie in het aanpalende restaurant te hebben genuttigd, gaan we op weg naar ons volgende snuifmoment: ‘De beentjes van Sint Hildegard’. Een film met o.a. Herman Finkers.
Een film in het Twents, voor mij als tukker een feest der herkenning. Ik wil er niets over zeggen, je moet hem zelf maar gaan bekijken. Maar om je alvast een beetje nieuwsgierig te maken, de vraag die als rode draad door de film loopt is: Is dat wat ik doe, dat wat ik wil, of leef ik een ander zijn realiteit?
Wat een dag, langzamerhand beginnen we ‘onze beentjes’ te voelen. Nog even wat drinken en dan naar huis, met een (nieuwe)opdracht: We willen meer vermeien, blijven ontdekken wat er toe doet, de echte dingen zien en doen, niet omdat het moet maar omdat het een verlangen is.
Oh ja, deze dag begon op de sportschool. Wanneer de jaren voorbijtrekken wordt de zwaartekracht steeds meer zichtbaar en voelbaar in onze lichamen, ook een realiteit, haha.
Bert Reinds
ManZijn
Wouter de Vos
Zo’n drie jaar geleden had ik mijn eerste ontmoeting met Wouter. We zaten samen in een overleg van een nieuw project van de @de4musketier in Schotland. Ik was verrast door zijn verfrissende, vernieuwende, gedurfde kijk op mannen en karakterweekenden. Vandaag heb ik z’n boek ManZijn gelezen en daarin kom ik dezelfde Wouter tegen.
Hij neemt je mee op reis. In tien hoofdstukken, pakt hij kernwoorden uit die betrekking hebben op het Manzijn. Het decor van de inhoud zijn zijn belevenissen in de vele weekenden die hij heeft meegemaakt, als deelnemer en als spreker. Van de Schotse hooglanden tot de Noorse fjorden en zelfs ver buiten Europa waar voor gerechtigheid wordt gelopen. Geen studeerkamerpraat, maar kennis geworteld en getoetst in de praktijk van mannenlevens die door bergen en over dalen een ontmoeting met hun ziel hebben. In weer en wind ontdekken wat hun ware verlangens zijn. In de erbarmelijke kou, de harde slagregens trotserend ontdekken dat er Een echt van ze houdt. Woorden die bij mij blijven hangen zijn: werkelijke waarden, avontuur, kracht en verantwoordelijkheid, strijd en lust, vriendschap en broederschap, echtheid en kwetsbaarheid, vaderschap, God, doe maar gewoon dan ben je pas bijzonder.
Ik heb vele jaren de weekenden met vaders en tieners mogen beleven, en in andere situaties met mannen gewerkt, en als ik die ervaringen afzet tegen de inhoud van dit boek dan is mijn conclusie: Het klopt!
Van harte aanbevolen, geschikt om alleen te lezen, en wil je een groter effect bespreek het met een stel vrienden. Ik geloof als de inhoud van dit boek wordt toegepast in het dagelijks leven kan de man werkelijk het verschil maken in zijn wereld.
Column 65: Bang
21-9-2020 t/m 27-9-2020
En de vraag is: Is ie al in Nederland? Het antwoord: Bijna. Althans gisteren, 25 februari 2020, was de afstand nog 20 km, ‘het’ zat toen nog in Duitsland. Vanmorgen hoorde ik dat de persoon die ‘het’ heeft ook in Nederland is geweest, dus misschien toch al wel? Spannend!
Natuurlijk weet jij waar het over gaat; het coronavirus. Het virus begon zijn reis in China en is nu (bijna) bij ons in Nederland. Help! In deze angstmodus zie je mensen ‘gekke’ dingen doen. Met een boog om chinezen lopen, want ja ze zijn wel chinees. Voor 100 euro een noodpakket kopen: een paar handschoenen, mondkapje, bril en nog wat spul, terwijl de gezamenlijke waarde nog geen 25 euro is. Mensen hamsteren voedsel, want het virus raakt het transport en de economie, stel dat de schappen leeg raken wat dan?
Ik heb me de afgelopen dagen verbaasd over de schrikreacties en me afgevraagd wat de wortel van deze angst is. Ik kom tot de conclusie dat bij velen niet het virus de angst veroorzaakt, maar de confrontatie met de leugen van maakbaarheid. Het virus was er opeens en doet wat hij wil, en de mens raakt in paniek omdat het bepaald wordt met gebrokenheid, met eindigheid in plaats van met en-ze-leven-nog-lang-en-gelukkig-toekomst! Door een dergelijke gebeurtenis wordt de mens die denkt: ‘I’ve got the whole world in my hand’, ontmaskert, en in zijn nakie gezet.
Doemdenkerij? Nee helemaal niet, ik zie het juist als een kans, om onze aannames over leven en dood, over zin en onzin van het leven te heroveroverwegen. In die werkelijkheid omarmen we ongelukkigheid en verwerpen de leugen van maakbaarheid. De verwachtingen worden bijgesteld en we gaan leven in plaats van geleefd worden door de waan (mist) van de dag. Het omgekeerde van leven is nevel, in welke sfeer vertoef jij het liefst?
Bert Reinds
Spreken met Passie
HenkJanKamsteeg
Viktor is gepromoveerd in zijn functie en daarbij mag hij in de toekomst regelmatig publiek toe spreken. Bij zijn eerste voordracht ontdekt hij hoe lastig het is. Hij wil er liever voor weglopen. Maar dan is Willem daar, een van de aanwezigen, een deskundige, een prof in het spreken, hij ziet het gemartel van Viktor en wil hem graag inwijden in de betekenis van het spreken. Op een onorthodoxe manier vindt dat plaats. Je moet het zelf maar gaan lezen hoe hij dat doet.
Spreken is een ambacht. Daarom vraagt het aandacht, training, voeding. Henk Jan weet dat op een waardevolle manier vanuit zijn leerschool te beschrijven. Thema’s als passie, luisteren, ken je publiek, organiseer je verhaal, let op wat er niet wordt gezegd, worden aan de hand van praktische anekdotes uitgepakt. Van harte aanbevolen.
Column 66: Het leed dat Corona deed
28-9-2020 t/m 4-10-2020
Veel tranen zijn de afgelopen weken gevloeid. Bij elkaar goed voor een nieuwe (zout)zee. Elke dag opnieuw, tientallen mensen die het niet redden, iedereen in de zorg werkt zich het snot voor de ogen en moeten lijdzaam afscheid nemen van hen die het niet redden. De ouderen die verpieteren in de zorgcentra of alleen thuis. Ondernemers die een jarenlang opgebouwde onderneming failliet zien gaan. Mensen die gaan scheiden omdat dit de druppel was. En dan heb ik nog niet over de grote verdrieten van mensen die geconfronteerd worden met de niet corona gerelateerde ernstige ziekte. Brr wat een ellende.
En daar blijft het niet bij, wat dacht je van het ‘kleine’ verdriet. Ik wil je een paar verdrieten noemen die in mijn directe omgeving plaats vonden: Je geeft les aan kinderen waarvan je weet die kunnen beter niet de hele dag thuis zijn, en je wordt daarin in bevestigd door paniek-appjes van leerlingen. Je hebt je voorbereid op de Muskatlon, mensen enthousiast gemaakt getraind geld ingezameld en dan komt dat bericht waarvan je wist dat die zou komen: Uitgesteld. Je zou je studie afronden door een paar maanden naar Gambia te gaan om daar de minder bedeelden te ondersteunen met je kennis over de zorg voor het gebit, je had er zo naar uitgekeken: Helaas pindakaas het gaat niet door. Als fotograaf ben jij uitverkoren om als enige Nederlandse fotograaf bij het eurosongfestival plaatjes te schieten; jammer dan, nu even niet. Morgen word je 8 jaar, hoera, maar er komt geen visite, natuurlijk zijn papa en mama heel creatief en maken er wat moois van, maar toch hangt er een donkere wolk boven deze dag. En trouwen doen we nu ook maar even niet.
Oké, ik weet het, dit staat niet in verhouding met het grote verdriet, maar verdriet is verdriet.
Relativeren is nodig maar laten we niet doorslaan in bagatelliseren, geef een ieder de ruimte om te rouwen want er zijn geen gradaties in verdrietig zijn. En niet alleen nu maar vooral ook straks, gun jezelf en de ander een tijdje verdrietig te mogen zijn, en als het dan weer mag sla een arm om de ander en zeg: Het is goed!
Bert Reinds
Column 67: Pijn is de grens naar het leven!
5-10-2020 t/m 11-10-2020
We willen ons vrij voelen, om te groeien, om zwak te zijn, om te bemoedigen, om te corrigeren, om kleur te bekennen in de wetenschap dat je misschien wel “afgemaakt” wordt. Voor de uitvoering van dit verlangen dient wel een prijs te worden betaald.
Want hoe kun je:
Een indrukwekkende lijst, die laat zien dat groei en ontwikkeling vaak met pijn gepaard gaat. Pijn is in die zin niet een teken van zwakte, van een tekort maar juist van groei. Daarom bij die pijn niet stoppen maar doorgaan want die pijn is de grens naar het leven. Vergelijk het met de groeipijnen die kinderen bij hun fysieke ontwikkeling soms hebben. Een dergelijke pijn is een teken dat er juist niets mis is, het kind groeit!
Als je probeert te ontsnappen aan angst, boosheid, pijn, teleurstelling of onzekerheid, dan verdoof je ook vreugde, blijdschap, dankbaarheid en geluk. In deze stilte stagneert je ontwikkeling, de schaamte voor het falen houd je onder een steen.
De ‘stap uit de boot’ vraagt moed, veerkracht volharding, zelfbeheersing, discipline om maar eens een paar eigenschappen te noemen, maar uit ervaring weet ik dat het zeer de moeite waard is: What doesn’t kill you makes you stronger!
Bert Reinds
Column 1: Geven
1-7-2019 t/m 7-7-2019
Ik denk dat het zeker vijftien jaar geleden is dat we dit voorval voorafgaand aan onze vakantie naar Italië meemaakten. Nooit heeft iemand daarna de actie van de hoofdrolspeler op deze manier overtroffen. Nog steeds ben ik fan van hem en zijn klant.
Het was een uur of acht ’s avonds, de auto stond ingepakt op de oprit, klaar voor vertrek. De bedoeling was ’s nachts rijden en de kinderen, drie stuks, achterin de auto te laten slapen en dan de volgende dag op tijd aankomen bij de afgesproken camping. De banken in de auto lagen plat, daaroverheen een paar matrasjes waarop de jongens konden liggen. Nog even een snelle laatste blik, alles op slot, vol verwachting, rijden maar.
Ik draaide de auto van de afrit en zag direct dat er een lampje brandde op het dashboard. Ik had geen idee, niet zo mijn ding, maar ik had wel geleerd wanneer iets gaat branden even te checken. En wie kon dat beter doen dan onze man van de garage. Natuurlijk was het avond, maar we wonen in Hattem en de beste man die de diagnose moest stellen zit bij mij in de kerk, er valt altijd wel even wat te regelen.
Bij zijn woonhuis aangekomen, naast de garage, vertelde ik wat er aan de hand was. Zijn reactie staat nog zeer scherp op mijn ‘gehoorvlies’: ‘Daar kun je niet mee naar Italië, de dynamo is stuk!’ Vastgenageld aan de grond, vier paar vragende ogen kijken mij aan: hoe nu verder? De vertwijfeling was blijkbaar ook op mijn gezicht te lezen, want de garagehouder nam de leiding en zei: ‘Ik breng jullie wel even naar huis en morgen in de loop van de dag ga ik het fiksen en kunnen jullie alsnog naar Italië.’
Daar gingen we, naar huis in plaats van naar Italië. Thuis aangekomen de kinderen in bed gestopt en zelf ook maar gegaan. Natuurlijk het is maar een dag en het scheelt dat we onderweg deze pech niet hebben, maar toch. Na een slechte nacht hoorde ik om half acht onze deurbel. Wie kan dat zijn zo vroeg?
Daar stond hij, onze held, en over zijn schouder zag ik onze auto: ‘Ik kon er vannacht slecht van slapen, ben vanmorgen al vroeg naar de sloop gegaan en heb de auto gerepareerd, nu kunnen jullie toch nog redelijk op tijd naar Italië.’ Ik heb de man nog net niet gezoend, maar wat was ik blij. Daar gingen we alsnog.
Die afgelopen vierentwintig uur hebben mij onderweg nog lang beziggehouden, en vooral de houding van onze garagehouder. Mijn conclusie was helder: hier kan geen reclamestunt of welk commercieel gebla-bla tegenop. Zo doe je (ook) aan klantenbinding. Ik besloot toen, op weg naar Italië: de rest van mijn leven breng ik bij hem de auto, ook als de tarieven worden verdubbeld. En dit verhaal vertel ik overal waar ik de kans krijg. Gunnen is het nieuwe geven!
Column 2: Harnas uit!
8-7-2019 t/m 14-7-2019
Wanneer ik een boek ga schrijven is Willemien (mijn vrouw) een van de eerste meelezers. Om wenselijk gedrag te minimaliseren vind ik het belangrijk dat mensen die mij echt goed kennen meelezen tijdens het schrijfproces. Zo ook met het schrijven van het boek Kwetsbaar (2001). Tijdens een van de correctierondes herkende ze de inhoud. In die periode had ze een voorleesboek uit de bieb gehaald en met de kinderen gelezen. Het boek heet: Het harnas van Max. Toen ‘mijn’ boek werd gepresenteerd kreeg ik van haar het kinderboek cadeau. Het staat nog steeds in mijn kantoor binnen handbereik, vlakbij het grote mensen boek Kwetsbaar, en als het van pas komt laat ik het een ander lezen.
Jij krijgt van mij de tekst van het boek en je mag de plaatjes erbij bedenken, als dat niet lukt kun je het boek alsnog kopen.
HET HARNAS VAN MAX
‘Max is een zacht en gevoelig kind. Het leven is hard, zegt zijn vader. Je moet leren je te verdedigen en zorgen dat je een dikke huid krijgt. Max knikt gehoorzaam. Zijn bloed is zo zoet dat de muggen hem plagen. Daarom ruilt hij zijn lievelingspaard in voor een paar bokshandschoenen. Vanaf dat moment wordt hij met rust gelaten. De voeten van Max zijn zo gevoelig dat ze pijn doen als hij op een mier trapt. Daarom koopt hij soldatenlaarzen. Nu kan hij met een gerust hart rondmarcheren. De huid van Max is zo dun dat hij bij het kersen stelen altijd als eerste wordt betrapt. Daarom verstopt hij zich in een harnas.
De neushoorn van Max is zo zacht dat hij buigt als er een vlinder op gaat zitten. Max zet een ridderhelm op. Hij voelt zich sterk en groot. Het harnas beschermt Max helemaal, alleen de kou en eenzaamheid dringen er nog doorheen. Nu kan Max doen wat hij wil. Zijn vader en moeder geven hem een pak voor zijn broek, maar het kan Max niks schelen. Ook de dokter weet geen raad, al onderzoekt hij Max vanbinnen en vanbuiten.
Hij vindt niks, hij vindt Max erg gesloten, de oplossing ontdekt hij niet. Dan gaat Max de wijde wereld in, hij wordt een dappere ridder en hij verslaat de draak. Op een dag bevrijdt hij een prinses, hij vraagt haar om haar hand, maar de prinses wil geen bokser. Max trekt de handschoenen uit en plukt een boeketje bloemen voor haar. Bij het koorddansen doet hij zijn laarzen uit, zo kan hij beter met z’n voeten voelen. Om te zwemmen trekt Max zijn ijzeren harnas uit. Nu kan de prinses zijn hart zien. ’s Avonds kussen ze elkaar, dat gaat veel fijner zonder helm. En elke kus maakt hem even sterk als tien harnassen. Ze trouwen en wonen in een glazen paleis en Max wordt de lievelingskoning van de neushoorns. Het ridderharnas zet hij in de tuin … Je weet maar nooit. (Helme Heine, 1999 Uitgeverij Clavis, Hasselt, België.)
De laatste zin is intrigerend en getuigt van realisme. Het is een spannende weg, maar wat is het voor jouw kind een voorrecht als hij/zij een ouder heeft die op die weg hem/haar tot een voorbeeld is. Jong geleerd, oud gedaan!
Column 3: Moeten of willen?
15-7-2019 t/m 21-7-2019
Een van mijn hobby’s is fietsen. Samen met mijn fietsmaatje(s) over de Veluwe, urenlang genieten en soms een beetje afzien. Heerlijk buiten, ik hoef verder nergens aan te denken of voor te zorgen, alleen maar mijn benen het werk laten doen, beetje opletten en het stuur natuurlijk recht houden. Al pratend, voorbijgangers beleven dit meestal als schreeuwen, delen we onze hoogte- en dieptepunten van de afgelopen periode.
Een keer per jaar doen we iets ‘groots’. In de zomer, want dan heb je meestal droog weer en is het lang licht. Zo hebben we al een keer de Elfstedentocht gefietst en de ronde van Nederland. Dit laatste was een project van zo’n dertienhonderd kilometer. We hebben er tien dagen over gedaan. Maar niet alleen op de vlakte, ook een paar bergen in Frankrijk: de Col du Galibier en Mont Ventoux. Het grootste project tot nu toe was het fietsen van Hattem naar Berlijn en na vier dagen weer met de trein terug. Dat was pittig, elk dag tussen de 150 tot 170 kilometer fietsen. En wat een ontlading en genoegdoening toen we Berlijn binnen fietsten en ’s avonds in een restaurant van onze maaltijd genoten en een glas wijn dronken op de prestatie.
Identiteitscrisis? Dat zou kunnen meespelen, maar ik vind het in ieder geval ook heel leuk om te doen. Avonturen beleven, met mooie verhalen thuiskomen en ontdekken waar je grenzen liggen. Ik vind het leven buiten zoveel leuker dan binnen.
Nu na twee jaar wat ‘kleine’ tochtjes gedaan te hebben, onder andere de Amstel Gold, wordt het tijd om weer iets ‘groots’ te doen. Het is natuurlijk nog een plan, het staat in de steigers, en de offers voor de komende tijd zijn groot. Toch gaan we ervoor: volgende jaar van Parijs naar Hattem fietsen, in vijf dagen. Met de bus naar Parijs en dan op de fiets terug.
Ik hoor nu de vraag: waarom doe je dit, van wie moet dat? Mijn antwoord: van niemand, hooguit van mezelf, ik wil het gewoon. Ik wil het omdat ik van de natuur houd, ik wil onze vriendschap onderhouden, ik wil er alles aan doen (zover ik dat in de hand heb) om zolang mogelijk fit en vitaal te blijven. Als moeten willen wordt zijn offers brengen nog steeds geen lolletje, maar wel te doen.
Nog een klein hobbeltje: ik leg mezelf op dat ik mag gaan als ik op een bepaald gewicht zit. Ik ga niet zeggen wat, maar ik weet dat er nog heel wat kilo’s af moeten. Maar omdat ik het wil zie ik er minder tegen op. Trouwens, sowieso een goed principe: doen of iets laten omdat je het wilt, in plaats van dat het moet!
Column 4: 18+
22-7-2019 t/m 28-7-2019
Jarenlang heb ik columns geschreven in Visie, de gids van de EO. Meestal ging het over het opvoeden van kinderen tot een jaar of achttien. Het wekt de indruk dat je rol als opvoeder daarna uitgespeeld is.
Maar niets is minder waar. Jij begrijpt ongetwijfeld dat wanneer kinderen de volwassen leeftijd gaan bereiken, jij als ouder de opvoedingsrelatie moet herdefiniëren. Dat jij in de relatie met jouw kind meer de vreugde en respect voor hun zelfstandigheid mag benadrukken, dan de afhankelijkheid met jou. Dat is ieder geval wel hun behoefte.
Ik bedoel dit: zij willen jou nog steeds als ouder, maar dan meer als betrokken raadgever, iemand die onvoorwaardelijke steun geeft. Een ouder die ze vertelt dat jij vertrouwen in hen hebt.
Hun wens is dat jouw aanwezigheid in de relatie minder wordt ingevuld door de lakens uit te delen, dat jij zo af en toe jouw tong afbijt, ook al zijn het niet jouw keuzes die jouw kind maakt. Dat jij ze helpt door inzichtgevende vragen te stellen, zodat ze zelf beslissingen kunnen nemen. (Natuurlijk willen ze ook dat jij jouw kleur blijft bekennen, waar hebben anders de achterliggende achttien jaar voor gestaan?)
En als ze niet jouw advies vragen of opvolgen, toon dan toch jouw belangstelling. Vertel hoe trots jij op ze bent, hoe goed ze hun zaakjes voor elkaar hebben, ook al doen ze het anders dan jij. Stel ze vragen over hun vriendschappen en stimuleer ze daarin tijd te investeren in plaats van te verwachten dat ze elke (zon)dag bij jou op de stoep staan. Vraag naar hun werk en/of studie, ga desnoods eens op werkbezoek, natuurlijk in overleg.
Het lijkt me duidelijk, jouw rol als opvoeder gaat door, want het blijft jouw kind en jij bent een van die twee onvervangbare steunpilaren.
Column 5: Au
29-7-2019 t/m 4-8-2019
Heel lang geleden werd een man op het matje geroepen. Hij had zijn broer vermoord. Op de vraag: waar is je broer? Reageerde hij met het antwoord: ‘Ik weet het niet, ben ik mijn broeders hoeder?’
