Gods hart brandt voor Zijn wereldwijde Huisgezin, voor een onverdeelde Kerk waar Zijn Geest woont. Dit boek laat iets zien van Gods plan voor onze tijd: na de reformaties van geloof (Luther) en de Geest (begin twintigste eeuw) staat de Kerk op de drempel van een reformatie van herstel en vernieuwing. Nu de wegen van Israël en de Kerk weer samenkomen en het Joodse volk terugkeert naar eigen land, keert ook de Kerk terug naar haar oorsprong. Maar hoe ziet dat eruit en welke verwachting heeft de Kerk? Wat betekent het om Gods Huis van gebed te zijn, ook voor onze kerksystemen en theologie over verbond en Koninkrijk?

De auteur neemt ons mee op een profetische reis en brengt in kaart hoe God een weg heeft voorbereid richting een nieuwe toekomst. Hij laat zien hoe in ons land het fundament is gelegd voor de beweging van Gods Geest. Een fundament waarop de plaatselijke Kerk Gods Huis kan (her)bouwen, ruimte makend voor de volheid van Christus.