Onverschilligheid ten top! En het is gek, maar na duizenden jaren beschaving hoor ik die reactie nog steeds en ik geef direct toe, ook bij mezelf. Hij is iets anders geformuleerd, wat sociaal aantrekkelijker en verdraagzamer gemaakt, namelijk: ‘We moeten iedereen in zijn waarde laten!’ Oké, dat is in essentie ook zou, maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het ook iets van die onverschilligheid van duizenden jaren terug in zich heeft. Een paar van die uitspraken: ‘Ik heb genoeg aan mijn eigen.’ ‘Fijn voor jou.’ ‘Wie ben ik om er iets van te zeggen?’ ‘Ach wat kan ik er aan doen, een druppel op een gloeiende plaat.’
Interesseert het jou nog dat een ander lijdt? Als kinderen worden gezien als projecten van ouders om hun eigenwaarde op te krikken en als ze niet het succesgedrag laten zien, afgeschreven worden.
Raakt het jou nog dat er duizenden thuis stikken in de eenzaamheid, misschien wel bij jou in de straat? Hoe is het trouwens in jouw straat? Heb je de moed, als iemand op straat wordt gepest of uitgescholden, om er iets van te zeggen? Durf jij nog iemand te vragen hoe het gaat en dan niet hopen dat hij of zij ‘goed’ zegt, zodat je weer verder kunt, maar dat je bereid bent om de shit aan te horen en je te laten raken zonder gelijk een oplossing te willen geven?
Brené Brown zegt het zo treffend: ‘Onze samenleving leidt aan een chronisch gebrek aan meeleven met als gevolg een emotionele hongersnood.’
Ik stel voor dat we weer vaker ‘op-elkaars-lip’ zitten. Ja, dat is spannend (vooral als je van alles te verbergen hebt). We laten dan in ieder geval zien dat we de afgelopen duizenden jaren wat geleerd hebben van de geschiedenis.
Column 6: Ik wil er voor je zijn!
5-8-2019 t/m 11-8-2019
Afgelopen weekend was ik, en vele andere crewleden van de 4e Musketier, met ruim zestig vaders en hun tienerdochters in de Ardennen voor een onvergetelijk avontuur.
Het was nat, heel nat. En ondanks de ‘riviertjes’ die zaterdagnacht door onze ‘tenten’ stroomden, kijk ik terug op een geweldig weekend dat zich kenmerkt door woorden als verbinding, verandering, verleggen van grenzen, vertroosting en ook heel veel lol.
Aan het begin van zo’n weekend, op vrijdagavond, mag ik de vaders toespreken. De dochters zijn dan nog niet op het bivak gearriveerd.
Ik eindig mijn praatje met de vraag aan de vaders: ‘Wil jij er voor haar zijn?’ Vervolgens leg ik hen een aantal vragen voor die betrekking hebben op dat onvoorwaardelijk ja.
Een paar van die vragen zijn:
En jij, nu jij dit toch leest, hoe zit dat met jou? Je hoeft namelijk niet naar de Ardennen voor deze vragen. Is jouw dochter bij jou in beeld?
Column 7: Wanneer komt er een moeder-zoon weekend?
12-8-2019 t/m 18-8-2019
In een eerdere column ging het over de rol van vaders en het effect daarvan op de ontwikkeling van hun kinderen, op hun dochters. Ondertussen heeft het bericht meer dan zesduizend mensen bereikt. Ook veel reacties van moeders. Een van de moeders vraagt zich af wanneer er een moeder-zoon weekend komt? En die vraag krijgt bijval van andere moeders.
Ik vraag me dat ook af. Is het not done voor een zoon om met zijn moeder op stap te gaan? Vinden moeders het lastig om met een zoon een weekend op te trekken? Zoiets is toch niet alleen voor vaders weggelegd?
Ik heb geen idee waarom nog niemand is opgestaan om dit te organiseren (het kan zijn dat ik iets of iemand over het hoofd zie. Zo ja, laat die zich dan nu bekent maken J). Wie staat op?
Het is natuurlijk een risicovolle onderneming, om als man iets te schrijven voor moeders. Toch ben ik de uitdaging aangegaan. Om het wachten op zo’n weekend wat te overbruggen heb ik hier alvast een aantal tips voor moeders met zonen. Als hetgeen je leest schuurt, denk dan niet direct: ‘Ach ja, een man’, maar geef jezelf wat ruimte om het te laten landen, je zoon zal er blij mee zijn.
Ik ben benieuwd wanneer het eerste weekend voor moeders en zonen wordt gepland, ik zal de eerste zijn die het van harte aanbeveelt!
Column 8: Carrièretijger?
19-8-2019 t/m 25-8-2019
Het is alweer een tijdje geleden dat ik dit verhaaltje vertelde op een mannenbijeenkomst. Ik vroeg of ze zin hadden in een verhaal van een succesvolle man. ‘Kom maar op’ was de reactie.
‘In Amerika woont een populaire burgemeester met zijn gezin. Hij is een geliefd burgervader van een middelgrote stad. Naast zijn drukke baan heeft hij nog een rol in de kerk en is hij voorzitter van een soort Rotaryclub. Kortom, een druk baasje.
Tijdens een rit naar huis denkt hij: we moeten met zijn tweeën nodig even een weekendje weg. Zo gezegd, zo gedaan. Na de maaltijd kruipt hij achter de computer om een leuk arrangement te scoren. Na een kleine zoektocht, geld speelt geen rol, informeert hij triomfantelijk zijn vrouw: ‘We gaan over drie weken even een paar dagen ertussen uit.’
En daar zitten ze nu samen in de auto, nog even tanken en dan op weg naar hun hotel. Bij het pompstation aangekomen gaat de burgemeester tanken en gaat zijn vrouw nog even naar de shop om wat voor onderweg te kopen. Ze zwaait naar iemand die daar ook loopt. Terug in de auto vraagt haar man: ‘Wie was die man waar jij naar zwaaide?’
‘Oh,’ zei zijn vrouw, ‘dat was Marko, een oud klasgenoot.’
Haar man was even stil en ging verder met vragen stellen: ‘Wat doet hij nu voor werk?’
De vrouw: ‘Timmerman.’
En weer is het even stil en dan zegt hij: ‘Wat heb jij dan mazzel dat jij met mij bent getrouwd.’
De vrouw: ‘Oh ja? Ik denk dat als ik met Marko was getrouwd hij burgemeester was geworden!’
Een ijzige stilte volgt.
Ik weet niet hoe het verhaal afliep, maar meneer werd wel even op z’n plek gezet.
De mensen in de zaal lachten een beetje als een boer die kiespijn heeft. Zou het echt zo zijn dat achter elke succesvolle man een succesvolle vrouw staat?
Hmm, komende dagen maar eens over nadenken.
Column 9: De leider als vader
26-8-2019 t/m 1-9-2019
Zoals je wellicht hebt vernomen ben ik vorig jaar gestopt met het geven van therapie en richt ik me nu onder andere op mentoring. Deze verandering is geboren in Kenia. Met een groep ondernemers en leiders mochten we met Compassion diverse projecten bezoeken en onder de indruk komen van het land, de bevolking en het werk dat Compassion daar doet.
Naast dit hadden we als groep elke avond intervisie. Elke deelnemer bracht iets in. Mijn inbreng had te maken met, wat een deel van mij werk betreft, op een kruising te staan en me afvragen welke weg het op moet. Na veel vragen beantwoorden en ideeën opperen zei iemand iets dat me raakte: ‘Bert, al jong heb jij je vader verloren, je bent een vader geworden van vijf kinderen en een grootvader van vier kleinkinderen. Al jaren dien je vaders door middel van lezingen, boeken en weekenden. Er is echter iets dat nog mist: een ‘vader’ zijn voor leiders, dat jij er voor hen kan zijn, zodat zij weer als leider een ’vader’ kunnen zijn in hun bedrijf of organisatie.’
Het was even stil, het raakte me.
Op de terugvlucht naar Nederland maakte ik de keuze.
Nu ben ik ruim een jaar verder, de veranderingen verliepen heel natuurlijk. Ondertussen heb ik verschillende (kerk)leiders, ondernemers en andere beïnvloeders mogen ontmoeten en hoor ik regelmatig: we missen vaders!
Mannen die hun bedrijf leiden zoals een vader dienend zijn gezin leidinggeeft. Niet zelf op de voorgrond staan, maar juist zijn team zichtbaar maken en dat wat er voor nodig is te faciliteren. Als een collega niet functioneert wordt hij niet ontslagen, maar wordt hem of haar een plek geboden waar hij of zij wel uit de verf komt. Een ‘vader’ die interesse en betrokkenheid toont, ook naar privéomstandigheden. Iemand die zichzelf laat zien, niet om in beeld te komen, maar de ander duidelijk te maken: ik zie jou! Die personeel begrijpt omdat hij naar ze omkijkt. Een ‘vader’ die zijn personeel ruimte geeft om te experimenteren en fouten te maken. ‘Vaders’ die moed en vertrouwen communiceren in plaats van angst en wantrouwen. ‘Vaders’ die een voorbeeld willen zijn omdat ze ontdekt hebben: mijn leven is mijn preek en ik kan kiezen of het een goede, geloofwaardige of een slechte preek is. Ik zie uit naar het uitpakken van dit verlangen en de uitwerking daarvan in ondernemingen, kerken en andere organisaties.
Want dan is er pas echt sprake van een bouwplaats!
Column 10: Niet wat je weet, maar wat je eet
2-9-2019 t/m 8-9-2019
Ik houd van boeken lezen, kranten en tijdschriften scannen en natuurlijk niet te vergeten, de ontmoetingen met mensen. Het zijn voor mij inspiratiebronnen om bijvoorbeeld columns te schrijven. Op dit moment lees ik een boek waarin ik een prachtig verhaal tegen kwam. Het is een boek dat gaat over leiderschap. Het boek heet: Straight-Line Leadership. Het is geschreven door Dusan Djukich.
Het verhaal was in essentie niet nieuw voor mij, maar deze versie was wel veel concreter en kwam daardoor dichterbij. Het gaat over een grootvader en een zoon.
Een oud Cherokee-opperhoofd geeft zijn kleinzoon les over het leven. Hij zegt tegen de jongen: ‘Er woedt een gevecht in mij. Een vreselijk gevecht tussen twee wolven. De een is slecht: hij is boosheid, afgunst, verdriet, spijt, hebzucht, zelfmedelijden, arrogantie, schuld, wrok, minderwaardigheid, leugens, valse trost, superioriteit, gebrek aan zelfvertrouwen en ego. De andere wolf is goed: hij is vreugde, vrede, liefde, hoop, sereniteit, waarheid, nederigheid, vriendelijkheid, welwillendheid, empathie, gulheid, medeleven en vertrouwen. En dat gevecht woedt ook in jou en in ieder ander mens.’
De kleinzoon dacht hier even over na en vroeg toen aan zijn grootvader: ‘Welke wolf wint?’
Het oude opperhoofd antwoordde: ‘Degene die jij voedt!’
Hoe ziet jouw voedselprogramma er deze week uit? Want niet wat je weet, maar wat je eet bepaald de richting van de dag.
Column 11: Waar doe je het voor?
9-9-2019 t/m 15-9-2019
Het is alweer een paar jaar geleden dat ik werd uitgenodigd voor een interview op een lokale radiozender. Ik dacht daar niet lang over na; natuurlijk kom ik, altijd leuk die aandacht.
Tijdens de rit ernaar toe, samen met een zoon, het leek hem wel leuk om dit eens mee te maken, vroeg hij mij: ‘Hoe lang gaat het duren?’
Ai, dat was een goede vraag, ik wist het niet.
‘En verdien je er ook iets mee?’
Ook hierover had ik geen afspraak gemaakt.
Aangekomen bij de studio werden we binnengehaald door twee enthousiaste mensen, ze hadden er zin in. Het gesprek verliep moeizaam en bleef oppervlakkig. Na een uur was ik wel klaar en maakte dat voorzichtig kenbaar. Maar zij niet hoor, ze hadden alle tijd, de hele ochtend was voor dit gesprek ingepland. Na ruim twee uur in de studio te hebben gezeten verlieten we het pand.
We stapten weer in de auto en gelijk kreeg ik opnieuw een paar vragen: ‘Wat was jouw idee van deze ochtend?’
Heel zachtjes zei ik: ‘Geen idee, gewoon …!’
Zoon: ‘Is het dan niet zonde van de tijd?’
Ik baalde van mezelf, uiteindelijk ben ik degene die geen kaders aangeeft en de enthousiaste radiomakers deden gewoon hun werk. Terug naar huis kregen we een interessant gesprek over de vraag: wanneer is voor jou, als ondernemer, een opdracht zinvol en/of rendabel?
Na wat gefilosofeer vertelde hij mij wat een ondernemer hem een keer uitlegde over beslissingen nemen: ‘Voor het aannemen van een opdracht kijk ik naar het volgende: Is er sprake van 1. Zinvolle opdracht? 2. Wordt er samengewerkt met mensen die het beste bij elkaar naar boven willen halen? 3. Kan ik goed verdienen aan de opdracht? Als er minimaal twee van drie criteria aanwezig zijn is het een GO.’
Ik legde deze ‘lat’ even tegen de ochtend aan. Was onze ochtend een waardeloze ochtend geweest omdat er misschien maar één punt een beetje aanwezig was? Nou, nee, niet helemaal, want ik had wel een goede tijd met mijn zoon in de auto. Door dit gesprek ben ik wijzer geworden. Misschien is er nog een vierde item aan toe te voegen. Ik ga er eens over nadenken en als je een idee hebt, hoor ik het graag!
Column 12: Spijt, waarvan?
16-9-2019 t/m 22-9-2019
Het nieuws wordt de laatste weken gedomineerd door failliete ziekenhuizen. Verbazing is er al om: ‘Hoe heeft dit kunnen gebeuren?’
‘Maar,’ zei een vriend en bestuurder in een zorgorganisatie, ‘dit zijn de gevolgen van marktwerking in de zorg. Dit is toch wat het toen zittende kabinet wilde: de zorg wordt beter als er meer concurrentie (marktwerking) is. De schaduwzijde van deze keuze is dat ook een ziekenhuis failliet kan raken, zoals nu heeft plaatsgevonden. Het zou geloofwaardiger zijn om dat te erkennen en geen spijt te hebben van de consequenties nu, maar van de keuzes die toen werden gemaakt.’
Nu is politiek niet mijn corebusiness, maar ik zag wel een bruggetje naar mijn verantwoordelijkheid: het opvoeden van ‘onze’ kinderen.
Toen ik op drieëntwintigjarige leeftijd vader werd, had ik een vrij rechtlijnig idee over hoe je een goede ouder bent. Nu zijn we zesendertig jaar verder en met de kennis van nu zeg ik: ‘Het had hier en daar wel wat flexibeler gekund.’ Daarover mogen de kinderen boos zijn of teleurgesteld en dat naar mij uitten. En mocht het zo zijn dat er van mijn kant een spijtbetuiging nodig is: ‘Dan heb ik spijt van mijn kortzichtige kijkwijze van toen in plaats van spijt om hun reactie nu.’
Terug naar de politiek, wat zou het goed zijn dat er spijt betuigd wordt over de keuze van marktwerking in de zorg. In plaats van spijt hebben over de consequenties; ontslagen werknemers, ronddolende patiënten, en niet te vergeten, de gevolgen voor de bevolking die in de omgeving van het ziekenhuis woont.
Erken toch je tekortschieten, dat is pas oprechte spijt. Misschien nog een keer goed om te zeggen: ‘Je geloofwaardigheid daalt niet als je fouten maakt, wel als je ze ontkent.’
Column 13: Vrijplaats
23-9-2019 t/m 29-9-2019
Recent sprak ik op een opvoedavond met als thema: ‘Ze geloven het wel?! En waar leg jij de klemtoon?’ Na de inleiding gingen de ouders/opvoeders met elkaar in gesprek aan de hand van vragen en stellingen. Deskundigheid uitwisselen, want de spreker is niet de enige deskundige. De laatste vijf minuten werden gebruikt om als groepje een advies of tip te bedenken en deze vervolgens te delen met de hele groep. Aan het eind van de avond ging iedereen met een inhoudsvolle ‘goodiebag’ naar huis.
Het is verrassend hoe creatief ouders zijn, prachtige adviezen kwamen langs. Een daarvan wil ik uitpakken. Iemand zei: ‘Wat zou het mooi zijn dat er, zoals hier in de (kerkelijke) gemeente, ook in onze gezinnen vrijplaatsen zijn!’ Ik dacht: huh, vrijplaatsen?
De tipgeefster: ‘Vrijplaatsen zijn plaatsen in de kerk waar mensen, als ze dat willen, kunnen gaan staan en hun nood, zorg, verdriet en vreugde delen. De gemeente is op de hoogte en er kan op gepaste wijze aandacht en zorg worden besteed aan de betreffende persoon. In ieder geval geen veroordeling, maar onvoorwaardelijke acceptatie als vertrekpunt.’
Vrijplaatsen in je gezin, een plekje waar je mag vertellen hoe je week was, waar je moeiten of je vreugden zitten. Een plekje voor kinderen en voor ouders, na bijvoorbeeld een maaltijd. Een plekje waar alles gezegd mag worden, niets is gek en alles is geoorloofd. Luisteren, doorvragen en uitdagen om het hele verhaal te vertellen. Echte aandacht, de basis voor hechte relaties.
‘Ja,’ zei iemand, ‘maar dan moet het wel veilig zijn!’ Dat klopt, kwetsbaarheid vraagt veiligheid. Als dat er is, dan wordt tegelijk, zonder gemeenschappelijk doel, weer echt samen, met een gemeenschappelijk doel!
Column 14: Wie ben jij als niemand kijkt?
30-9-2019 t/m 6-10-2019
De reclame en sociale media schreeuwen het elke dag: ‘Je moet fris en fruitig zijn, een carrièretijger, minstens een keer per week naar de fitness en als je opvoeder bent, wel graag een vlotte en toffe ouder.’
Als je niet oppast neemt deze waan je volledig in beslag en geeft het je onvrede, omdat de lat te hoog ligt.
In het vergelijken wordt je waarde bepaald door wat jij hebt en kunt, in plaats van wie je bent. In plaats van dat de ander je aanvulling is, wordt hij je concurrent. Je eigen gevoelens, wensen en gedachten neem je niet meer als vertrekpunt in het gesprek. Je reageert reactief, de omgeving bepaalt je kijk op jezelf en de waarde die jij jezelf geeft. Een grote voedingsbodem voor wantrouwen. Het is nooit goed genoeg, je wordt meegezogen in de moderne variant van slavernij: perfectionisme!
Dit plaatje van jezelf wordt ook zichtbaar en voelbaar in je omgeving. Wanneer jij niet lekker in je vel zit en een negatief beeld over jezelf hebt ontwikkeld, beïnvloedt dat de omgang met je vrienden, familie, collega’s, maar ook je kinderen.
Wat heeft jouw opvoedomgeving direct en indirect over jou gezegd en welke invloed heeft dat nu op jouw kijk op jezelf? Leef jij als een vrij mens of ga je nog steeds gebukt onder het juk van het moeten?
Maak ruimte, gun jezelf valruimte, durf ‘buiten de lijntjes te kleuren’, leef het leven. Geniet van wat je hebt, in plaats van ontevreden zijn over dat wat je mist. Stop met vergelijken. Jij bent jij en daar is er maar één van. Leef niet het leven van een ander, want dan gaan we jou missen!
Column 15: Uit de oude doos: Doe maar gewoon!
7-10-2019 t/m 13-10-2019
Elke vakantie kent zijn anekdotes. Deze lopen uiteen van dramatisch tot hilarisch. Vooral die van de laatste categorie zijn de moeite waard om te vertellen wanneer je weer thuis bent, ondersteund met foto’s of bewegende beelden. Ook ons gezin kent verschillende vakantieverhalen. Verhalen die alleen voor insiders leuk zijn en verhalen die de moeite waard zijn om te delen.
Ruim vijftien jaar geleden stonden wij als gezin op een minicamping in Biggekerke in Zeeland. Het contact met de buren verliep in eerste instantie moeizaam. Toen ze vijf jongens uit de auto zagen rollen, tussen de een en zestien jaar, zagen ze hun rustige vakantie al in duigen vallen. Na een week van voorzichtige omgang ‘smolt het ijs’. We dronken samen koffie en tot onze grote verrassing hadden we veel gemeenschappelijk.
De volgende ochtend kwam de betreffende buurman bij onze ontbijttafel staan en zei lachend: ‘Ik moet jullie iets vertellen. Ik heb gisteravond met een man hier op de camping gepraat, onder meer over het vaderschap. Voordat hij naar zijn tent terugkeerde, gaf ik hem nog een boekentip mee. Ik pakte mijn zaklantaarn en scheen op de voorkant van dat boek. Ik las de titel hardop: Vader zijn met hart en handen, geschreven door Bert Reinds.
Toen die man naar zijn tent ging dacht ik opeens; die schrijver is de man die naast ons staat. Helemaal verbaasd ben ik gaan slapen. Maar het mooiste komt nog, Bert, ik heb de afgelopen week regelmatig gedacht: die man, nu weet ik dat jij het bent, zit volgens mij niet zo lekker in zijn vel. Hij zou dit boek eens moeten lezen.’
En daar sta je dan. Achteraf moest ik, en vooral de andere gezinsleden, smakelijk lachen om dit verhaal. We zagen het maar als een gezonde dosis zelfspot die nodig is om niet hoogmoedig te worden. Misschien een idee om zo af en toe in de spiegel te kijken en jezelf een klein beetje toe te lachen. Het ontnuchtert, het is met recht: ‘Wie meent te staan, zie toe dat hij niet valle!’
Column 16: Niemand aan de kant!
14-10-2019 t/m 20-10-2019
In de krant las ik eens over een pretpark in het zuiden van Duitsland, Spieleland. Al binnen een paar jaar na de opening mocht het de miljoenste bezoeker welkom heten. Het succesgeheim is even eenvoudig als briljant: alle generaties zijn er welkom. Er zijn geen obstakels, het park kent geen eenzijdige aandacht voor snel en flitsend, er is geen reservebank voor overbodige gasten. Kortom: in Spieleland staat niemand aan de kant.
Ik droom van de dag waarop de wereld buiten dit park bij dit motto aanhaakt. Dat onze samenleving verandert in een plek waar mensen oog hebben voor elkaar, over de muren van generaties heen. Dat gemeenschappen, groot en klein, het heel vanzelfsprekend vinden dat elke leeftijdsgroep mag meedoen. Want iedereen is nodig. Niets is te min of te veel. Dit geldt niet alleen voor teams, bedrijven, organisaties en kerken, op deze manier komt de hele samenleving tot bloei. Verschillende generaties, met hun diverse mogelijkheden, ervaringen en talenten, houden het bedrijfsleven en de samenleving gezond.
Laat in je dagelijks leven zien dat elke generatie ertoe doet. Geef zelf het goede voorbeeld. Leer het ook je kinderen. Thuis leg je de basis waarop de samenleving verder bouwt. Stel de nieuwe generatie vragen over hun leefwereld. Motiveer ze om aandacht te hebben voor ouderen, door die bijvoorbeeld op te zoeken en naar ze te informeren.
Heb aandacht voor elkaars leefwereld. Dit is de belangrijkste voorwaarde voor verbondenheid. Over de grenzen van generaties heen kijken vraagt een grote bereidheid je blikveld te verruimen. Stel je open om van de wijsheid van je oudere collega te leren, van de ervaringen en vaardigheden die ze in hun leven hebben opgedaan. Prikkel ze andersom ook om te genieten van de mogelijkheden, de flexibiliteit en durf van de nieuwe generatie. Want als iedereen speelt staat niemand aan de kant.
Column 17: Wat lekker smaakt, vraagt naar meer
21-10-2019 t/m 27-10-2019
‘Elk gezinslid neemt, wanneer het hem of haar uitkomt, iets uit de pan. Schept zijn bord vol of haalt het uit de magnetron en zoekt een plek in huis, om vervolgens in z’n eentje te eten. Dat is handig, want je hebt geen ruzie aan tafel, je kan je laatste Whatsappberichtjes zonder gezeur lezen en je hoeft je favoriete serie niet te missen.’ Gaat het bij jullie ook zo?
Ik weet maar al te goed hoe ‘handig’ deze manier van eten is. Wanneer ik om een of andere reden later eet, merk ik het verschil met gezamenlijk eten. Ik hoef geen vragen te beantwoorden, ellenlange verhalen aan te horen of mijn tijd te verdoen met wachten op treuzelende eters. Ik ben binnen vijf minuten klaar en heb dan ook nog mijn mail gelezen! Pure tijdswinst!
Maar is deze manier van eten ook gezond voor de gezinskwaliteit? Is het niet zo dat juist door met elkaar aan tafel te zitten de gezinsgesprekken op gang komen? Dat juist een gezamenlijke maaltijd de mogelijkheid biedt om elkaar aandacht te geven en de activiteiten op elkaar af te stemmen? (Natuurlijk is het ook de plaats van ruzies, maar dat is ook contact.)
Aan de eettafel wordt gezinseenheid geoefend en persoonlijkheid gevormd. Je luistert naar elkaar en je stelt elkaar vragen. Door dit samenspel leert iedereen dat het leven niet alleen om hem draait! Stel vandaag nog een daad. Plan minimaal één moment in de week waarop jij als gezin samen eet en tijd neemt voor elkaar. Doe alles wat ruis veroorzaakt tijdens het samen zijn weg. Geef elk gezinslid ‘spreektijd’ die hij geheel op zijn eigen manier mag invullen.
Samen eten is veel meer dan de nodige voedingsstoffen naar binnen werken, het kan juist ook een sociaal gebeuren zijn. En je zult zien: wat lekker ‘smaakt’, vraagt naar meer.
Column 18: Rolmodel
28-10-2019 t/m 3-11-2019
In de Groene Amsterdammer stond een artikel over de problematiek in achterstandswijken. Pedagoog Inge van der Valk deed onder andere deze uitspraak: ‘Als de vader verdwijnt, heeft de moeder vaak nog weinig in te brengen tegen de jongetjes. En in arme, anonieme buurten is het dan heel moeilijk om tegenwicht te bieden tegen slechte vrienden. De afwezige vader is het grote probleem.’
Nathan de Vos komt in zijn boek ‘Man o man’ tot vergelijkbare conclusies en gaat nog een stapje verder. Hij schrijft dat het missen van de vader als rolmodel één van de redenen is waarom mannen vaker zelf een eind aan hun leven maken dan vrouwen.
Mijn tip: vaders, geef leiding aan je gezin, zonder de gezinsleden te frustreren. Mannen, laat je zien in de straat, op de sportvelden en in de kerk. Toon je onvoorwaardelijke liefde, want dat is uitgepakte genade. De vrucht van voorwaardelijk opvoeden is dat een kind zich ontwikkelt of als pleaser met een hoog aanpasgedrag, of als rebel die conflicteert met autoriteit. Beiden raken uiteindelijk de weg kwijt in de samenleving.
Neem tijd voor hen en leef als een voorbeeld met hen. Gun kinderen het maken van een fout, kinderen leren juist van fouten maken. Bespreek je ervaringen als vader eens met andere mannen/vaders, vertel elkaar de moeiten en de vreugden en de noodzaak van jouw aanwezigheid in de nieuwe generatie. Want alleen wat je aandacht geeft groeit.
Column 19: Spugen
4-11-2019 t/m 10-11-2019
Al ruim twintig jaar mag ik mijn kennis en vaardigheden inzetten voor ECM. Een zendingsorganisatie die zich richt op Europa. Gesprekken met nieuwe zendelingen, maar ook zorg verlenen in bestaande situaties, behoren tot de werkzaamheden.
Een keer in de twee jaar vindt er een internationale conferentie plaats. Veel zendelingen die namens ECM in Europa betrokken zijn komen daarnaartoe. Ervaringen worden gedeeld en middels diverse seminars wordt er gewerkt aan deskundigheidsbevordering.
Zo mocht ik ook een keer een seminar geven over het thema ‘echtheid in leiderschap’. Bij het voorbereiden kwam ik op het idee om het seminar met een ‘plaatje’ te beginnen. Ik kocht een zak met krijtjes (dropjes) om uit te delen. Uiteindelijk begint elke preek met het delen van pepermunt. Wat ik aan de zak toevoegde waren twee schoolbordkrijtjes, die zo geprepareerd waren dat ze leken op de snoepjes.
Bij de start van het seminar deelde ik de dropjes uit en vroeg de groep even te wachten met het snoepje in de mond te stoppen totdat eenieder was voorzien. Zo gezegd, zo gedaan. Op mijn teken gingen de dropjes in de mond en ondertussen hoopte ik dat mijn experiment lukte. En ja hoor, het duurde maar even en er stonden twee mannen op en spuugden het ‘snoepje’ uit. Ik vroeg hen wat ze deden. Hun reactie: ‘Het is geen snoepje, maar een schoolbordkrijtje!’
‘Maar,’ zei ik, ‘waarom stopte jullie het dan in de mond?’
Hun reactie: ‘Het leek erop!’
Het bruggetje naar het thema ‘echtheid in leiderschap’ was snel gemaakt. Het uitspugen van dat wat niet echt is geldt niet alleen voor snoepjes, maar ook voor de omgang tussen mensen. Als je niet echt bent, toneelstukjes opvoert, dan word je na verloop van tijd ‘uitgespuugd’.
Laat je binnenkant je buitenkant zijn: ‘Doe zo as ie zeggen, dan lieg ie niet.’
Column 20: Levenslang 5 december
11-11-2019 t/m 17-11-2019
Twee momenten in jouw leven liggen vast: je geboortedag en je sterfdag. De tijd tussen deze twee momenten is je levensweg. Je ontwikkelt je op die levensweg van kind naar volwassene en als je volwassen bent geworden mag je verder groeien in volwassenheid. Ontwikkelen doe je dus je hele leven, neem daarom de tijd.
Toen jij geboren werd was je nog, als een soort zipbestand, ‘ingepakt’. De buitenwacht kan er nog niet zoveel uit opmaken wie jij werkelijk bent. De voor jou liggende levensweg biedt de mogelijkheid eigenheid uit te pakken, jezelf zichtbaar te maken. Alles wat jij als kind, en later als volwassene, onderweg tegenkomt (school, studie, werk, vrienden, huwelijk, gezin, kerk, etc.) zijn leerplekken waarin jij de mogelijkheid krijgt om uitgepakt te worden: te laten zien wie jij bent! Je hebt dus mensen en activiteiten nodig om zichtbaar te worden en niet om iemand te worden, want je bent al iemand vanaf dat je in de buik van je moeder zat.
Die ‘uitpakplekken’ zijn geen doelen op zich, maar staan dus in dienst van het hogere doel: dat jij steeds meer zichtbaar wordt. Een vraag bij het zoeken naar een baan kan dan zijn: als ik daar ga werken, word ik dan uitgepakt of ingepakt? Voor een teamleider is een vraag vanuit dat uitpakidee: is de werksfeer in mijn team er eentje die eigenheid van teamleden zichtbaar maakt?
Hoe leef jij, als een mummie of als een uitgepakte? Laat je niet meer inpakken, mocht dat het geval zijn. Dus ook na 5 december blijven uitpakken. En voor opvoeders deze tip: een kind opvoeden is niet een vat vullen, maar een vlam ontsteken.
Column 21: De kool en de geit sparen?!
18-11-2019 t/m 24-11-2019
‘Wat wilt u drinken, thee of koffie?’ ‘Maakt niet uit.’
‘Gaan we met de fiets naar de sportschool of met de auto?’ ‘Zeg jij het maar.’
‘Eten we vanmiddag of vanavond warm?’ ‘Ik vind alles prima.’
‘We vieren eerste kerstdag dit jaar thuis.’ ‘Maar mijn ouders dan, wat zullen zij zeggen?’
Herkenbaar? Ik kom deze houding regelmatig tegen: keuzestress. Sommigen lijden er zo onder dat een burn-out onvermijdelijk lijkt. Hoe dat zit en hoe het anders kan, wil ik je laten zien aan de hand van twee stijlen van leven.
In deze leefstijl is de ander bepalend voor de richting die je gaat of de keuze die je maakt. Een voorbeeld: Thijs is psycholoog en heeft voor ‘s avonds met zijn vrouw een afspraak gemaakt om naar de bioscoop te gaan. Twee uur voor die afspraak gaat zijn telefoon. Hij kijkt en ziet dat het een cliënt is. Ze vraagt Thijs of hij ‘s avonds nog even tijd heeft. Thijs vindt dit lastig, want wat moet hij nu doen? Als hij ja zegt tegen zijn vrouw is de cliënt teleurgesteld, zegt hij ja tegen die cliënt is zijn vrouw teleurgesteld. Na een paar minuten wikken en wegen over de consequenties kiest Thijs voor de cliënt. In zijn ‘berekening’ lijdt hij dan de minste schade, denkt hij.
Deze stijl begint bij de vraag: wat zijn mijn wensen, behoeften, verlangens en verantwoordelijkheden? Die worden vervolgens als vertrekpunt in de keuzes bepalend. Vertaal dit naar het voorbeeld: Thijs vraag zich af wat hij belangrijk vindt. Thijs kiest uiteindelijk voor de afspraak met zijn vrouw. Hij vindt trouw zijn aan zijn vrouw het belangrijkst, ook al zal zijn cliënt teleurgesteld zijn. Tegen de cliënt zegt Thijs: ‘Vanavond ben ik niet beschikbaar, maar morgenmiddag heb ik nog wel een uurtje, dan kunt u langskomen.’
Niet aanpassen, maar afstemmen, want bij afstemmen behoud jij je eigenheid. Dat betekent eerst verbinding maken met jouw binnenkant om vervolgens verbinding te maken met de binnenkant van de ander. Dat vraagt duidelijkheid, grenzen stellen en niet bang zijn voor een conflict: nee is oké! Blijf oefenen, vooral in het klein dan gaat het in groot ook steeds beter.
Dus:
‘Wat wilt u drinken, thee of koffie?’ ‘Koffie.’
‘Gaan we met de fiets naar de sportschool of met de auto?’ ‘Fiets.’
‘Eten we vanmiddag of vanavond warm?’ ‘Vanavond.’
‘We vieren eerste kerstdag dit jaar thuis.’ ‘Mijn ouders zullen verrast zijn, maar het geeft hen de mogelijkheid om het ook eens anders te doen.’
Column 22: Klopt het wel wat jij zegt?
25-11-2019 t/m 1-12-2019
Ergens in een warm land hield een geliefde leraar iedere vrijdagmiddag een zeer gewaardeerd en drukbezocht college. Tijdens een van zijn colleges kwam een poesje het leslokaal binnen lopen. Het trippelde en dartelde heen en weer. Zo nu en dan sprong het op de lessenaar en leidde de aandacht van de leerlingen af. Dat ging een tijdje zo door, want het lukte de docent niet het dier op andere gedachten te brengen, tot grote hilariteit van de leerlingen. Gelukkig was er iemand op de voorste rij zo vriendelijk het dier buiten de deur te zetten. Dat hielp maar even, want de lesruimte had open vensters en de poes sprong opnieuw naar binnen. Poes naar buiten, poes naar binnen. De geliefde leraar hield de draad van zijn betoog niet meer vast en zijn kostbare waarheden vielen ter aarde. Toen kreeg hij een ingeving. Hij gaf opdracht de kleine ordeverstoorder met een lijntje te laten vastbinden aan een haak buiten, vlak bij de ingang. Dat hielp, ongehinderd kon nu de les voortgezet worden en eenieder kon genieten van het ‘voedsel’ dat hem werd voorgeschoteld.
Een week daarop vertoonde het dier zich opnieuw bij het leslokaal. Een ijverige leerling besloot eventuele nieuwe ordeverstoringen te voorkomen en het alvast vast te binden, met hetzelfde lijntje aan hetzelfde haakje. Dat ging uiteindelijk iedere week zo door. Telkens vertoonde de poes zich bij het lokaal en telkens werd het dier bij voorbaat al vastgebonden door een trouwe leerling. Iedereen raakte ermee vertrouwd dat er tijdens de colleges van de geliefde leraar een poes aan de haak zat. Op den duur wist men niet beter dan dat het zo hoorde. Echt waar, want toen het onvermijdelijke moment daar was dat het dier niet meer op kwam dagen, besloot de docent met zijn leerlingen een ander poesje te halen en hem vast te binden: zelfde haak, zelfde plaats.
De docent stierf. Er werd een opvolger gezocht, gevonden en aangesteld. Aan het begin van zijn eerste voordracht vroeg hij wat het vastbinden van de poes bij de ingang te betekenen had? Men gaf als antwoord dat ze het altijd al zo hadden gedaan. Zo ging het jaar in jaar uit, geen les zonder poes. De traditie was geboren.
Onder de volgende generatie leerlingen/docenten rees de vraag waarom dat zo nodig altijd moest. Maar in plaats van terug te gaan naar het begin, verschenen er geleerde verhandelingen over pedagogische en didactisch verantwoorde waarden om tijdens de lessen een poes aan een lijntje te hebben. Uiteraard verbonden met allerlei diepzinnige theorieën, die er helemaal niet over gingen, maar die er bij diepere beschouwing volgens hen toch mee te maken had. Daarna volgden de commentaren van een nieuwe generatie docenten. De traditie kon niet meer stuk. ‘We moesten toch vooral trouw blijven aan deze vorm?’ hielden sommige docenten elkaar en vooral de directie voor, vanwege de diepe waarheid die daarin opgesloten ligt. De school was er maar wat trots op en dacht of zei soms hardop: ‘Wat een verschil met andere scholen die dit inzicht niet hebben verkregen en die het moeten doen zonder een poes aan de haak’. En niemand ging meer terug naar de bron.
En wat doe jij?
Column 23: Aanvullen of aanvallen
2-12-2019 t/m 8-12-2019
Ontevreden zijn over jezelf kan een belangrijke bron van irritatie worden in je dagelijkse leven. De frustratie vertroebelt je objectiviteit, wat je denkt te zien is meer wat je denkt, dan wat je ziet. Er hoeft maar iets te gebeuren en je denken wordt bevestigd.
Het kan met van alles te maken hebben. Je haar wordt grijs of valt uit, je krijgt ouderdomsvlekken op je handen, je leefsituatie breekt je op nu de kinderen minder vaak een appèl op je doen. Jij kunt niet drie keer op vakantie en je vrienden wel. Je hebt last van een ‘ziekte’: jouw leven vergelijken met dat van anderen.
Dit kan ook op je werk spelen. Natuurlijk weet jij ook wel dat je geen dertig meer bent, maar het is wel een pijnlijke confrontatie wanneer je merkt dat denkprocessen trager verlopen, schakelen naar andere activiteiten minder soepel gaat en je collega eerst even naar die nieuwe, slimme, jonge collega gaat voor advies. Je flexibiliteit wordt minder en je jongere collega’s zien nergens tegen op. Terwijl zij strak in hun lichaam zitten wordt het effect van de zwaartekracht een werkelijkheid in het jouwe.
Het wordt heel lastig om in deze sfeer samen te werken en de meerwaarde van de verschillende generaties te erkennen. Want als je waarde wordt bepaald door wat je hebt en kunt, wordt je collega bij het ouder worden jouw concurrent. Er ontstaat, als je niet oppast, een kloof in je jongere team en de werkvreugde neemt af.
Stop met vergelijken. Het maakt namelijk jaloers, faalangstig of arrogant. Leef en eet gezond, maar weet ook dat je geen dertig meer bent. Kijk eens wat vaker in de spiegel en neem jezelf dan maar wat minder serieus, dan krijgen je collega’s misschien ook weer meer ruimte. Geniet van het enthousiasme van de nieuwe generatie collega’s, gun ze ruimte voor nieuwe inzichten. Denk aanvullend en wees de stabiele factor voor de momenten als ze stuiteren en het ook niet goed weten. Erken dat een goede mix van verschillende generaties juist het team gezond houdt, je hebt elkaar nodig. En misschien is deze gedachte wel de beste bestrijding van het vergelijkvirus: kennis verzamel je op school, wijsheid komt met de levensjaren.
Column 24: I have a dream
9-12-2019 t/m 15-12-2019
In een nacht in 1984 werd ik verward wakker. Ik had gedroomd, maar niet zomaar een droom. Het leek heel concreet, echt. Ik had zoiets nog niet eerder meegemaakt en terugkijkend daarna ook nooit meer.
Ik droomde dat ik op een podium stond met medestudenten om ons diploma te ontvangen. De examencoördinator verwelkomde de geslaagden, de genodigden en de examencommissie. Vervolgens deelde hij mee dat deze groep studenten naast hun handtekening, ook een spreuk of wens op hun diploma mochten zetten.
Wat een ‘verrassing’, maar wat schrijf je dan op? De raderen draaiden en tegelijk werden de eerste geslaagden naar voren geroepen. Gelukkig kreeg ik bedenktijd, de R van Reinds komt achteraan.
Ik was aan de beurt: ‘Bert Reinds, kom maar naar voren’. Ik liep naar hem toe ontving mijn diploma. Hij vroeg mij: ‘Bert, wat wil jij als ‘extraatje’ op je diploma schrijven?’ Ik wist het en zonder verder na te denken riep ik uit: ‘De vreze des Heren is het begin van alle wijsheid!’ De zaal lachte mij uit, de examencoördinator hield zich in en uit fatsoen vroeg hij wat ik daarmee bedoelde? Ik wachtte tot het weer stil werd en legde uit: ‘Mijn visie is dat ik in de toekomst mensen persoonlijk, in relaties, in gezinnen en in kerken zo wil beïnvloeden, dat ze een leven gaan leiden waarin steeds meer zichtbaar wordt hoe God hen als man of vrouw bedoeld heeft.’
Ik was nog niet uitgesproken en ik werd wakker. Wat was dit? Moest ik hier waarde aan hechten? Ik was vierentwintig jaar, tweedejaars van een mbo-opleiding, net twee jaar getrouwd en vader van een zoon.
Nu vierendertig jaar later, soms terugkijkend op mijn leven, ontdek ik: I had a dream, en deze is de afgelopen vierendertig jaar uitgekomen.
De meeste dromen zijn bedrog, maar soms … Soms komen dromen uit. Wat is jouw droom?
Column 25: Als ik dat had geweten …
16-12-2019 t/m 22-12-2019
De afgelopen vierentwintig uur hebben Willemien en ik twee begrafenissen bijgewoond.
Pittig, confronterend met de eindigheid, maar ook leerzaam, ik heb opnieuw een rijke les geleerd.
Bij elke begrafenis of crematie is er wel iemand die de overledene herdenkt: In Memoriam. Een van de familieleden of vrienden gaat in vogelvlucht het leven van de overledene langs. Hoogtepunten en dieptepunten worden uitgelicht, soms wordt de geschiedenis iets mooier voorgehouden dan het in werkelijkheid was. Maar vaak hebben de nabestaanden wel de moed om het hele verhaal te vertellen. En wat kom je dan ‘opeens’ veel te weten, wat ga je ‘opeens’ iemand zijn gedrag, houding, leven begrijpen. En je denkt: had ik dit maar geweten, dan …
Wat is er veel verdriet verstopt in de geschiedenis, veel onmacht gecamoufleerd en eenzaamheid gecompenseerd. En ja, soms was er wel even die onverwachtse uitbarsting die je niet goed begreep of het verstikkende gevoel bij een te lange zwijgperiode, maar uit fatsoen of geen zin aan gedoe liet je de ander maar even, je vroeg niet door. Maar bij zo’n In Memoriam denk je: had ik dit maar wel gedaan.
Terwijl ik naar die indrukwekkende, eerlijke verhalen zit te luisteren en mijn emoties maar gewoon de ruimte geef, denk ik: laten we als generaties elkaar toch eerder vertellen hoe de geschiedenis er uit heeft gezien. Zodat we bij leven meer begrip voor elkaars gedrag kunnen opbrengen waardoor we als generaties voor elkaar van betekenis kunnen zijn voordat we de laatste adem uitblazen.
Je kan dus meer weten door te vragen: ‘Papa, mama, opa, oma, vertel eens van vroeger?’ De antwoorden uit hun geschiedenis maken het leven in jouw tijd rijker. Zoek ze op, laat ze hun jeugdherinneringen vertellen en jij krijgt beter zicht op jezelf en wellicht geeft het een helende werking voor de niet bedoelde wonden, die je hebt opgelopen door de geschiedenis heen.
Column 26: Zelfingenomenheid, omgekeerde angst voor afwijzing
23-12-2019 t/m 29-12-2019
Jij komt ze vast wel eens tegen: betweterige mensen. Nee, ik bedoel niet mensen zoals de schrijver van dit boek, maar mensen die arrogant, eigengereid, zichzelf verhogen ten koste van de ander, zelfvoldaan en verwaand gedrag laten zien.
Als iemand in jouw omgeving dit laat zien, irriteer je er dan niet aan. Het zijn vaak gekwetste mensen. Ze zijn in hun leven één of meerdere keren afgewezen en dat doet pijn. Ze zijn, als overleving, stekels gaan ontwikkelen, want stekels houden mensen op een afstand.
Wees je bewust van die mogelijk onderliggende angst voor afwijzing en de ingepakte pijn die hij/zij in het verleden heeft opgedaan. Zoek allereerst verbinding en op een later moment de waarheid. De waarheid is nodig, begrijp me goed. Het gaat om de volgorde: eerste liefde en dan waarheid. Toon respect voor de persoon en laat zien dat gelijk willen hebben niet je hoogste prioriteit in je leven is.
Column 27: Hopeful Forever
30-12-2019 t/m 5-1-2020
3 Januari 1968, 01.30 uur.
Het was midden in de nacht. Ik werd wakker van het licht op de overloop. Waarom brandde er licht? Het was toch nacht? Daar moest ik meer van weten.
Zachtjes kroop ik uit mijn bed en sloop naar de slaapkamer van mijn ouders. Wat vreemd, ook daar brandde het licht. Bij het openen van de slaapkamerdeur hoorde ik huilende mensen. Tot mijn verbazing zag ik dat niet mijn vader naast mijn moeder lag, maar mijn oma.
Ik vroeg: ‘Waar is papa en wat doet oma in jullie bed?’ Mijn moeder riep me bij zich en sloeg een arm om me heen. ‘Luister, jongen,’ zei ze, ‘papa is naar de hemel, hij is vannacht gestorven.’ Veel vragen had ik opeens. Al was ik dan nog maar zeven jaar, ik begreep dat dat niet best was. Ik kan me niet meer herinneren wat ik toen gedaan heb. Ik ben, geloof ik, weer naar bed gegaan, niet wetend dat dit verlies verstrekkende gevolgen zou hebben voor mijn ontwikkeling als man en als vader.
In zo’n week trekt het litteken meer dan in andere weken van het jaar.‘Gelukkig’ is het de pijn die verwijst naar een herstelde wond, maar het blijft pijn. Vijftig jaar vaderloos en toch zo veel genieten van het vaderschap en voor vaders van betekenis mogen zijn. Ik kan niet anders concluderen dan dat in mijn leven traumatranen worden omgezet in vreugdebronnen.
Ik noem een paar van die vreugdebronnen rondom het vaderschap: als persoon ben ik gekend door de Vader, ik ben vader van vijf zonen, ondertussen schoonvader van vier prachtige schoondochters en grootvader van vier kleinkinderen. Al meer dan twintig jaar mag ik schrijven en spreken over het vaderschap, met als hoogtepunt viermaal per jaar genieten in de Ardennen met de 4e Musketier en vele vaders met hun tieners.
Geen hopeloos einde maar een eindeloze hoop.
Of om met de woorden van het muzieknummer, dat tijdens het tv-programma van Andries Knevel werd gedraaid en zijn wenkbrauwen deed fronsen vanwege de heavy stijl, te spreken: ‘Hopeful Forever’.
Column 28: Goede voornemens
6-1-2020 t/m 12-1-2020
Bij de jaarwisseling hebben velen de gewoonte voornemens met elkaar te delen. Tijdens de evaluatie van het jaar dat achter hen ligt, ontdekken ze een kloof tussen wenselijkheid en werkelijkheid. Goede voornemens spreken dan ook de wens uit die kloof in het nieuwe jaar wat kleiner te krijgen. Niet alleen je hart moet kloppen, maar ook je leven!
Ik wil mijn voornemens graag met je delen en jij mag me eraan herinneren wanneer ik deze voornemens niet nakom, want standpunten die niet geworteld zijn in de praktijk van het leven zijn holle vaten.
Mijn voornemens: ‘Ik wil alleen doen wat de vrede ten goede komt. Gelijk hebben is niet mijn doel. Daarom wil ik steeds het beste voor en in de ander zoeken. Ik wil in mijn spreken vriendelijk en verstandig zijn en ik streef ernaar iedereen een goed antwoord te geven. Want een passend antwoord maakt de spreker blij en vriendelijke uitspraken zijn als een honingraat, zoet voor het verstand en medicijn voor het gebeente van de toehoorder.’
Spierballengeblaat? Ik denk het niet. Wanneer ik terugkijk op ‘oude jaar’ is me één ding duidelijk; ik kan het niet, maar ik geloof wel dat Hij dit voornemen wil uitwerken in mijn dagelijks leven! Indien ik bereid ben te erkennen dat ik zonder Hem niets kan doen wat van eeuwigheidswaarde is, en tevens de werken ga doen die Hij dagelijks voor me klaarlegt in plaats van anderen, dan gaat het gebeuren.
Ik wens jou veel uitpakruimte, zodat steeds meer zichtbaar mag worden wie je al bent.
Column 29: Het beste voor je kind
13-1-2020 t/m 19-1-2020
Laat jij je ook gemakkelijk meeslepen door een sfeer van het najagen van spullen? Ben jij ook zo druk met jouw weldoortimmerd huis, met het uitzoeken van de nieuwste kleding, geobsedeerd door de laatste ontwikkelingen op het gebied van sociale media-apparatuur? Druk met het verzamelen en onderhouden van het aardse kapitaal? Ook het opvoeden is met dit virus besmet geraakt.
Ouders die zich drukker maken om de welvaart van hun kind, dan om het welzijn van hun hart. Kinderen worden projecten die de waarde van hun ouders moet opkrikken. Zij moeten de gemiste kansen van hun ouders rechtzetten. Kijk maar eens langs de lijn van het voetbalveld. Je vraagt je soms werkelijk af waarom of voor wie zoonlief of dochterlief voetbalt. Vraag leerkrachten in het basisonderwijs maar eens naar de ‘gezellige’ gesprekken met ouders naar aanleiding van de Cito-toetsuitslag van hun kind, die toch een beetje tegenvalt: ‘Het ligt meestal aan de test of omstandigheden, want hun kind kan toch zeker naar de havo!’. Begrijpelijk, je wilt toch het beste uit het kind halen? Maar wat is het beste dan en voor wie is dat dan het beste?
Ik wil jou, namens de kinderen, een paar vragen voorleggen. Ze helpen wellicht bij het vinden van het juiste perspectief bij de vraag: wat is het beste voor het kind?
Bedankt, namens de kinderen.
Column 30: Onthaasten
20-1-2020 t/m 26-1-2020
Ze stonden druk te praten voor de deur, twee echtgenoten met opvoedingsproblemen. In verband daarmee hadden zij een afspraak gemaakt. Toen hij binnen was stak meneer gelijk van wal: ‘Wij hebben een ingewikkelde zoon, al vijf jaar terroriseert hij ons gezin en nu zijn we het zat. Kunt u ons vertellen wat we moeten doen? Er moet nú iets gebeuren!’
Even moest ik mijn tong afbijten, ik had de neiging hem te vragen: ‘Moet ik het inpakken of eet u het hier op!’
Alles moet snel, het liefst vandaag. De maaltijden zijn kant-en-klaar, je kunt daardoor snel eten en weer snel van tafel, als je die tafel al tegenkomt. Het speelgoed wordt steeds efficiënter, het is af. Je kunt er niks mee, maar je hebt het wel, handig hè? Met je digitale camera maak je honderden foto’s die je vervolgens ook weer weggooit of ergens op je computer in een bestandje opslaat en vervolgens nooit meer bekijkt. Heel handig, want je hoeft niet meer te wachten op een goed moment om een foto te maken en ook niet meer op het ontwikkelen en afdrukken van je filmpje.
In de omgang met onze kinderen willen we ook graag tips die de problemen het liefst vandaag nog oplossen. Wanneer de relatie niet zo lekker loopt wordt een therapeut gezocht, die op korte termijn succes boekt. Het bevallen moet snel en het sterfbed moet ook maar niet te lang duren. Het liefst willen we dat het dagelijkse leven weer snel wordt opgepakt.
Maar wat is eigenlijk het doel van snel? In dat licht moest ik denken aan een uitspraak van de opa van mijn vrouw: ‘Je kunt later niet zien hoe lang je erover gedaan hebt, maar wel hoe het is geworden.’ Dat is een herwaardering van het woord onthaasten.
Column 31: Vrijheid of vrijblijvendheid
27-1-2020 t/m 2-2-2020
We zijn overtuigd van de noodzaak om aan kinderen (en volwassenen) grenzen te stellen. Ze geven vorm en ruimte, zekerheid en betrouwbaarheid. Maar grenzen prikkelen ook! In de loop der jaren hebben deskundigen zich gebogen over de vraag of en zo ja, welke grenzen we aan onze kinderen moeten stellen. Dat veroorzaakte regelmatig accentverschuivingen in de opvoedingstheorieën. Maar elke theorie kent zijn schaduwzijde, zoals blijkt uit onderstaand verhaal:
In een supermarkt stonden mensen in de rij voor de kassa. Een oudere man was zijn boodschappen aan het afrekenen. Terwijl hij dat deed botste een meisje telkens met een kar tegen zijn hielen. De man vroeg aan de moeder om haar dochtertje daarmee te laten stoppen, maar haar reactie was: ‘Nee, dat doe ik niet, want ik geef haar een vrije opvoeding.’ Het werd even stil. Een punker die achter deze moeder en dochter stond, maakte zijn pak vla open, goot de inhoud over het hoofd van het meisje en zei: ‘Tja, ik heb óók een vrije opvoeding gehad!’ (Sommigen zeggen dat het een broodje-aap verhaal is. Maakt niet uit, de boodschap lijkt me helder.)
We weten dat grenzen stellen nodig is en toch hebben we de neiging onze kinderen ‘vrij’ te laten. Als ouder wil je dat de buitenwereld jou ziet als een goede ouder en dat je kind jou aardig vindt. Maar daarin schuilt het grote gevaar, dat we ons laten leiden door wat anderen van ons vinden, door angst … Ik moet denken aan een ervaring tijdens een bezoek aan vrienden. Ik vroeg mijn zoon of hij met mes en vork wilde gaan eten. Zijn reactie: ‘Dat hoeft anders nooit.’ Omdat ik door hem niet voor gek gezet wil worden, loop ik het risico zijn niet wenselijke gedrag de volgende keer maar te laten gebeuren. Dan maar liever even geen grens aangeven! Waardoor laat jij je leiden bij het stellen van grenzen?
Column 32:Dit mag nooit weer gebeuren!
3-2-2020 t/m 9-2-2020
En weer werd er een leidinggevende van een school op non-actief gesteld. De reden was: pedagogisch wanbeleid. Dit keer geen seksueel misbruik, maar kinderen die emotioneel worden verwaarloosd. Dat kan natuurlijk niet, hoewel ik wel eens denk aan hoeveel ouders zich op deze manier gedragen en wel mogen doorgaan. Maar goed, zorg voor andermans kinderen ligt toch anders. Wat me dan verbaast is de roep van het volk: ‘Dit mag nooit weer gebeuren’. Natuurlijk zou je dat wensen en vooral verwachten als je ervan uit gaat dat de mens steeds ‘beschaafder’ wordt, maar de praktijk laat keer op keer een andere werkelijkheid zien. Naast de zonzijde heeft de mens/samenleving ook een schaduwzijde.
Niet alleen bij wantoestanden op scholen wordt dit geroepen, ook in andere samenlevingssituaties. Ik noem er twee:
Uit deze voorbeelden trek je de conclusie dat de mens beperkt is, faalt, fouten maakt. En dat gegeven vindt hijn de omgeving heel vervelend. Het roept gevoelens van boosheid en teleurstelling op, het geeft een machteloos gevoel en de angst dat het leven toch niet zo maakbaar is als men predikt. De mens probeert weer grip op de situatie te krijgen en spreekt zichzelf moed in met de uitspraak: dit mag nooit weer gebeuren! Realistisch? Nee! Omarm de/jouw schaduwzijde, streef naar het hoogst haalbare, maar blaas niet zo hoog van de toren als het mis gaat, alsof jij perfect bent. Misschien ontstaat er dan meer ruimte voor troost en herstel in plaats van groeiende verbittering, verharding of Calimero-gedrag. Blijf realistisch: alle dagen zon geeft een hele grote zandbak.
Column 33: Hallo allemaal …
12-2-2020 t/m 16-2-2020
Ik weet bijna zeker dat jij bij het lezen van deze kop het zinnetje hebt afgemaakt met de woorden: wat fijn dat je er bent. Het is een gevleugelde uitspraak van Juf Ank uit de Luizenmoeder, een populaire tv-serie.
En misschien denk je nu, moet hij daarover ook nog iets zeggen, het krijgt al zoveel aandacht.
Ja, ik wil er ook iets over zeggen, maar niet zozeer over de inhoud van het programma, het (grof) taalgebruik, de reële of irreële weerspiegeling van de werkelijkheid. Het gaat mij om het fragment dat juf Ank een tien minuten gesprek heeft met de moeder van Floor, Hannah, waarbij de vader van Floor en zijn nieuwe vriendin erbij zitten en zo af en toe ook wat zeggen.
Er heerst een gespannen sfeer tijdens deze ontmoeting waarin Hannah haar zorg uitspreekt en vader en vriendin het tegenovergestelde beweren. Je ziet juf Ank aan de kook raken en opeens uit het niets dient ze vader en zijn vriendin van repliek.
Vanuit haar hart in plaats vanuit haar door protocollen bestierde hoofd. Vader loopt met vriendin boos weg en de moeder kijkt juf Ank aan en zegt: ‘Bedankt!’ Geweldig toch?
De fans van protocollen, procedures, professionaliteit en de pedagogen die na hun studie niet meer de studeerkamer zijn uitgekomen, vinden dit niks: dit kan echt niet, onverantwoord!
Nu wil ik deze discussie maar even geen aandacht geven, wat ik wel kwijt wil is dit: wat zou het verfrissend, verhelderend en verbindend zijn als we eens wat vaker vanuit ons hart spreken, in plaats van door angst gestuurde, politiek correcte antwoorden te geven. Antwoorden die de persoon aan de andere kant van de tafel op een afstand houdt, zodat jij in ieder geval niet geraakt wordt. Natuurlijk kan het dan gaan knetteren, maar je weet wel weer wat je aan elkaar hebt. Laten we eens ophouden de schone schijn te spelen. Als jij zit te kijken naar dat fragment, dan zou jij toch ook die vader met zijn nieuwe vriendin over de tafel willen trekken?
Dus Juf Ank, wat je deed vind ik niet gek, maar heel bijzonder.
Column 34: Echt liefhebben is hard werken
17-2-2020 t/m 23-2-2020
Wanneer jij op straat of op je werk iemand de vraag stelt: ‘Wat versta jij onder liefde?’ is de kans groot antwoorden te krijgen als: aardig zijn voor elkaar, geen ruzie maken, liefde is rood, liefde doet een oogje dicht.
En oké, deze antwoorden kloppen, maar is daar alles mee gezegd? Kent liefde ook nog een andere kant waar we minder snel over praten, een confronterende, corrigerende kant?
Een klein ‘testje’:
Ingewikkeld, hè?
Ik kwam er in ieder geval achter dat mijn idee over liefde geüpdatet moest worden. Ik ervoer dat ik de neiging heb de confronterende, corrigerende kant van liefde te omzeilen. Strategisch toegepaste liefde, bang voor de confrontatie/afwijzing, ik kon geen andere conclusie trekken.
Ik wil voor het hele pakket gaan en daar heb ik moed voor nodig. Als de liefde op deze complete wijze wordt toegepast is het niet meer soft, dan is liefhebben topsport. Deze liefde heeft geen behoefte aan witte voetjes halen, maar gaat ook voor recht en durft het conflict aan te gaan. Natuurlijk wordt het dan even niet zo gezellig of nog een ‘enger’ woord: fijn. Welkom in de echte wereld.
In mijn kast staat een boek met de titel: ‘De fijngrens voorbij’. Het hele pakket liefde is de fijngrens voorbij, die heeft ook het schuren er wel voor over. Deze liefde weet dat als ik op jouw tenen sta, ben ik wel dichtbij!
Dus knuffel, kus, omarm, wees aardig en indien nodig, confronteer en corrigeer. Want dan alleen toon je echte betrokkenheid!
Column 35: Champions League
24-2-2019 t/m 1-3-2020
Per maand rijd ik zo’n vier keer ‘s avonds, rond half twaalf, naar het Isalaziekenhuis in Zwolle. Mijn vrouw heeft dan een avonddienst en omdat een van de andere huisgenoten de auto ook in die tijd nodig heeft, wordt ze gebracht en gehaald.
’s Avonds rond half twaalf gaat de telefoon of krijg ik een appje met de boodschap: ‘Nog even overdragen en dan ga ik naar beneden omkleden.’ Ik heb dan nog voldoende tijd om van Hattem naar Zwolle te rijden, ongeveer tien minuten. Gisteravond was weer zo’n ophaalmoment.
Ik rijd het parkeerterrein op en zet mijn auto op de plek van de taxi. Terwijl ik daar sta ‘stroomt’ het ziekenhuis leeg. Verpleegkundigen, alleen of in groepjes, op weg naar hun fiets of auto. Helden die hun ziel en zaligheid geven voor de ander. Hun handen om te verbinden, hun oren om te luisteren, hun ogen om te zien en hun kennis om herstel te bevorderen.
Hun dienst zit er weer op. Acht tot negen uur knetterhard werken. Jezelf wegcijferen en in de hectiek wel bij de les blijven, zodat je adequaat kan handelen in acute stress momenten. Wat een baan. Ik zie een enkeling een sigaret opsteken, weer anderen zie ik iets eten: een appel of boterham. Hebben ze geen pauze gehad?
Terwijl ik in de auto zit vraag ik me af: wat hebben ze vanavond weer gezien, gehoord, gevoeld, gedacht en wie heeft hen ook vandaag weer gezegd hoe geweldig werk ze verrichten? Ik moest opeens denken aan de discussie van de afgelopen week over het upgraden van salarissen. De een krijgt 50% meer en de ander 1,7% en dat was rechtvaardig, want de een werkte in de Jupiler League en de ander in de Eredivisie. Maar hoe zit dat dan met mensen die werken in de Champions League? Want ik kan je vertellen, dat is het niveau waar verpleegkundigen in werken.
Oh, er wordt op het raampje van de autodeur geklopt, ze is klaar en wil naar huis. Soms zijn de ritjes naar huis stil en komt het gesprek pas thuis op gang, onder het genot van een hapje en drankje dat klaar staat voor ‘ons’ moment. Want dat is mijn bescheiden blijk van waardering aan ‘mijn’ Champions League-speler.
Column 36: De show must go on!
2-3-2020 t/m 8-3-2020
Verdoofd zit ze thuis. Haar man belde vanaf zijn werk. Hij was kort van stof: ‘Ik kom niet meer terug!’ Onlangs werd een jonge moeder begraven. Opnieuw bleef er iemand achter die geamputeerd verder moest.
In hun ‘nieuwe status’ komen ze weer onder de mensen. Daar is het leven ondertussen gewoon doorgegaan. De tegenstrijdige gevoelens zijn tot op het bot te voelen. Je wilt de mensen wel toeschreeuwen, ze wakker schudden om te vertellen wat er in je leven is gebeurd. Maar je twijfelt, want je weet ook uit ervaring dat je als ‘zielig’ beschouwd kunt worden en zó wil je niet behandeld worden. Als mensen je zielig vinden, hebben ze je als het ware al opgegeven of gaan ze boven je staan.
Met dat grote gemis, verscheurde gevoel en intense verdriet, omdat je als container aan de dijk bent gezet, moet jij als achtergebleven ouder de draad van het (gezins)leven weer oppakken. Een ouder beschreef het als volgt:
‘Nu ik alleen verder moet, betekent het dat ik alles wat de kinderen aangaat, zelf moet oppakken; een heel georganiseer. Ik bedoel ik heb ook nog mijn werk, want ja, door deze situatie zijn mijn financiële mogelijkheden enorm beperkt geworden, dus ik moet wel iets. Ik heb mijn verdriet, maar tegelijk moet ik verstandig zijn en verantwoord opvoeden. En dan heb ik het nog niet eens over de aandacht die ik moet schenken aan het verdriet van de kinderen. Ik kom daar nauwelijks aan toe, heb daar vaak ook geen moed voor en geen zin in. Ik voel me verscheurd en heb de neiging me op de praktische zorg voor de kinderen te storten, zodat zíj goed terechtkomen. Maar wat blijft er voor mij over? Ik ben óók verdrietig!’
Wij staan erbij en kijken ernaar. Wat ervaren deze mensen van jou? Laten we zichtbaar en merkbaar betrokken met hen en hun kinderen zijn. Biedt jouw handen, tijd en huis aan. Het helpt om samen met hen te eten of de kinderen eens bij je te laten logeren, zodat hij of zij even een weekend voor zichzelf heeft. De situatie verandert er niet door, maar de last wordt wel even als lichter ervaren.
Column 37: Over de datum
9-3-2020 t/m 15-3-2020
Als supermarkt zorg je ervoor dat houdbaarheidsgevoelige artikelen snel worden verkocht. Een oplossing om dit te realiseren is om op deze artikelen korting stickers te plakken en deze in het rek met afgeprijsde artikelen te leggen.
Niet alleen consumptieartikelen krijgen zo’n sticker, mensen ook. Mensen die naar de rand van de samenleving worden geduwd. Zij die in het rek van de afgeprijsde artikelen komen te liggen, mensen die voor anderen (bijna) over de datum zijn. Een paar voorbeelden van wie er dan zoal in een dergelijk rek liggen:
Karel, hij is 55 jaar en al twee jaar werkloos. Bij elke sollicitatie krijgt hij hetzelfde te horen: te oud!
Tischa is niet blank, ze noemen haar ‘zwarte’ en wanneer er op haar afdeling iets misgaat, is zij meestal de eerste verdachte.
Koen moet je drie keer iets uitleggen. Tijdens de pauze maken ze grapjes om hem; ze noemen hem Dombo!
Martin is een creatieve en gevoelige man, maar hij durft zijn creativiteit nauwelijks te laten zien, want dan roepen ze: ‘Hé homo’ of ‘mietje!’
Charlotte’s relatie is gestopt, maar niemand is geïnteresseerd in haar verdriet, ze vinden haar een zeur, een aandachtstrekker.
Amir zit al een half jaar in het AZC. Zijn familie is uitgemoord en hij is op de vlucht. Wel rot voor hem, maar, zeggen velen, het blijft een vluchteling, een gelukszoeker.
Marjan is klokkenluider binnen een christelijke organisatie. Bij het ontbloten van de machtsstructuur wordt haar rebellie en opstand tegen Gods gezag verweten.
En jij, ben je ook zo’n diagnosticus, houd jij ook zo van stickers plakken, zodat eenieder die anders is of doet op een voor jouw veilige (professionele) afstand blijft?
Ik hoorde een keer het volgende verhaal van een man: ‘In mij zijn twee honden dagelijks met elkaar in gevecht, een zwarte en een witte hond.’ De man stopt met zijn verhaal. Het blijft even stil totdat iemand opstaat en vraagt: ‘En welke hond wint er dan?’ De verteller gaf een verrassend antwoord: ‘De hond die het meeste te eten krijgt!’
Door welk ‘voedsel’ laat jij je leiden? Waarmee vul jij je ziel? Want dat bepaalt je houding en je gedrag.
Eet ‘smakelijk’.
Column 38: Mag het wat kosten?
16-3-2020 t/m 22-3-2020
Een van mijn werkzaamheden is advies en inhoud geven aan de member-care (zorg voor zendelingen) van de zendingsorganisatie ECM-Nederland. Een zendingsorganisatie die zich richt op Europa. In deze rol heb ik regelmatig gesprekken met de organisatie en hun zendelingen.
Omdat ik komende week een aantal dagen op de tweejaarlijkse conferentie van ECM in Spanje ben, wil ik voor een keertje aandacht geven aan deze beïnvloeders. Ik wil het met jou hebben over een onderwerp waar ze zelf liever niet over praten: geld.
Zendelingen aan het woord: ‘Wij moesten terug van het zendingsveld, omdat er niet voldoende geld binnen kwam.’ ‘Wanneer er foto of videomateriaal naar Nederland gaat doen we onze kinderen geen merkkleding aan, we hebben daarover al eens een opmerking gehad: ‘Wat doen jullie met ons geld, kunnen die kleren niet goedkoper gekocht worden!’ ‘Soms word ik wel eens verdrietig dat onze kinderen met de afdankertjes uit Nederland moeten rondlopen.’ ‘Tijdens ons verlof kregen we van een broeder de opmerking waarom we niet even langs kwamen, uiteindelijk gaf hij elke maand een fiks bedrag ter ondersteuning.’
De zendeling hoeft toch geen stress te hebben door geldzorgen, ze hebben al voldoende andere stressfactoren. Wanneer je start met geven houdt dat dan vol, want er ontstaan verwachtingen. Wanneer jij geld geeft is het niet meer van jou. Ik bedoel, de zendeling staat niet bij jou in het krijt. Stop niet met geven als je geen geboortekaartje krijgt of als ze niet langs komen wanneer ze met verlof zijn. En zijn de succesverhalen schaars, houdt vol!
Zending is meer dan een paar mooie foto’s in de kerk ophangen en daarmee indruk willen maken. Als jij iets met zendelingen hebt, mogen zij dan op je rekenen, zodat ze uit kunnen blijven gaan en hun missie kunnen blijven uitvoeren met een beetje minder stress?
Namens hen alvast bedankt.
Column 39: Je bent jong en je moet wat!
23-3-2020 t/m 29-3-2020
Nog niet zo lang geleden riep een omroep: ‘Je bent jong en je wilt wat’, dat is sluipend veranderd in: ‘Je bent jong en je moet wat’. Je moet jong en succesvol zijn. Opgefokt door hoge targets moet je als jong professional hoog scoren, vernieuwend en verfrissend zijn, vooral niet burgerlijk. Detacheringsbureaus maken je lekker met een grote worst. En als je langer dan twee jaar bij dezelfde baas blijft krijg je een gat in je CV.
Maar wacht eens even. We scoren als Nederland op de ladder van meest tevreden en gelukkige wereldburgers een plek in de top tien. Tegelijk zijn we met een miljoen eenzaam, depressief, suïcidaal? We doen iets niet goed.
Is het de economische druk die ons opzweept? Of de welvaart die eist in plaats van dient? Is het de eilandencultuur die niet meer weet om te gaan met verschillen en de mensen uit elkaar drijft, waardoor je ook alles alleen moet doen. Leuk hoor die quote: ‘Jij kunt het verschil maken, je hebt de kans, grijp hem.’ Maar als het niet lukt ben jij de Sjaak: het is namelijk je eigen schuld.
Met wie of wat zijn we nog verbonden, door wie of wat laat jij je leiden en waar gaat dat naar toe? Wat ik in ieder geval van een Benedictijnse monnik heb geleerd is dit: ‘Neem dagelijks je tuinmoment, een moment van contemplatie.’
Een paar voorbeelden: half uurtje per dag mijmeren, de tuin doen, drie keer per week een maaltijd bereiden voor je huisgenoten, een wandeling maken in het bos of gewoon niks doen, helemaal niks, in een stoel zitten, een uiltje knappen, muziek maken met je vrienden, muziek luisteren terwijl je op de bank ligt. Opnieuw inhoud geven aan het woord onthaasten, want ik krijg de indruk dat we het kwijt zijn! Door te onthaasten krijgt het fundament onder je leven de kans te harden, zodat het bouwsel daarop niet bij de eerste beste tegenslag omvalt. Wortelen wordt het nieuwe onthaasten!
Column 40: Emotionele hongersnood
30-3-2020 t/m 6-4-2020
‘Een samenleving die lijdt aan een chronisch gebrek, aan meeleven, creëert een voedingsbodem voor een emotionele hongersnood. De veiligheid om kwetsbaar te zijn neemt af, groei en ontwikkeling stagneert, want kwetsbaarheid is de bedding voor innovatie en creativiteit!’
Het geweld van de laatste tijd laat zien dat veiligheid niet zo vanzelfsprekend is. De recente aanslagen brengen, naast de actuele angst, ook weggestopte gedachten van onveiligheid van andere gebeurtenissen naar de oppervlakte van de ziel.
Sommigen omschrijven het als: ‘Afwezigheid van een oorlog, gevaar, dreiging.’ Maar volgens mij is dit te eenzijdig. Veiligheid heeft zeker ook te maken met het ervaren van verbondenheid. De afwezigheid van verbondenheid zet mij op een emotioneel eiland, waarbij ik vaak niet verder kom dan een opgepoetste, opgeblazen buitenkant met als grote angst door de mand te vallen, dat ik niet perfect ben! Resultaat: een oppervlakkig leven!
Welke weg bewandel jij?
Mag jij van jezelf falen, fouten maken, tekortschieten, verdrietig, bang of onzeker zijn? Mag een ander in je leven meekijken? Als je verbindingsgebrek niet doorbreekt stagneert je ontwikkeling, de schaamte voor het falen maakt je onzichtbaar, creativiteit en innovatie blijven een schaars goed in je ontwikkelpakket.
Er is ook een andere weg: het doorbreken van de stilte, het afleggen van de slavernij van het perfectionisme, de weg van de verbinding aangaan waarop je teleurstelling, boosheid en verdriet kunt delen, de weg van risico’s nemen, de weg van proefondervindelijk leren. Het is een koninklijke weg van kwetsbaarheid. Kwetsbaarheid maakt verbinding. Kwetsbaarheid is een teken van kracht. Door je kwetsbaar op te stellen laat je zien dat je niet bang bent, dat je rechtop durft te gaan staan, dat niet de ander bepalend is in je leven.
Als we echt willen ontwikkelen, groeien en zichtbaar worden wie we al zijn, is kwetsbaarheid de ‘stoere’ weg!
Column 41: Hechten is risicovol
7-4-2020 t/m 13-4-2020
Toen ik zeven jaar oud was overleed mijn vader en voordat ik de middelbare school bereikte waren mijn beide opa’s overleden. Langzamerhand ontstond de gedachte dat ik maar beter van niemand kan houden, want alles waarvan ik houd ‘vertrekt’.
Al op jonge leeftijd ontdekte ik dat je verbinden aan iets of iemand een groot risico met zich meebrengt, namelijk de kans dat je het weer verliest. Daarom bleef ik lang in mijn leven bij eenieder op een afstandje, ik was een toeschouwer in het leven.
Het ging zelfs zover dat ik het slecht kon verdragen als bijvoorbeeld Willemien, mijn vrouw, met een ander danste, ook al was het een bekende. Ik weet me nog een bruiloft te herinneren waar zij op een gegeven moment danste met haar broer en dat er een angst in me op kwam die zo heftig was, dat ik naar het toilet vertrok en daar wachtte tot de muziek stopte en het dansen over was.
Dat is natuurlijk ongezond. Gelukkig is daar verandering in gekomen. Hulp van ‘boven’ en ‘beneden’ maakte dat vertrouwen groeide. Ik ontdekte dat de groei in Gods vertrouwen mijn zelfvertrouwen op een gezonde manier in balans bracht en dat er zelfs moed ontstond waardoor ik risico’s durfde te nemen.
Een ervan was het samen op dansles gaan, een lang gekoesterde wens van Willemien. De angst was natuurlijk groot: stel dat ze met een ander gaat dansen en ik geen kant op kan? We zijn wel gegaan, als oefening, misschien valt het mee.
Tot mijn grote verbazing werd het tegenovergestelde werkelijkheid. Ik vond het heel leuk en wanneer Willemien met een ander danste, dacht ik: wat mag jij blij zijn dat je met mijn vrouw mag dansen. Angst maakte plaats voor vertrouwen.
Vertrouwen dat iemand niet zo maar vertrekt, maar ook het vertrouwen dat als ik verlies lijd, ik niet om kom maar staande blijf. Hechten is risicovol, of het nu een huisdier, een partner, een kind of een baan is, maar je doet jezelf en je omgeving te kort als je toeschouwer blijft in jouw leven.
Column 42: We drinken een glas, doen een plas en alles blijft zoals het was!
13-4-2020 t/m 19-4-2020
Toen Kaïn ter verantwoording werd geroepen, omdat hij zijn broer Abel had vermoord, was zijn reactie: ‘Ben ik mijn broeders hoeder?’
Deze in mijn ogen onverschillige houding kom ik ook vandaag tegen. Alleen niet met deze bewoording. Een kleine ‘nuance’, namelijk: we moeten elkaar in onze waarde laten!
Dat klinkt natuurlijk heel humaan, maar is het ook werkelijk zo bedoeld? Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het regelmatig diezelfde onverschilligheid als bron heeft.
We hebben geen zin in gedoe, ruzie, wrijving, confrontatie. Stel dat je echt moet gaan nadenken over de zin van het leven, of tot de conclusie komt dat jouw waarheid toch niet zo waar blijkt te zijn. Wat dat betreft zou het liedje Jij in jouw klein hoekje en ik in het mijn, prima passen bij deze houding.
Maar onverschilligheid is veel afstandelijker dan de confrontatie aangaan! Het tegenovergestelde van liefde is geen haat, maar onverschilligheid. Als je het risico aangaat vind je de ander in ieder geval de moeite waard, waarom doe je het anders?
Ik bedoel niet respectloos met elkaar omgaan, maar vanuit de verbinding dat spannende gesprek aangaan, stoppen met politiek correcte antwoorden geven en formeel afstandelijk gedrag. Bevraag elkaar, vragen over het leven, relaties, zingeving, geldbesteding, eetgedrag, tv-kijken en muziekluisteren, omgang met collega’s of geloofsleven. Gooi die (nieuwe) heilige huisjes omver!
Laten we elkaar weer op een ‘kinderlijk’ naïeve manier aanspreken, zonder verborgen agenda’s of dubbele bodems. Elkaar weer eens wat vaker op de tenen gaan staan.
Het grote voordeel is dat je dan heel dichtbij bij elkaar bent, dus de ander goed in beeld krijgt en dat is toch wat we allemaal willen: gezien worden?!
Column 43: It giet oan
20-4-2020 t/m 26-4-2020
Terwijl ik dit opschrijf zit Pinksteren 2018, en twee dagen Opwekking, er bijna op. Wat heb ik genoten van een bomvolle tent tijdens mijn seminar met het thema: ‘Het beste voor je kind’. En wat voelde het daverende applaus na afloop als een verfrissende douche.
Met verbazing heb ik gekeken en geluisterd naar het koor van meer dan zestig duizend mensen, die in de brandende zon, hun longen uit hun lijf zongen. Ik ben opnieuw onder de indruk van de creativiteit en de inventiviteit van organisaties die steeds weer zoeken naar nieuwe wegen om het evangelie onder de aandacht te brengen. Toch is dit alles niet wat de meeste indruk op mij heeft gemaakt.
Zondagmiddag, eerste pinksterdag, zit ik in de ontmoetingstent van de medewerkers te eten. Ik heb mijn bord gevuld met boontjes, een bal gehakt en wat gebakken aardappelen en ga aan een tafel zitten. Ik zit niet alleen, er komt een moeder met twee kinderen bij ons zitten. Nadat we ons hadden voorgesteld zegt de moeder tegen haar dochter: ‘Dat is toevallig dat jij nu naast Bert Reinds zit, kan je hem gelijk vragen hoe je orthopedagoog wordt.’
Wat was het geval? Moeder: ‘Vanochtend hadden wij als gezin overleg gehad over welke bijeenkomsten de volgende dag bezocht zouden gaan worden. Onze dochter van twaalf kwam met haar wens op de proppen: ‘Ik kan naar het kinderprogramma gaan of naar de grote samenkomst, maar ik kan ook naar Bert Reinds, want ik lees in het programmaboekje dat hij orthopedagoog is en dat wil ik later ook worden.’
Het meisje zit me aandachtig aan te kijken in de verwachting dat ik iets ga vertellen. Ik voel me meer gevlijd dan bij het applaus na afloop van het seminar. Dit is me in dertig jaar spreken nog nooit overkomen. Mijn dag kan niet meer stuk. En last but not least wil deze jonge ‘fan’ ook nog met mij op de foto. We hebben gepraat en afgesproken: ‘Vanaf nu gaan we elk jaar, wanneer we elkaar op Opwekking tegenkomen, zeggen: weet je nog van toen?’ ‘Dat is goed,’ zei ze.
De nieuwe generatie staat klaar en is bereid om te leren! Als de oude generatie het nu maar wil zien en bereid is langzamerhand het stokje door te geven en zelf een stapje opzij te doen. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst.
Column 44: Niet welke ziekte maar wie heeft een ziekte?
27-4-2020 t/m 3-5-2020
Deze column is van mijn vrouw. Ik vind hem zo de moeite waard dat hij een plekje krijgt in dit boek.
Maar wat hebben we hieraan als gebruikers van en werkers in de zorg?
We vierden recent de verjaardag van Florence Nightingale, de beroemde verpleegkundige die meer dan honderd jaar geleden verpleegde en op haar manier al bezig was om patronen te ontdekken, verbeterplannen in te voeren en gehoor te vinden voor haar ideeën. Om de dag van de verpleging te vieren werden er symposia en festiviteiten georganiseerd, naast het vele #applausvoordezorg dat klonk van andere beroepsgroepen (zoals politie, Pieter Derks, artsen). Ik verzorgde zelf een gastles op het mbo Hoornbeek in Apeldoorn, met als titel: Passie voor zorg. En ik werd door onze Isala-VAR (Verpleegkundige Adviesraad) getrakteerd op een lezing door Prof. dr. Marieke Schuurmans, hoogleraar Verplegingswetenschappen en adviseur Zorg van de minister van Zorg en Welzijn, over verpleegkundig leiderschap. Het momenteel heersende thema ‘en hoe verder’ kwam beide keren ruim aan bod. Ik vond het inspirerend en confronterend, maar ook spannend, want niemand kent de toekomst. Want wat is verpleegkundig leiderschap als je naar de toekomst kijkt?
Maar wat hebben we hieraan als gebruikers van en werkers in de zorg?
De constante factor is steeds de menselijke maat. We willen geen eenheidsworst zijn, noch als zorgverlener noch als patiënt. Prachtige plannen, protocollen, richtlijnen en afspraken, maar de verhalen die het nieuws halen zijn die van de mensen die tussen wal en schip raken, die niet in een vakje of procedure passen. De enige zekerheid is de afwijking op het gemiddelde, want de gemiddelde patiënt of verpleegkundige bestaat niet. Een mens is meer dan zijn lichaam. Zijn psychologische, sociaal-culturele, spirituele kanten en geschiedenis verdienen evenveel aandacht, omdat die mede de mate van gezond dan wel ziek zijn bepalen. De recente definitie ‘gezondheid’ volgens Huber is dan ook: ‘Gezondheid is het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven’. Mooie variant die ik hierop hoorde: ‘Het maakt niet uit welke ziekte, maar wie de ziekte heeft …’ En ook: ‘Ziek zijn of worden is het gevolg van aanleg, omgeving en gedrag.’
Maar wat hebben we hieraan als gebruikers van en werkers in de zorg?
Waar verplegen vaak lijkt ‘wat doe ik en hoe’, mag de belangrijke waaromvraag niet ontbreken. Waarom kiezen we voor deze behandeling? Wat gaat dat voor u betekenen? Heeft u de inspanning ervoor over, voor het te verwachten resultaat? Wat is het alternatief? Wat kunnen we aan complicaties verwachten in uw specifieke situatie? Hoe kunnen wij en u ze voorkomen? Wie bent u eigenlijk, wat is uw verhaal?
Zeker met het oog op de grote groep ouderen die eraan komt mag er meer aandacht komen voor de eigen regie. Maar wie is waar verantwoordelijk voor? Zullen we het daarom meer hebben over de vragen: waar heeft u last van, wat is uw doel of wens voor de tijd die rest, wat heeft u eerder gedaan in een soortgelijke situatie en wat heeft u nodig om uw doel te bereiken en wie of wat kan daarbij helpen?
Voor mij en mijn collega’s (en voor eenieder in een andere beroepsgroep) geldt in dat licht, waarom doe ik de dingen die ik doe en wie is ermee gediend? Blijven we ons verwonderen, nemen we verantwoordelijkheid en zijn we bereid te veranderen? Zien we de mens achter de diagnose? Dat blijkt de remedie te zijn om weerbaar te blijven, je handhaven in het werk op de lange termijn door op je deskundigheid te vertrouwen, integer te blijven en op je verantwoordelijkheid aangesproken willen worden. Maar ook in de bres springen voor ‘je patiënten’, altijd een weg vinden om goed te doen, weten wat je waarden zijn en je mogelijkheden ten volle benutten.
Daar hebben we wat aan als gebruikers van en werkers in de zorg!
Column 45: Nu even niet
4-5-2020 t/m 10-5-2020
‘Suzanne, heb je die mail al verstuurd?’
‘Nee, dat doe ik morgen.’
‘Joris, heb je de trainer gebeld en gezegd dat je zaterdag niet de kinderen naar de voetbal kan rijden?’
‘Nee, dat doe ik straks.’
Uitstellen, omdat we even geen zin hebben, belangrijkere dingen hebben te doen of denken dat er een betere tijd komt!
Maar stel: je besluit een Muskathlon voor de 4e Musketier in Oeganda te lopen. Als voorbereiding ga je naar de runnershop. In de winkel aangekomen raak je helemaal vol van dat wat je ziet. Je vraagt naar loopschoenen, je laat je goed voorlichten en koopt de voor jou ideale loopschoenen. Daarna ga je verder en zoekt en vindt een ademend, vederlicht trainingspak. Bestendig tegen alle weertypen, in de voorbereiding zal het aan de spullen niet liggen.
Iedereen in je omgeving is ervan op de hoogte: jij gaat de Muskathlon lopen. Het rode shirt heb je al eens aan, je bent begonnen met de sponsoring en nu de training. Je hebt een route uitgestippeld en dan ga je, zoals je hebt gepland, elke ochtend om 6.00 uur eruit en lopen.
Je hebt een pittig maar goed opgebouwd schema gemaakt. Voorzichtig begin je met twee kilometer en probeert de afstand uit te bouwen. De eerste ochtend gaat lekker, maar na drie ochtenden neemt het enthousiasme wat af, je komt maar met moeite uit je bed. En de vierde ochtend merk je bij het wakker worden dat het regent. Je denkt: vandaag even niet. En zo vind je steeds vaker een excuus om niet te gaan lopen. Uiteindelijk wordt er geen Muskathlon gelopen.
Je kunt alles voor elkaar hebben, alles goed doorberekend hebben, maar wanneer je vervalt in een geest van uitstellen bereik je je doel niet. Dat geldt niet alleen voor jouw lichamelijke conditie, maar ook voor jouw geestelijke en psychische conditie. Wanneer jij uitstelt word jij vatbaar voor de ‘ziekte’ van zinloosheid en doelloosheid!
Driekwart van onze plannen komen niet uit omdat we ze niet doen. Dus begin al vroeg de houding van uitstel uit te bannen, ga de strijd met de weerstand aan en je wordt een topper! En als je volhardt krijg je vast ook de motiverende ervaring voor een nieuwe ‘hobbel’, die ik regelmatig opdoe met het naar de sportschool gaan: vooraf geen zin, achteraf nooit spijt!
Column 46: Waarom werk jij?
11-5-2020 t/m 17-5-2020
Nog niet zolang geleden las ik een boek over het leven van voetbaltrainer Foppe de Haan. Bij het lezen moest ik regelmatig glimlachen om de anekdotes die hij op en rondom het voetbalveld heeft beleefd. Bij eentje moest ik zelfs hardop lachen.
De spelers hebben hun trainingsronde gedaan, zich gedoucht en zijn naar huis gegaan. Foppe komt de kleedkamer binnen en ziet tot zijn grote ontsteltenis dat zijn team de kleedkamer als een vuilnisbelt heeft achtergelaten. Overal ligt zand en gras, zelfs tegen de muur is gras gegooid. Terwijl Foppe in de deuropening staat hoort hij de stem van de schoonmaakster: ‘Zal ik het maar even schoonmaken?’ Foppe: ‘Nee, ik ga de jongens morgen een lesje leren, laat alles maar liggen.’ En hij knipoogde naar de vrouw.
De volgende dag is er consternatie in de betreffende kleedkamer. Foppe loopt ernaar toe om te kijken wat er speelt. ‘Wat is er aan de hand, jongens?’ De spelers: ‘Moet u eens kijken wat een grote bende het hier is trainer, kunnen die schoonmakers niet beter hun werk doen?’
Foppe: ‘Jongens ga eens even zitten, ik wil jullie wat vragen: wie heeft jullie geleerd dat jullie werk meer is dan dat van de schoonmaakster? Dat je andere mensen voor je karretje kunt spannen? Is dat niet een beetje arrogant? Weten jullie wel dat als de schoonmaakster, en met haar vele anderen hier op de club, haar werk niet doet jullie jullie werk niet kunnen doen?’
Het was doodstil, de meeste spelers kijken wat naar de grond. Maar Foppe gaat door: ‘Daarom heb ik tegen de schoonmaakster gezegd “Laat de troep maar liggen” en zeg ik nu tegen jullie “Maak jullie kleedkamer schoon en zodra dat klaar is komen jullie naar het veld. Tevens kopen jullie een bos bloemen voor de schoonmaakster, als dank voor haar dagelijkse inzet.”’
Waarom zijn we toch de waardigheid van dat we iets mogen doen gaan verleggen naar wat we doen? Simpel gezegd, onze waarde verleggen van persoon naar prestatie?
Als je je waarde kent als mens doet het er toch niet meer zoveel toe wat en hoeveel uur je dat doet, als het maar bij je past?
Soms vragen mensen aan mij hoeveel uur per week ik werk. Ik antwoord dan: ‘Ik sta ’s morgens op en ik ga ’s avonds naar bed. Tussen deze twee momenten leef ik en sommigen noemen dat werk.’ Voor mij is werken geen bittere noodzaak, maar een kenmerk van menselijke waardigheid. En als we met z’n allen dat principe meer gaan omarmen, groeit de eenheid in elk bedrijf, club, kerk en samenleving, juist door de verscheidenheid.
Column 47: Buitenspelen!
18-5-2020 t/m 24-5-2020
‘Kinderen moeten meer buiten spelen. Ze zitten teveel achter de computer. Dat schaadt hun gezondheid. Op deze manier worden ze afgestompte ‘spekkies’. Dus vaders en moeders, haal ze erachter vandaan en stuur ze de straat op.’ Tot zover de deskundigen.
Op zich ben ik het eens met deze gedachte, maar ik zie tegelijk ook de beperking. Ga maar eens met een bal op straat staan en je ontdekt dat er weinig kan. De eerste vraag die zich voordoet is: Waar kan ik spelen?
Er is te weinig ruimte. Elke vierkante meter is planologisch zorgvuldig ingevuld, want de grond is duur. Een trapveldje of speeltuin inplannen is een kostbare keuze. Er wordt daarom weinig rekening gehouden met de vraag: Wat heeft een kind aan ruimte nodig. Oké, tussen de huizen is er een gelikt speeltuintje gepland. Maar is dat niet een beetje karig? Vooral als de deskundigen zeggen dat alle kinderen de straat op moeten, ook als ze acht jaar en ouder zijn?
De tweede vraag die zich voordoet is: Wat mag ik spelen? Deze vraag heeft te maken met de buurt. De ruimte die de bewoners in hun hart hebben voor het spelen van kinderen. Want een bal tegen hun Alfa of Omega (bijbels verantwoord wagenpark) is een doodzonde. Dus wordt er al snel geroepen: ‘Ga maar ergens anders spelen!’
Ook aan de tuin zijn we verknocht. Als je de folders een beetje volgt zie je dat de tuin het verlengstuk van de woonkamer wordt. Volgens laatste trends ingericht, nog net niet omlijnt met prikkeldraad. Maar als er een tennisballetje in de tuin komt reageren de bewoners geprikkeld.
Oké, in het idee dat kinderen meer buiten moeten spelen kan ik me vinden. Maar om het plan te realiseren is meer nodig dan roepen en schrijven van artikelen. Kinderen hebben ook ruimte nodig. Ruimte op straat en ruimte in het hart van de buurt. Want één ding weet ik zeker, de kinderen hebben niet genoeg aan één wipkip op tien vierkante meter.
Column 48: Ter lering en ter vermaak: vakantiestress
25-5-2020 t/m 31-5-2020
Soms kan de stress aan het begin van de vakantie de kop opsteken. Alweer heel wat jaren geleden gingen we met het gezin voor een fietsvakantie naar Ameland. De auto bleef in Friesland staan en wij met de fiets naar Hollum. Om dit te realiseren moest er wel wat geregeld worden, onder andere een fietskarretje. Hoe krijg je anders je spullen op de plaats van bestemming?
We hadden alles goed geregeld, althans dat dacht ik. Het was zaterdagmorgen, de dag van vertrek, de buurt stond op straat om ons uit te zwaaien. Zittend in de auto keken we elkaar aan en stelden nog een keer de vraag: ‘Hebben we alles bij ons?’ Ik wierp een blik over mijn schouder en zei: ‘Ja.’
Willemien nog een keer: ‘Echt?’
Ik had eigenlijk geen zin meer om nog een keer te kijken en zei met ‘overtuiging’: ‘Ja, echt!’
Daar gingen we, afgeladen reden we de straat uit, de zwaaiende buren achter ons latend. Na een half uur te hebben gereden, vijftig kilometer van huis, vroeg een van de kinderen: ‘Papa, we hadden toch een fietskarretje geleend?’
Ik zei: ‘Ja, wat dan?’
‘Nou, die staat nog in de schuur.’
Het werd stil in de auto. In eerste instantie geloofde ik het niet. Ik had toch alles gecheckt? Ik besloot toch maar even te stoppen. Neeee, mijn zoon had gelijk!
Dus diezelfde vijftig kilometer weer terug.
‘Gelukkig’ was het in Hattem gaan regenen en was iedereen naar binnengegaan. We stopten een beetje uit het zicht van de buren, haalden het karretje en snel weer weg voordat er iemand vragen ging stellen.
Onderweg naar Hollum dacht ik: had ik maar beter op Willemien afgestemd.
Mijn les toen, maar ook zeker nu we zonder kinderen op vakantie gaan: laten we vooral samen op vakantie gaan in plaats van tegelijk, en dat begint op de oprit van je huis!
Column 49: Papa, zeg me dat ik er toe doe in je leven
1-6-2020 t/m 7-6-2020
Het komende weekend mag ik weer naar de Ardennen voor het vader-dochter weekend van de 4e Musketier. Ondanks dat ik het niet zo handig heb gepland, zondag Vaderdag en mijn trouwdag, heb ik er wel weer heel veel zin in (Ik kom zondag wel eerder terug, haha).
Als aanloop vast een column voor vaders over een thema dat zeker ook aan de orde komt.
In een gesprek kwam op een gegeven moment het onderwerp seksualiteit in de opvoeding aan de orde.
Een vader zei: ‘Ik wil mijn dochter vanaf het begin van haar leven laten weten dat ze mooi is, zodat straks wanneer ze de puberteit ingaat, ze niet een knieval maakt voor het eerste beste vriendje dat zegt: ik vind je leuk. Mijn gezond applaus heeft voor straks een preventieve werking.’
Tijdens een groot onderzoek onder tieners naar seksuele intimidatie via de sociale media, is gebleken dat dochters die een betrokken relatie met hun vader hebben, aanzienlijk minder geconfronteerd worden met seksueel en verbaal geweld via de sociale media, dan dochters die geen betrokken relatie met hun vader hebben.
Een wijkagent uit Utrecht vertelt in een gesprek over vaderschap het volgende: ‘Steeds vaker worden wij in ons corps geconfronteerd met breezersletjes, meisjes onder de dertien jaar die voor een breezertje hun kleren uit doen. Uiteraard verschillen de meiden van karakter, maar in één ding is er een overeenkomst: ze hebben allen een emotioneel afwezige vader!’
Drie voorbeelden die laten zien dat een betrokken vader-dochter relatie een gezonde beschermende werking heeft op de seksuele ontwikkeling en het seksuele gedrag van hun dochter. De aanwezigheid en betrokkenheid van vaders, in het dagelijks leven van hun dochter, maakt de kans aanzienlijk groter dat zij:
Vaders, wat een kans! Dus ga de verbinding aan met je (ook ouder wordende) dochter, deel je leven met haar. Onderneem zo af en toe eens wat. Vertel haar hoe belangrijk jij haar vindt en laat merken dat zij in jouw ogen bijzonder is.
Column 50: Heilige verontwaardiging
8-6-2020 t/m 14-6-2020
Raakt het jou nog wanneer jij verhalen hoort of leest over de ellende die kinderen wereldwijd treft? Kun jij nog emotieloos de beelden verdragen van kinderen die, schaars gekleed, over de vuilnisbelt lopen om daar wat voedsel te zoeken? Kinderen die de hele dag rondstruinen met een zak op de rug, zoekend naar plastic, in de hoop een paar dollarcent te kunnen verdienen.
Kun jij je voorstellen dat de nood in een gezin zo hoog is dat vader of moeder ‘s morgens tegen hun kind zegt: ‘Ga vandaag maar naar de parkeerplaats waar vrachtwagens staan, misschien kun je daar voor een paar dollar seks hebben met mannen.’ Nee, toch? Maar het gebeurt wel, op grote schaal zelfs. Misselijk makende verhalen voor ons, voor hen de dagelijkse werkelijkheid en de manier om wat eten te krijgen voor het gezin, want het alternatief is dat iedereen sterft van de honger. Ik hoor het verhaal over honger en armoede. Elke zes seconden sterft er een kind aan ondervoeding, elke minuut elf kinderen, elk uur zeshonderd, elke dag vijftien duizend, elk jaar 5,6 miljoen. Wat een ellende, wat is het uit de hand gelopen.
Dat de liefde in deze wereld verkilt lijkt me duidelijk. In deze verkilling blijft het onze opdracht naast het zoeken van het Gods koninkrijk, ook zijn gerechtigheid vorm te geven. Beide opdrachten zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Ik wil graag een heilige verontwaardiging in jou wakker maken, mocht dat nog niet aanwezig zijn, zodat jij blijft zoeken naar mogelijkheden in jouw omgeving om een bijdrage te leveren in het praktisch maken van dat jagen naar gerechtigheid en het bestrijden van armoede. Verdiep je in deze problematiek, laat je informeren door organisaties die zich bekommeren om de allerkleinsten van deze aarde. Ik denk aan Compassion, Red een kind, Dorcas, International Justice Mission, A21, OpenDoors. Zet het op jouw huisagenda, op de agenda van jouw kerk. Denk bijvoorbeeld na over jouw koopgedrag en eetgedrag. Laten we niet over de rug van de allerkleinsten ons leven verfraaien.
Column 51: Snel, snel, snel
15-6-2020 t/m 21-6-2020
Het is mijn innerlijke aanjager! Het heeft me op mooie plekken gebracht en veel waardering opgeleverd. Ik kreeg geweldige opdrachten en ik werd in de positie gesteld uitdagende klussen uit te voeren en toch: ik ben er wel klaar mee! De warmte van de afgelopen periode en het ‘gedwongen-niets-doen’ heeft me op dit punt gebracht.
Wanneer ik iemand meeneem naar een voetbalwedstrijd zeg ik vlak voor het laatste fluitsignaal: ‘Als hij blaast snel het stadion uit, snel naar de auto, dan rijden we voor de drukte uit en zijn we snel op de snelweg en kunnen snel naar huis.’ Resultaat: tien minuten eerder thuis.
Willemien, mijn vrouw, zegt regelmatig bij het eten van haar eerste boterham: ‘Heb jij er alweer twee op, proef je eigenlijk wel wat je eet?’
En wie denk je dat bij het avondeten heeft gewonnen? Juist ja, ik, en het wachten op de rest vergroot de verleiding om toch nog even (stiekem) op mijn iPhone te kijken. Resultaat: een afwezige tafelheer.
Oh, wat geniet ik ervan als mensen zeggen dat ik zo snel reageer op hun mail of als ik een artikel moet aanleveren: ‘Waren alle respondenten maar zo snel.’ Heerlijk dit applaus. Hoewel ik ook vaak nog wel wat correctiemailtjes er achteraan moet sturen omdat ik achteraf fouten ontdek. Resultaat: slordigheid in communiceren.
Het duurde zeker een paar weken, warmte. Boekje lezen, bank hangen, Tour kijken, water drinken en vooral niet veel doen. Ik voelde mij een bejaarde die de dagen uitzit en tegelijk die gedachten: wat een ontevreden mens ben ik toch, geniet van de rust!
Deze lange periode van contemplatie heeft me duidelijk gemaakt dat te veel snel, te veel hoofd wordt en te weinig hart, teveel product en te weinig proces, teveel moeten en te weinig genieten, teveel de race en te weinig de reis. Conclusie: ik ga langer wachten met reageren op mail en andere vragen. Misschien moet je even wennen, maar het komt de kwaliteit vast ten goede. Ik wil meer genieten van de boterham, de aardappel en vooral het gezelschap aan tafel. En dit jaar, als ik weer regelmatig bij mijn favoriete clubje ben, ren ik niet meer zo snel weg en laat ik het resultaat landen! Dat is in de nieuwe Keuken Kampioen Divisie op zich al een hele klus.
Op naar het nieuwe schooljaar, aangemoedigd door de boodschap van Herman Finkers: ‘Kalm’an en rap een beetje!’
Column 52: Een moeder kan (bijna) alles
22-6-2020 t/m 28-6-2020
Een risicovolle onderneming, om als vader iets te schrijven over moeders. Toch ben ik de uitdaging aangegaan. Als hetgeen je leest schuurt, denk dan niet direct: ‘Ach ja, een man’, maar geef jezelf wat ruimte om het te laten landen, je kind zal er blij mee zijn.
Laat ik maar gelijk van wal steken: ‘Een moeder kan (bijna) alles’. Ik las ergens een CV van een moeder: Ze is trooster, zangeres van slaapliederen, voorbeeld, richtingwijzer, extern geheugen, leugendetector, reserve lerares, coach, snottebellenvanger, wekker, pinautomaat, bemiddelaar, taxichauffeur en politieagente.
Als vader word ik daar stil van en in die stilte ontdek ik ook dat ze één ding niet is: vader! Dat kan natuurlijk ook niet, want ze is een vrouw. En over dat ‘tekort’ wil ik het met jou hebben. Want je zal als moeder maar op een of andere manier geconfronteerd zijn met dit ‘tekort’. Hoe doe je dat als moeder?
Ik heb mijn moeder zien worstelen om moeder en vader te zijn, maar dat werd een ‘mission impossible’ (ik was zeven jaar toen mijn vader overleed). Dat lukte niet, sterker nog, ik vond het als kind naar als ze zei: ‘Ik wil een moeder en een vader zijn!’ Want met deze goedbedoelde uitspraak ontkende ze zijn afwezigheid en wat dat voor mij betekende.
Daar wordt een kind dus niet mee geholpen. Als je man is overleden, geef je kind dan de ruimte om zijn verdriet te mogen hebben en gun hem zijn eigen leven en pijn. Je hoeft niet de pijnstiller te zijn. Geef papa een plek in het gesprek en in het gezin. En wanneer de kinderen groter worden, verwacht dan geen compensatie of spaargedrag van je kind naar jou, ook zij zijn niet jouw pijnstiller. Zoek de verbinding met je eigen generatie voor troost en advies.
Misschien ben je gescheiden, spreek dan met respect over de vader van je kinderen. Wanneer jij slecht praat over je (ex)partner, bestaat de kans dat jouw kind op termijn gaat twijfelen of hij wel oké is, want het is wel zijn vader! Kinderen willen en kunnen niet kiezen tegen hun eigen vlees en bloed. Maak het ze daarom ook niet onnodig moeilijk. Breng ze niet in een loyaliteitsconflict.
Moeder, doe vooral dat waar je heel goed in bent. En wat betreft het ‘gaatje in je CV’ is het goed om te kijken of er een oom, leraar, trainer, jeugdleider of een ander manfiguur dat ontbrekende stukje gedeeltelijk en gebrekkig kan invullen.
En voor de mannen die deze column lezen dit: ik hoop dat jij ook oog hebt voor de ‘vaderloze’ kinderen. Het verlicht de zorgtaak van moeders een beetje en het kind ervaart dat het ook bij een man in beeld is. Want uiteindelijk wil elk kind ervaren dat het in beeld is: IK ZIE JE! Dat weerspiegelt de Vader met een hoofdletter: bij Hem is iedereen in beeld.
Column 53: Gewoon, het nieuwe bijzonder
29-6-2020 t/m 5-7-2020
De afgelopen anderhalve week ben ik bij drie voorstellingen geweest die op hun eigen manier, eenzelfde boodschap hadden
De eerste voorstelling was de musical van een van onze kleinkinderen.
Een gewone supermarkt waarin iedereen ‘gewoon’ samenwerkt, de klant aandacht krijgt, waar spullen geruild kunnen worden als de klant een ‘vergissing’ heeft gemaakt. De supermarkt valt op in het ‘gewoon’ zijn zelfs zo dat ze de eerste prijs krijgen voor de beste supermarkt. De prijs is het restylen van de winkel want het moet hipper. De vreugde is van korte duur. De winkel wordt een project en de klant een product waar je beter van kon worden. ‘Gelukkig’ komt men snel tot het inzicht dat deze werkwijze niet werkt, en alles wordt weer teruggebracht tot de oorsprong, inclusief de naam: Super, gewoon!
De tweede voorstelling volgt een paar dagen later: Hanna van Hendrik.
Een groot toneelspektakel over de boerenopstand in Tubbergen in 1971. Prachtige decors opgebouwd in Hangar 11 op Vliegveld Twente. Nooit meer een hongerwinter, een van de opdrachten na de oorlog. Productie, investeren, uiteindelijk niet kunnen betalen, vee verkopen, het ruim drie uur durende stuk in vogelvlucht! De hunker naar het voorbijgegane ‘gewone’ boerenleven is groot.
De film: Yesterday, is de derde voorstelling.
‘Yesterday’ gaat over Jack, een singer-songwriter uit een klein dorpje in Engeland. Zijn droom om beroemd te worden is snel aan het vervagen, ondanks de steun die hij krijgt van zijn beste vriendin Ellie. Na een busongeluk en een mysterieuze wereldwijde stroomstoring wordt Jack wakker in een wereld waarin The Beatles nooit hebben bestaan. Jack ontdekt dit, gaat de muziek van de Beatles spelen en de wereld ligt aan zijn voeten. Rijkdom, fame het kan niet op. Tegelijk groeit de eenzaamheid bij Jack. Jack breekt uiteindelijk met dit leven en gaat de relatie aan met de liefde van zijn leven, en staat weer ‘gewoon’ voor de klas. Zijn laatste woorden in de film: Het leven is bijzonder nu het weer gewoon is.
Verlangen we allemaal niet naar iets bijzonders in het gewone? We willen elkaar toch als mens zien en niet als een product waar je beter van kunt worden? We willen dat samenwerken toch als een gemeenschappelijke opdracht wordt ervaren, waarin we het beste in elkaar naar boven halen? Doe dan maar gewoon want het leven op zichzelf is al bijzonder genoeg.
Bert Reinds
Boek: Wilskracht auteur Roy F. Baumeister
Hoe kan het toch dat je een hele dag geen problemen hebt met zelfbeheersing en aan het eind van de dag gaat het mis: je eet teveel, je zit te lang achter je laptop, of netflixt tot diep in de nacht?
Voor een ‘succesvol’ leven zijn o.a. twee eigenschappen belangrijk: intelligentie en zelfbeheersing. Aan het eerste valt niet veel te doen, aan het laatste des te meer. Om je zelfbeheersing te bewaren is wilskracht nodig. Dit boek leert je hoe je je wilskracht kunt versterken, hoe je realistische doelen stelt, en hoe je vertrouwen houdt als het een keer misgaat. Met de juiste gewoonten en technieken ontstaat wilskracht.
Column 54: Het steentje
6-7-2020 t/m 12-7-2020
Tijdens een wandeling ontdekte ik dat een van de kinderen wat ongemakkelijk liep. In eerste instantie dacht ik dat hij geen zin had. Maar peptalk hielp niet. Na wat onderzoek ontdekte ik waarom het niet hielp: In zijn schoen zat nog een andere sok gepropt. Dat loopt natuurlijk niet prettig.
Ondanks de grote hoeveelheid pedagogische wijsheid die dagelijks wordt aangeboden, is het opvoeden er niet makkelijker op geworden. Er wordt van jou als opvoeder veel geduld en creativiteit gevraagd. Jij zoekt op jouw ‘harde schijf’’ naar bruikbare tips die jij ooit gehoord of gelezen hebt. Het resultaat van dit graven kan soms teleurstellend zijn, want het lijkt op zo’n moment dat dat geweldige advies in ieder geval bij jou niet werkt.
Bijvoorbeeld wanneer je tiener ’s middags uit school komt. Jij zit verwachtingsvol te wachten op zijn of haar verhaal. Je ontdekt dan als snel dat ze helemaal geen zin hebben om jouw vragen te beantwoorden, ze zijn moe en hangerig. De dag was saai en ze willen maar een ding; even chillen op de telefoon.
Ik las, naar aanleiding van dergelijke situaties, het volgende advies: Wanneer je kind uit school komt en het is moe, en (even) klaar is met de dag en met jou, ga dan niet pedagoochelen, maar geef je kind een boterham met voor hem of haar lekker beleg, en laat ze (even) met rust. Er is ‘brandstof’ nodig, i.p.v. tips en vragen over hoe het hoort en wat er moet.
Ik moest denken aan een uitspraak die ik eens gelezen had: Het zijn niet de bergen en de dalen die het lopen moeilijk maken maar het kleine steentje in de schoen. Kijk niet naar de bergen en de dalen, maar stem af en, indien nodig, verwijder het ‘steentje’ uit zijn/haar of jouw schoen, want ook in het opvoeden geldt: First things first.
Bert Reinds
De Fred factor Mark Sanborn
Fred is een bijzondere postbode die van zijn werk elke dag een feestje maakt. En zijn klanten profiteren daar enorm van. Hij valt daardoor op tussen de ‘lesboeren, hypotheekzusters en de instellingsbegeleiders’.
Toen ik het boek las dacht ik aan het filmpje van Jos Burgers, hierbij het linkje kijk maar eens: https://www.youtube.com/watch?v=XI7U7gIPHE4 Fred legt de passie in zijn werk door de overtuiging te hebben dat elk persoon van betekenis kan zijn, succes gebaseerd is op relaties, je in te zetten voor ander zonder steeds de kosten te bereken, en te geloven in de mogelijkheid vandaag te kunnen veranderen.
Van sleur naar passie in je werk en leven, wie wil dat niet?
Column 55: Diesel
13-7-2020 t/m 19-7-2020
Toen ik zo’n 40 jaar geleden verkering kreeg met Willemien, mijn huidige vrouw, was het extraatje een inwijding in het agrarische leven. Haar ouders hadden een boerderij in combinatie met een Hengstenhouderij.
Vooral het gebeuren rondom het dekken van paarden vond ik fascinerend. Mijn schoonvader had niet zoveel met KI (kunstmatige inseminatie). Alles puur natuur, niet op pad met sperma, maar de hengst gewoon bij de merrie. Iemand, soms ik, hield de merrie vast en mijn schoonvader haalde de hengst op, en bij het zien van de merrie deed de hengst (Duc de Normandie) gewillig zijn kunstje.
Omdat er ook met de hengst (en andere paarden) naar klanten of concoursen werd gereden moest er wel een sterke auto voor de trailer. Een Mercedes dus. Ik weet nog goed de eerste keer dat ik er in reed kreeg ik vooraf de boodschap mee: ‘Eerst voorgloeien en dan starten, want het is een diesel’. En inderdaad in de auto zittend deed ik de sleutel in het contact, draaide totdat het ‘gloeilampje’ brandde en dan door en starten. Hij reed daarna als de beste.
In mijn leven heb ik ontdekt dat ik ook een diesel ben. Vooral het eerste uur van de dag moet ik ‘voorgloeien’. Afgelopen zomer tijdens de fietstocht Parijs Hattem werd ik er me weer van bewust. Direct bij de start van onze tweede etappe stond een berg mij op te wachten. Halverwege moest ik stoppen en overgeven, in kon niet meer, wandelen dus: vergeten voor te gloeien. Overigens de rest van de dag fietste ik mijn maatje er zo af en toe uit, niets aan de hand.
Niet alleen fysiek ook in mij carrière ben ik een diesel. Vaak kreeg ik niet de baan die ik zo graag wilde, of de fame die ik dacht nodig te hebben. Terugkijkend is mijn conclusie: Ik was op dat moment nog niet voldoende voorgegloeid.
Ik neem dus niet alleen ‘de klus’ serieus maar ook het ‘voorgloeien’. Voor alle diesellezers: Erken je voorgloeitijd! En voor de ‘snelle jongens’: Heb geduld, het duurt maar even en dan heb je heel lang plezier aan en met ons.
Bert Reinds
Boek : Hoofdlijnen
Auteur: Lucas Reinds
123 (zelfhulp) boeken in een boek, wie wil dat nu niet. Lucas heeft ze alle 123 voor je gelezen, de essentie in een tekeningetje en een paar regels tekst gevangen. 123 boeken voor 12,50 euro goedkoper kunnen ze het niet krijgen. Ik zie er in ieder geval erg naar uit, ook al ben ik niet helemaal objectief.
Het boek komt binnenkort uit. Voor meer info zie www.hoofdlijnen.nl Op deze website zie je ook wat voorbeelden.
Column 56: Week van de opvoeding
20-7-2020 t/m 26-7-2020
Laat jij je ook gemakkelijk meeslepen door een sfeer van het najagen van spullen? Ben jij ook zo druk met jouw weldoortimmerd huis, met het uitzoeken van de nieuwste kleding, geobsedeerd door de laatste ontwikkelingen op het gebied van sociale media-apparatuur? Druk met het verzamelen en onderhouden van het aardse kapitaal. Ook het opvoeden is met dit virus besmet geraakt.
Ouders, die zich drukker maken om de welvaart van hun kind dan om het welzijn van hun hart. Kinderen worden projecten die de waarde van hun ouders moet opkrikken. Zij moeten de gemiste kansen van hun ouders rechtzetten. Kijk maar eens langs de lijn van het voetbalveld. Je vraagt je soms werkelijk af waarom of voor wie zoonlief of dochterlief voetbalt. Vraag leerkrachten in het basisonderwijs maar eens naar de ‘gezellige’ gesprekken met ouders naar aanleiding van de Cito-toetsuitslag van hun kind die toch een beetje tegenvalt: ‘Het ligt meestal aan de test of omstandigheden, want hun kind kan toch zeker naar de havo!’. Begrijpelijk, je wilt toch het beste uit het kind halen? Maar wat is het beste dan, en voor wie is dat dan het beste?
Ik wil jou, namens de kinderen, een paar vragen voorleggen, ze helpen wellicht bij het vinden van het juiste perspectief bij de vraag: Wat is het beste voor het kind?
– Wil jij luisteren met jouw oren en ogen en hart en houding?
– Wil jij erkennen dat het ideale gezin niet bestaat? Dus relax.
– Wil jij wel de verantwoordelijkheid blijven dragen, en deze niet bij ons leggen ook al
hebben wij veel praatjes?
– Wil je ons met niemand vergelijken?
– Wil jij niet constant ons volproppen met jouw verantwoorde ideeën, maar ons leren
zelf na te denken?
– Wil jij niet van slag raken of gaan twijfelen aan de opvoeding, als wij (tijdelijk)
anders tegen het leven aan kijken?
Bedankt, namens de kinderen.
Het hart van opvoeden
Twee momenten in je leven liggen vast. Je geboortedag en je sterfdag. Tussen deze twee momenten ligt je levensweg. Op die weg mag je zichtbaar worden wie je al bent. De essentie van opvoeden is: ‘Jouw’ kind zichtbaar maken wie hij of zij al is, uitpakken dus, een vlam ontsteken i.p.v. een vat vullen. In ‘Het hart van opvoeden’ neemt Bert je mee in dat proces van verbinden en uitpakken van het kind.
Column 57: Gevoelig
27-7-2020 t/m 2-8-2020
Geuren, geluiden, plaatjes, informatie, prikkels ze komen bij mij binnen worden verwerkt en omgezet in gedrag. Ik geniet van schoon, opgeruimd, lekker ruiken en veel kleuren, van mensen en gezelligheid. Maar soms is het me teveel dan veroorzaken die prikkels stress in mijn hoofd en de rest van het lijf. Ik vraag mezelf dan wel eens af of ik iets heb, ben ik hoog gevoelig of hoogbegaafd, heb ik ADHD, zit mijn probleem in het autistisch spectrum, of heb ik niks en is mijn reactie adequaat.
Eigenlijk vind ik dat in mijn geval helemaal niet zo interessant meer of ik een stickertje heb: Ik ben ik dat is genoeg. Ik kijk liever naar wat ik met het gegeven kan doen. Ik ga bijvoorbeeld, bij een overload aan prikkels, in ruimten met veel mensen, een time-out-plek zoeken; het toilet of een rustigere ruimte. Wat mij ook helpt is als mensen op zo’n moment aan me vragen hoe het gaat een eerlijk antwoord te geven: Ik verdrink een beetje in de prikkels. Ik zie deze gevoeligheid steeds meer als een gave ondanks dat het ook een opgave is.
Afgelopen week heb ik een actie aan de lijst toegevoegd: ‘Op zondag ben ik niet meer telefonisch bereikbaar, de telefoon ligt op mijn kantoor. Als mijn geliefden weten waar ik ben is dat voor die dag genoeg.’
Ik heb 1x geoefend; pff, het viel nog niet mee.
Bert Reinds
De kunst van het ongelukkig zijn
Dirk de Wachter
Tegendraads is het nieuwe boek van Dirk zeker te noemen: ’Streven naar het geluk als levensdoel is een vergissing. Streven naar zin en betekenis daarentegen, is waar het leven om draait’.
Je moet er wel tegen kunnen, het gaat over verdriet, ongelukkigheid en somberheid. Misschien ontdek je dat je tot nu toe in je leven en streven op een verkeerd ‘paard’ hebt gegokt en jaag je iets na wat niet bestaat. Toch is het hoopvoller dan je denkt. De kern gaat over hoop, zin en betekenis.
Verlang je naar verbinding met de werkelijkheid dan is dit boek het lezen waard.
Column 58: De bijl slijpen
3-8-2020 t/m 9-8-2020
Mijn eerste ‘jubelweek’ zit erop en ik ben er matig tevreden over. Misschien denk je nu: Je watte? Laat het me je uitleggen.
Vlak voor de zomer merkte ik veel druk in mijn hoofd en agenda. Er moest iets veranderen anders ging het niet goed. Een van de veranderingen die ik toen heb doorgevoerd is na elke zeven weken werken een ‘jubelweek’ plannen. Een week zonder (werk)afspraken, een week waarin ik vooral mag lummelen, slenteren, mijmeren.
Ik kwam op het idee onder andere n.a.v. een boek dat ik jaren terug cadeau kreeg: ‘Levensregel voor beginners’, geschreven door Wil Derkse. Hij beschrijft zijn ervaringen tijdens een verblijf bij de Benedictijnse monniken. Een van zijn ontdekkingen is het effect van het tuinmoment. De monniken hebben een gestructureerd dagprogramma waarin tuinmomenten zijn opgenomen. Een moment waarin de monnik zijn werkzaamheden tijdelijk stopt om vervolgens een wandeling in de tuin te maken. Wil dacht in eerste instantie wat een flauwekul, het is tijdrovend en contraproductief. Echter tijdens de toepassing bleek het tegenoverstelde de werkelijkheid te zijn.
Mijn eerste jubelweek was dus niet zo’n succes, wel leuke slentermomenten, maar toch ook teveel moeten, frustrerend. Dacht zelfs het heeft geen zin. Totdat ik weer werd aangemoedigd vol te houden. Ik was op de boekpresentatie van het boek Hoofdlijnen. De schrijver vertelde het verhaal van de houthakkers. Twee houthakkers, de ene werkte en nam nauwelijks rust de andere nam wel regelmatig een pauze en deed zelfs een middagdutje. Toch hakte de laatste meer hout. De eerste enigszins gefrustreerde houthakker vroeg zich af hoe dat nu kon? Zijn collega antwoorde: ‘Elke keer als ik zit te pauzeren, ben ik bezig mijn bijl te scherpen.’
Over zeven weken is het weer zover dan ga ik mijn ‘bijl weer slijpen’ en ik denk dat ik dat buiten in de tuin ga doen Zie er nu al naar uit.
Bert Reinds
Focus Aan/Uit
Mark Tigchelaar
De hoeveelheid prikkels die dagelijks op ons afkomen staat gelijk aan 174 kranten per dag. Zo’n 500 keer per dag worden we afgeleid van dat waar we me bezig zijn. We lekken concentratie.
Door te veel schakelmomenten, te weinig rustmomenten, de hoeveelheid geluid om ons heen, staat ons brein 24×7 aan. Gevolg? We onthouden minder, onze productiviteit neemt af, frustratie groeit, we raken sneller vermoeid. Herkenbaar? Dan is dit interessante en informatieve boek iets voor jou. Naast de vele tips, krijg je ook nog een gratis online training aangeboden.
Column 59: Zielig
10-8-2020 t/m 16-8-2020
De afgelopen weken kwam ik het twee keer tegen, mensen die iets doen of laten omdat het voor de ander zo zielig is. Maar is zieligheid wel zo’n respectvol helpend motief?
Een van mijn werkplekken is Mappa Mondo geweest. Een kinderhuis van het Rode Kruis waar hele zieke, soms terminale kinderen wonen.
Omdat de kindergeneeskunde enorme vooruitgang boekt ontstond er op een gegeven moment een situatie dat Mappa Mondo in plaats van een eindstation voor sommigen een tussenstation werd. Een gevolg van het wonen en leven daar was (nog) meer concrete aandacht voor het pedagogisch klimaat en begeleiding.
Het team begeleiders bestond toen uit professionals en vrijwilligers. De laatste groep verbleef een week als ondersteuning voor het team verpleegkundigen en werden na ‘hun’ opgevolgd door een nieuwe groep vrijwilligers.
Gepassioneerde mensen die een week lang hun ziel en zaligheid inzetten voor de kinderen. Op deze wijze zette elk specialisme zijn beste beentje voor om een gebalanceerd medisch en pedagogisch leefklimaat aan te bieden.
Soms werden er ook minder populaire opvoedafspraken gemaakt, niet zo gezellig maar wel nodig. Sommigen vonden het ingewikkeld ze uit te voeren. De reden was: ‘het is zo zielig voor het kind’. Ik legde dan uit dat als je iemand zielig vindt je boven de ander gaat staan, gelijkwaardigheid verdwijnt, en je hebt de persoon als het ware al opgegeven. Ondanks de moeite en het wennen bij de invoering van deze afspraken werd het toch een gemeenschappelijk gedachtengoed: Ook een ziek kind heeft recht op grenzen in het opvoeden!
Als je van uit respect en gelijkwaardigheid de verbinding met de ander wil aangaan verwijder dan het ‘ik-vind-het-zo-zielig’ uit je motivatiepakket. En weet ‘ruzie’ is ook contact.
Bert Reinds
(Stoppen met worden) Je bent het al
Gabrielle Dik-Agteres
Op welke manier sta jij in het leven? Door wat of wie kom jij in beweging? Ben je overtuigt dat je iemand bent? Of moet je nog iemand worden? Ben je druk bezig aan het jagen naar iets wat wellicht voor jou in de toekomst ligt? Mis je nog iets of geloof je dat alles aanwezig is wat jou ik maakt? Met de schrijfster geloof ik dat laatste. Je krijgt een heel leven om dat wat je al vanaf het begin bent zichtbaar te maken.
Vergelijk het met een puzzel. De afbeelding op de deksel laat zien wat in de doos aanwezig is. Bij de start nog in stukjes maar compleet er hoeft geen stukje meer bij!!
Gabrielle heeft op een persoonlijke, integere manier beschreven hoe dit proces van bevrijding van het moeten in haar leven heeft plaats gevonden en moedigt de lezer aan dezelfde weg te gaan: niet meer geleefd worden maar leven, of in het licht van de puzzel: Ga puzzelen, zodat de ‘afbeelding op de deksel’ zichtbaar
Column 60: Concurrentie
17-8-2020 t/m 23-8-2020
Zo’n 15 jaar geleden kreeg ik een telefoontje van een man die graag een gesprek wilde. Zijn vrouw had hem het advies gegeven een keer met mij te gaan praten. Hij vertelde dat zijn vrouw al jaren mijn columns las (in de Visie, gids E.O) en zelfs recent met mijn vrouw tijdens een koffieochtend in gesprek kwam over ‘ons’, hun mannen! Dus het moest er maar eens van komen.
Wat was er aan de hand? De man, een vakgenoot, werkte voor een grote organisatie en was daar een zeer gewaardeerde gedragswetenschapper. Hij had altijd tijd en aandacht. Dat was een mooie, opvallende kant van hem, echter heeft het ook een schaduwzijde. En daar had hij nu last van, hij was behoorlijk opgebrand geraakt.
Mooie gesprekken volgden, en op een gegeven moment zei ik tegen hem: ‘Weet je wat jij moet doen, voor jezelf beginnen’. Zo gezegd zo gedaan, langzamerhand ontstond zijn praktijk. Ondertussen waren onze gesprekken omgebogen naar collegiale overleggen, we werden zelfs vrienden. Elkaar scherp houden, nog steeds, wekelijks, heel bijzonder.
Mensen om mij heen verklaarden me in die tijd voor gek. ‘Hoe kun je dat advies geven, hij woont nog geen 15 kilometer bij jou vandaan hij wordt een concurrent van jou.’ Mijn reactie was: ‘Nee hoor daar geloof ik niet in, er is maar een Bert Reinds!’
Dat moest ik uitleggen want de arrogantie droop eraf: ‘Het ‘kunstje’ wat ik doe kan door iedereen gedaan kan worden, maar op mijn manier door een persoon en dat ben ik.’ Dus hij moet doen wat bij hem past en ik wat bij mij past. En als we elkaar steeds beter leren kennen weten we precies wat we wel en niet moeten doen. We verwijzen dan ook regelmatig naar elkaar omdat we niet bang zijn te kort te komen.
Sprookje? In ons geval niet, op dit moment zijn we beiden eerder met werk verlegen dan om werk verlegen.
Bert Reinds
Het oneindige spel
Simon Sinek
Waarom die jij de dingen die jij doet, wat is je perspectief? Wil je snel geld verdienen, het podium halen, alles tot eer en verheerlijking van de ‘Bv Ik’? Hanteer jij de regels van het eindige spel?
Of ben je veel meer georiënteerd op een plaatje groter dan jij? ‘Speel’ jij het oneindige spel? Het spel dat jouw leven overleeft, dat gericht is op de nieuwe generatie. De ander laten schijnen, minder vast zit aan procedures? Een spel dat wel een begin heeft maar geen einde.
Oké, dit is wel heel zwart wit, en je hebt in jouw bedrijf of leven niet altijd die keuze. Maar wat als je hem wel hebt, waar ligt jouw keuze?
Simon laat in dit nieuwe boek o.a. 5 principes de revue passeren die te maken hebben met het ‘spel’ dat een oneindig karakter heeft: Voor een goede zaak gaan, bouwen aan vertrouwensteams, leren van waardige rivalen, je voorbereiden op existentiële flexibiliteit en moed tonen om te leiden.
Bert Reinds
Column 61: Sinterklaas
24-8-2020 t/m 30-8-2020
Nog een paar nachtjes slapen en dan is het 5 december het heerlijke avondje van Sinterklaas. Een proces van weken cadeaus bedenken, lijstjes maken, lootjes trekken en aan de slag gaan, wordt dan zichtbaar.
Elk jaar ben ik opnieuw onder de indruk van de creativiteit van onze gezinsleden, groot en klein(kinderen). Oké een cadeautje is leuk maar ik vind vooral de aandacht, vindingrijkheid, en liefde zichtbaar en hoorbaar gemaakt in de surprise en gedicht indrukwekkend een van een ongekend hoog niveau.
Zo af en toe een steek onder water maar meestal een hart onder de riem. Gedachten en gevoelens ‘uitspreken en verbeelden’ om de ontvanger even flink te laten shinen. Woorden als medicatie voor de ziel.
Er komt een Sinterklaasverhaaltje in herinnering. Toen Willemien een jaar of 7/8 was kwam ze er achter dat niet Sinterklaas de cadeautjes kocht maar haar ouders. Willemiens reactie was hilarisch: ‘Dat vind ik nog veel moeilijker te geloven dan dat Sinterklaas dat doet.’ Haar vriendin dacht haar uit de droom te hebben geholpen maar maakte het mysterie alleen nog maar groter.
Wat was ze onder de indruk van haar ouders die zomaar op een dag in december cadeautjes voor haar en alle andere gezinsleden kochten. Ik wil op pakjesavond veel van die verwondering laten zien als ik ‘zomaar’ een cadeautje krijg van iemand, die met bloed zweet en tranen zijn/haar surprise heeft gemaakt en de woorden van het gedicht aan het papier heeft toevertrouwd. Het leven is vol van geven en nemen, geef dankbaarheid en neem niets vanzelfsprekend.
Bert Reinds
Wie heeft mijn kaas gepikt
S.Johnson en K.Blanchard
Een klassieker die het nog steeds goed doet. Een geweldig beeldend verhaal over muizen die op zoek zijn naar kaas. Na verloop van tijd blijkt de kaas op te zijn, er is een nieuwe situatie ontstaan en de vraag is: Wat doe je dan?
De reacties worden zichtbaar gemaakt in het gedrag van de twee muizen Pieker en Peins. Een vraag die me het meest bij gebleven: Als je niet bang was wat zou je dan doen? Wat roept een verandering bij jou op? Ga je net als muis Pieker opzoek naar nieuwe mogelijkheden of blijft je als muis Peins hangen in het verleden, en ben je boos en verontwaardigd dat het leven niet maakbaar is? Benieuwd naar de afloop? Misschien nog snel op je sinterklaaslijstje?
Column 62: Dwangbuis
31-8-2020 t/m 6-9-2020
Waar was jij op 9/11? Ik was op de sportschool en werd, na het sporten, in de kantine geconfronteerd met een ijzige stilte. De tv stond aan en de beelden waren verscheurend. De stilte werd na 10 minuten doorbroken, iemand dacht hardop: ‘Dit is het begin van het einde’.
Vier terroristische aanslagen door middel van gekaapte passagiersvliegtuigen in het noordoosten van de Verenigde Staten werden uitgevoerd, waarbij twee vliegtuigen de torens van het World Trade Centre doorboorden. Verschrikkelijk, hoe kon dit gebeuren? Angst regeerde, complottheorieën ontstonden. Vele vragen rondom o.a. veiligheid volgden.
Een van de maatregelen die werd getroffen was het borgen van de veiligheid in de cockpit. De deur kan nu niet meer van buiten de cockpit open gemaakt worden. Toch was deze veiligheidsmaatregel beperkt houdbaar. Want op 24 maart 2015 stortte de Airbus A320-200 van Germanwings met vluchtnummer 4U9525 neer in de Franse Alpen. De Piloot had de deur van de cockpit op slot gedaan, terwijl de copiloot naar het toilet was, en heeft het vliegtuig met opzet laten neerstorten, niemand kon bij hem komen. De veiligheidsmaatregel werd een kooi voor vele slachtoffers. Elke veiligheidsregel vraagt blijkbaar weer een nieuwe.
Niet alleen in vliegtuigen geldt het periodiek bijstellen van regels en procedures, wat te denken van de regelgeving bij verpleegkundigen, in het onderwijs, de hulpverleners in de jeugdzorg en GGZ. Ze worden knettergek van het naleven en weer overboord gooien van al de nieuwe en oude regels, elke keer blijkt het niet voldoende te zijn.
Angst regeert, het mag nooit weer gebeuren, wie zal dat betalen? Maakbaarheid is het geloof, grip en controle de instrumenten. Echter regelgeving op basis van angst borgt niet de veiligheid maar verhoogd gevangenschap. Je zet jezelf in de dwangbuis van je eigen regels.
Ik zal de laatste zijn die zegt dat alle regels weg moeten, zinvolle regels geven structuur en veiligheid. Maar heb bij het naleven de moed te kiezen voor samen i.p.v. alleen, voor wij i.p.v. ik, accepteer de gebrokenheid van deze samenleving en de tekortkomingen van je medemens. Stel jezelf de vraag: Waarom deze regel? Voor wie is deze regel?
Egoïsme, individualisme, zijn grote dreigingen voor echte veiligheid. En ja, dan ontdek je in dat wij dat de ander te kort schiet, tegenvalt, je teleurstelt. Wees realistisch, kijk op zo’n moment maar eens in de spiegel en je ontdekt: Jij valt ook niet altijd mee.
Bert Reinds
De Moed van imperfectie
Brene Brown
Deze schrijfster is een expert op het gebied van kwetsbaarheid, veel onderzoek heeft ze gedaan en daaruit zijn prachtige boeken ontstaan. De moed van imperfectie is er een van. Samengevat komt het hierop neer: Laat je angst voor wat anderen vinden los, gun jezelf het maken van fouten, ontwikkel vermogen om tegenslagen te overwinnen, wees dankbaar voor wat je hebt, i.p.v. ontevreden over dat wat je mist. Durf op ‘water te lopen’, en weet dat er van jou maar een is. Ontspan en relax, niet het druk-zijn bepaald je menswaarde. Neem tijd om stil te zijn, laat stress als leefstijl los. Durf buiten de lijntjes te kleuren. Lach, zing en dans: laat het idee dat je altijd beheerst moet zijn en ‘normaal’ moet doen los. Van geleefd worden naar leven!
Column 63: Integriteit
7-9-2020 t/m 13-9-2020
‘Een persoonlijke eigenschap van een individu die inhoudt dat de betrokkene eerlijk en oprecht is en niet omkoopbaar, intrinsiek betrouwbaar, zegt wat hij doet, en doet wat hij zegt. Hij heeft geen verborgen agenda en veinst geen emoties.’
Afgelopen week was dat het thema dat in gesprekken steeds terug kwam: Integriteit. We stelden elkaar o.a. de vraag: Hoe integer ben jij op je werk, privé?
Als ik het afzet tegen de graaiers, uitbuiters, misbruikers, zij die regelmatig het nieuws halen, is mijn antwoord ja. Makkelijk scoren? Oké, dan mezelf onder een vergrootglas leggen: ‘Hoeveel postzegels heb ik van mijn baas gebruikt voor eigen post? Hoeveel kopietjes heb ik gemaakt voor eigen projectjes? Hoe vaak maak ik gebruik van mijn telefoon om nog even iets privé te regelen terwijl ik aan het werk ben voor een ander? Wanneer ben ik voor het laatst opgekomen voor die ‘lastige’ collega i.p.v. mee te lopen in het roddelcircuit? Is mijn ja altijd een ja, of vind ik ook dat een leugentje om best wel moet kunnen?
Hoe was dat ook alweer met die balk en splinter en hand in eigen boezem? Het werd stil in mijn binnenkant.
Gelukkig ken ik zoiets als genade, onvoorwaardelijke acceptatie. Niet als excuus, of om maar wat aan te blijven rommelen. Het geeft me ruimte om fouten te maken, te kort te schieten weer op te staan en te erkennen dat maakbaarheid in deze gebroken wereld niet bestaat en reëele verwachtingen te hebben. En het meeste wat genade met mij kan doen is genadig zijn voor hen die volgens mij ‘slechter’ zijn dan ik.
Bert
Pak je Carlosmomentje
Jaap Bressers.
Je bent 21 hebt grootse toekomstplannen, een prachtige carrière ligt voor je. En dan, in een moment is het over: Een duik, krak! Nek gebroken en voor 80% verlamt. Dat overkwam de auteur van dit boek. In het ziekenhuis ligt hij te lijden aan zijn lijf dat niet meer werkt en de toekomst die als een zeepbel uit elkaar knalt. ‘Schreeuwend’ om iemand en dan is, na lang wachten, Carlos daar, een verpleegkundige in dat Portugese ziekenhuis: It’s okay! Wat een bemoediging: Jaap’s eerste Carlosmoment!
Als jij een boek wilt lezen waarbij, na het lezen van (bijna) elke bladzijde, een glimlach op je gezicht verschijnt, lees dan dit boek. Verhalen van mensen die ‘gewoon’ buitengewone woorden uitspreken, handelingen verrichten. Het verhaal wat me het meest is bijgebleven is dit:’Een ouder echtpaar is op weg naar hun vakantieplek, het vliegtuig is reeds naar de startbaan aan het taxiën, tot opeens de man van het stel een berichtje krijgt dat hun klein kind acuut is opgenomen in het ziekenhuis. Een stewardess ontdekte overlegt met het overige cabinepersoneel en kiest: Het vliegtuig maakt rechtsomkeert naar de vertrekhal. Ondertussen wordt de bagage uit het ruim gehaald, een taxi besteld zodat het echtpaar naar het ziekenhuis kan. Uiteindelijk zijn de grootouders op tijd in het ziekenhuis een half uur later overlijdt hun klein kind. Wat een helden in dat vliegtuig!
Column 64: Realiteit
14-9-2020 t/m 20-9-2020
Een paar keer per jaar gaan wij een dagje cultuursnuiven, op een andere manier naar het leven kijken. Deze keer begint het snuifmoment in Gorssel in museum MORE.
Op weg naar dit museum luisteren we naar de taalkunstenaar en schrijver van het boek: Alles lijkt zoals het was, Frits Spits op radio 1. Hij is in gesprek met een ‘beller’ die mag vertellen welk verdwenen woord in de Nederlandse taal terug mag komen. Haar woord is: Vermeien. Het woord betekent zoveel als ontspannen, relaxen, genieten in de natuur, in het hier en nu. Een mooie start van onze cultuurdag, dat woord past goed bij wat ons plan is.
Aangekomen bij het museum MORE, het staat voor (mo)dern (re)alisme, gaan we de kunstwerken bekijken. In de eerste hal, het zijn er 8, staat een mooi citaat op de muur: ‘Realisme is niet hoe echte dingen zijn, maar hoe dingen echt zijn!’ Hmm, een soort vermeien dus, leven in de werkelijkheid.
Na zo’n 200 kunstwerken te hebben bekeken, een heerlijk kop koffie in het aanpalende restaurant te hebben genuttigd, gaan we op weg naar ons volgende snuifmoment: ‘De beentjes van Sint Hildegard’. Een film met o.a. Herman Finkers.
Een film in het Twents, voor mij als tukker een feest der herkenning. Ik wil er niets over zeggen, je moet hem zelf maar gaan bekijken. Maar om je alvast een beetje nieuwsgierig te maken, de vraag die als rode draad door de film loopt is: Is dat wat ik doe, dat wat ik wil, of leef ik een ander zijn realiteit?
Wat een dag, langzamerhand beginnen we ‘onze beentjes’ te voelen. Nog even wat drinken en dan naar huis, met een (nieuwe)opdracht: We willen meer vermeien, blijven ontdekken wat er toe doet, de echte dingen zien en doen, niet omdat het moet maar omdat het een verlangen is.
Oh ja, deze dag begon op de sportschool. Wanneer de jaren voorbijtrekken wordt de zwaartekracht steeds meer zichtbaar en voelbaar in onze lichamen, ook een realiteit, haha.
Bert Reinds
ManZijn
Wouter de Vos
Zo’n drie jaar geleden had ik mijn eerste ontmoeting met Wouter. We zaten samen in een overleg van een nieuw project van de @de4musketier in Schotland. Ik was verrast door zijn verfrissende, vernieuwende, gedurfde kijk op mannen en karakterweekenden. Vandaag heb ik z’n boek ManZijn gelezen en daarin kom ik dezelfde Wouter tegen.
Hij neemt je mee op reis. In tien hoofdstukken, pakt hij kernwoorden uit die betrekking hebben op het Manzijn. Het decor van de inhoud zijn zijn belevenissen in de vele weekenden die hij heeft meegemaakt, als deelnemer en als spreker. Van de Schotse hooglanden tot de Noorse fjorden en zelfs ver buiten Europa waar voor gerechtigheid wordt gelopen. Geen studeerkamerpraat, maar kennis geworteld en getoetst in de praktijk van mannenlevens die door bergen en over dalen een ontmoeting met hun ziel hebben. In weer en wind ontdekken wat hun ware verlangens zijn. In de erbarmelijke kou, de harde slagregens trotserend ontdekken dat er Een echt van ze houdt. Woorden die bij mij blijven hangen zijn: werkelijke waarden, avontuur, kracht en verantwoordelijkheid, strijd en lust, vriendschap en broederschap, echtheid en kwetsbaarheid, vaderschap, God, doe maar gewoon dan ben je pas bijzonder.
Ik heb vele jaren de weekenden met vaders en tieners mogen beleven, en in andere situaties met mannen gewerkt, en als ik die ervaringen afzet tegen de inhoud van dit boek dan is mijn conclusie: Het klopt!
Van harte aanbevolen, geschikt om alleen te lezen, en wil je een groter effect bespreek het met een stel vrienden. Ik geloof als de inhoud van dit boek wordt toegepast in het dagelijks leven kan de man werkelijk het verschil maken in zijn wereld.
Column 65: Bang
21-9-2020 t/m 27-9-2020
En de vraag is: Is ie al in Nederland? Het antwoord: Bijna. Althans gisteren, 25 februari 2020, was de afstand nog 20 km, ‘het’ zat toen nog in Duitsland. Vanmorgen hoorde ik dat de persoon die ‘het’ heeft ook in Nederland is geweest, dus misschien toch al wel? Spannend!
Natuurlijk weet jij waar het over gaat; het coronavirus. Het virus begon zijn reis in China en is nu (bijna) bij ons in Nederland. Help! In deze angstmodus zie je mensen ‘gekke’ dingen doen. Met een boog om chinezen lopen, want ja ze zijn wel chinees. Voor 100 euro een noodpakket kopen: een paar handschoenen, mondkapje, bril en nog wat spul, terwijl de gezamenlijke waarde nog geen 25 euro is. Mensen hamsteren voedsel, want het virus raakt het transport en de economie, stel dat de schappen leeg raken wat dan?
Ik heb me de afgelopen dagen verbaasd over de schrikreacties en me afgevraagd wat de wortel van deze angst is. Ik kom tot de conclusie dat bij velen niet het virus de angst veroorzaakt, maar de confrontatie met de leugen van maakbaarheid. Het virus was er opeens en doet wat hij wil, en de mens raakt in paniek omdat het bepaald wordt met gebrokenheid, met eindigheid in plaats van met en-ze-leven-nog-lang-en-gelukkig-toekomst! Door een dergelijke gebeurtenis wordt de mens die denkt: ‘I’ve got the whole world in my hand’, ontmaskert, en in zijn nakie gezet.
Doemdenkerij? Nee helemaal niet, ik zie het juist als een kans, om onze aannames over leven en dood, over zin en onzin van het leven te heroveroverwegen. In die werkelijkheid omarmen we ongelukkigheid en verwerpen de leugen van maakbaarheid. De verwachtingen worden bijgesteld en we gaan leven in plaats van geleefd worden door de waan (mist) van de dag. Het omgekeerde van leven is nevel, in welke sfeer vertoef jij het liefst?
Bert Reinds
Spreken met Passie
HenkJanKamsteeg
Viktor is gepromoveerd in zijn functie en daarbij mag hij in de toekomst regelmatig publiek toe spreken. Bij zijn eerste voordracht ontdekt hij hoe lastig het is. Hij wil er liever voor weglopen. Maar dan is Willem daar, een van de aanwezigen, een deskundige, een prof in het spreken, hij ziet het gemartel van Viktor en wil hem graag inwijden in de betekenis van het spreken. Op een onorthodoxe manier vindt dat plaats. Je moet het zelf maar gaan lezen hoe hij dat doet.
Spreken is een ambacht. Daarom vraagt het aandacht, training, voeding. Henk Jan weet dat op een waardevolle manier vanuit zijn leerschool te beschrijven. Thema’s als passie, luisteren, ken je publiek, organiseer je verhaal, let op wat er niet wordt gezegd, worden aan de hand van praktische anekdotes uitgepakt. Van harte aanbevolen.
Column 66: Het leed dat Corona deed
28-9-2020 t/m 4-10-2020
Veel tranen zijn de afgelopen weken gevloeid. Bij elkaar goed voor een nieuwe (zout)zee. Elke dag opnieuw, tientallen mensen die het niet redden, iedereen in de zorg werkt zich het snot voor de ogen en moeten lijdzaam afscheid nemen van hen die het niet redden. De ouderen die verpieteren in de zorgcentra of alleen thuis. Ondernemers die een jarenlang opgebouwde onderneming failliet zien gaan. Mensen die gaan scheiden omdat dit de druppel was. En dan heb ik nog niet over de grote verdrieten van mensen die geconfronteerd worden met de niet corona gerelateerde ernstige ziekte. Brr wat een ellende.
En daar blijft het niet bij, wat dacht je van het ‘kleine’ verdriet. Ik wil je een paar verdrieten noemen die in mijn directe omgeving plaats vonden: Je geeft les aan kinderen waarvan je weet die kunnen beter niet de hele dag thuis zijn, en je wordt daarin in bevestigd door paniek-appjes van leerlingen. Je hebt je voorbereid op de Muskatlon, mensen enthousiast gemaakt getraind geld ingezameld en dan komt dat bericht waarvan je wist dat die zou komen: Uitgesteld. Je zou je studie afronden door een paar maanden naar Gambia te gaan om daar de minder bedeelden te ondersteunen met je kennis over de zorg voor het gebit, je had er zo naar uitgekeken: Helaas pindakaas het gaat niet door. Als fotograaf ben jij uitverkoren om als enige Nederlandse fotograaf bij het eurosongfestival plaatjes te schieten; jammer dan, nu even niet. Morgen word je 8 jaar, hoera, maar er komt geen visite, natuurlijk zijn papa en mama heel creatief en maken er wat moois van, maar toch hangt er een donkere wolk boven deze dag. En trouwen doen we nu ook maar even niet.
Oké, ik weet het, dit staat niet in verhouding met het grote verdriet, maar verdriet is verdriet.
Relativeren is nodig maar laten we niet doorslaan in bagatelliseren, geef een ieder de ruimte om te rouwen want er zijn geen gradaties in verdrietig zijn. En niet alleen nu maar vooral ook straks, gun jezelf en de ander een tijdje verdrietig te mogen zijn, en als het dan weer mag sla een arm om de ander en zeg: Het is goed!
Bert Reinds
Column 67: Pijn is de grens naar het leven!
5-10-2020 t/m 11-10-2020
We willen ons vrij voelen, om te groeien, om zwak te zijn, om te bemoedigen, om te corrigeren, om kleur te bekennen in de wetenschap dat je misschien wel “afgemaakt” wordt. Voor de uitvoering van dit verlangen dient wel een prijs te worden betaald.
Want hoe kun je:
Een indrukwekkende lijst, die laat zien dat groei en ontwikkeling vaak met pijn gepaard gaat. Pijn is in die zin niet een teken van zwakte, van een tekort maar juist van groei. Daarom bij die pijn niet stoppen maar doorgaan want die pijn is de grens naar het leven. Vergelijk het met de groeipijnen die kinderen bij hun fysieke ontwikkeling soms hebben. Een dergelijke pijn is een teken dat er juist niets mis is, het kind groeit!
Als je probeert te ontsnappen aan angst, boosheid, pijn, teleurstelling of onzekerheid, dan verdoof je ook vreugde, blijdschap, dankbaarheid en geluk. In deze stilte stagneert je ontwikkeling, de schaamte voor het falen houd je onder een steen.
De ‘stap uit de boot’ vraagt moed, veerkracht volharding, zelfbeheersing, discipline om maar eens een paar eigenschappen te noemen, maar uit ervaring weet ik dat het zeer de moeite waard is: What doesn’t kill you makes you stronger!
Bert Reinds